dinsdag 17 maart 2020

Costante GIRARDENGO,
de eerste campionissimo &
numero uno di Milano-Sanremo

Costante Girardengo was gedurende een kwarteeuw beroepsrenner. Hij was ook de eerste die gregari (helpers) inhuurde voor faciliteiten op zijn zegepad. Zijn populariteit was zo immens dat de machinist van de trein tussen Milano en Genoa een halte in het onooglijke plaatsje Novi Ligure om Costante en zijn dorpsgenoten welgevallig te zijn. Idolatrie ten top.

Costante lukte reeds op zijn twintigste een eerste voltreffer. In 1913 won hij de Gran Fondo van Milano, de Italiaanse versie van Bordeaux-Paris, eveneens ruim zeshonderd kilometer lang.
Hij werd geboren op 18 maart 1893, daags vòòr St. Jozefsdag, decennialang de geijkte datum van Milano-Sanremo, die hijgergeld zou winnen.  Costante deed dat, net als Eddy Merckx, zeven keer maar zijn eerste succes (één minuut voorspong op Ezio Corlaita) in 1915 werd hem ontnomen omdat hij in Porto Maurizio (onvrijwillig) van het uitgestippelde parcours was afgeweken, waarbij hij geen hoek afsneed maar een lus extra maakte, maar zelfs dat vond geen genade in de ogen van de hardvochtige koersjury.

Door de oorlogsomstandigheden kon Costante pas in 1918 revanche nemen in Sanremo met kleine voorsprong op Gaetano Belloni. Dat succes herhaalde hij (na zelfs de … Spaanse griep te hebben overwonnen) in 1921, 1923, 1925, 1926 en 1928 en tussendoor werd hij nog driemaal tweede en tweemaal derde.
De Giro werd Girardengo's tweede wingebied. Hij won in 1919 (de eerste naoorlogse editie) zeven van de tien ritten en deed over de totale afstand een vol uur minder dan Gaetano Belloni en in weerwil van buitenlandse deelnemers als onder anderen de Zwitser Oscar Egg (de aanstaande werelduurrecordhouder) en de Belg Marcel Buysse
Edoch leek het rondewerk niet aan hem besteed want in de drie volgende edities gaf hij keer op keer op. In 1923 nam hij de draad herop door acht van de tien ritten in de spurt te winnen, waardoor hij in het tijdklassement amper 37" minder telde dan Giovanni Brunero. In de Giro kwam hij globaal uit op dertig dagzeges. Enkel Mario Cipollini (42), Alfredo Binda (41) en Learco Guerra (31) behaalden er nog meer.

Buiten de Italiaanse landsgrenzen stelde Costante Girardengo beduidend minder voor. De Tour (waarin hij meermaals ten val kwam) in 1914 en Paris-Roubaix in 1924 reed hij niet eens uit en daarmee oogstte hij veel kritiek, niet in het minst van Henri Pélissier, de Franse toonaangever tijdens dat in die periode. Girardengo gaf hem lik op stuk tijdens een omnium op de Parijse wielerbaan.
Zijn - naar eigen zeggen - mooiste zege viel hem in 1924 te beurt in de G.P. Wolber, het officieuze wereldkampioenschap met aankomst in Paris. Een kopgroep van twintig overlevers spurtte voor de podiumplaatsen. Er werd een coalitie opgezet tegen Girardengo, die zijn lot in eigen handen nam door al vanop vierhonderd een krachtspurt in te zetten en één luttele banddikte op Henri Pélissier over te houden. De Fransman moest ootmoedig toegeven dat de Italiaan de beste coureur van die periode was.
Ook de Giro di Lombardia werd meermaals (1919, 1921 en 1922) Gira's prooi. Vanzelfsprekend dat hij zich ook in de zesdaagse van Milano liet gelden: hij won in 1927 (+ Alfredo Binda) en in 1928 (+ Pietro Linari).

Tijdens het eerste officiële wereldkampioenschap, op de Nürburgring in 1927, incasseerde hij een dreun van jewelste. Zonder pardon werd hij met zijn leeftijd geconfronteerd en moest hij zijn meerdere erkennen in de negen jaar jongere Alfredo Binda die hem (toch nog tweede) op volle zéven minuten reed.
Nog had Gira niet helemaal begrepen dat zijn tijd van gaan gekomen was. Il Vecchio (de oude) ging door tot zijn 43ste levensjaar in 1936. Hij handhaafde zich in de wielrennerij en werd in 1938 de ploegleider van Gino Bartali. Na de Tweede Wereldoorlog sponsorde hij het team van de aanstormende Rik Van Steenbergen, die Girardengo tot zijn peetvader uitriep. Zijn affiniteit met de eerste campionissimo maakte van Rik I een driekwart Italiaan. Tijdens zijn duel met Fiorenzo Magni voor de Girozege in 1953 mocht hij zich van de tifosi evenveel duwtjes laten welgevallen als de Italianen. Het voerde de Kempenzoon naar een onwaarschijnlijke dichtste ereplaats in het tijdklassement.

Costante Girardengo was een complete coureur voor alle seizoenen en voor alle terreinen. Hij koerste met de benen én met het hoofd. Die vaardigheden kwamen hem ook aardig van pas als Italiaanse bondscoach met als voornaamste verwezenlijking de Tourzege van Gino Bartali in 1938. Hij ontleende ook zijn naam aan een merk van tweewielers in Alessandria.
Costante Girardengo overleed op 9 februari 1978, hij werd net geen vijfentachtig jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten