Toscaanse redding nabij voor 

de wereldkampioenschappen?

Vooral het wereldkampioenschap wil men van een jaartje uitstel redden. De UCI derfde nogal wat inkomsten na het (al of niet definitief) afblazen van de Olympische Spelen in Tokio en ze hadden het (sic) al niet breed. 

 Aigle en Martigny begaven ter elfder ure onder druk van de coronarestricties en van een exodus naar het Midden-Oosten werd gelukkig afgezien, er van uitgaande dat er in Europa alsnog een alternatieve organisator zou opstaan. Dat lijkt de U.C. Pecciolese, de stichting rond de Toscaanse ééndagskoersen, te worden. De Giro della Toscana (Pontedera) en de Coppa Sabatini (Peccioli), waren in een normaal jaar voorzien op 16 respectievelijk 17 september, maar zouden de krachten bundelen om (joepie!) voor àlle categorieën de tijd- en de wegrit te organiseren in de Valdera-regio, gelegen in de Toscaanse provincie Pisa, waar toeristische accomodaties en een selectief parcours de pijlers zijn voor een spraakmakend wielerfeest van een week. 

De UCI voelt zich in eerste instantie aangesproken en zal uiterlijk op 1 september uitsluitsel brengen. Ik zou zeggen: gaan met die banaan maar de instantie kennende zal het ongetwijfeld zwichten indien er alsnog een overstijgend bod wordt uitgerold, zo zitten ze nu éénmaal niet geheel onlogisch in mekaar.

Indien Toscana zijn slag thuishaalt dan benieuwt het mij te weten of ze individuele tijdrit en de mixed team relay wijselijk van plaats zullen wisselen. Ik vrees van nièt omdat het samenvallen van de individuele tijdrit met de slotdag van de Tour Filippo Ganna goed zou uitkomen. Dan zou hij, na helaas Remco Evenepoel, ook geen concurrentie meer hebben van de beste tijdrijders die op dat moment op de Champs Elysées aan het freewheelen zijn. Winnen is evenwel winnen en de afwezigen zijn geklopten.