MERCKX ook magistraal zonder de Tour Veropenbarende MAERTENS en POLLENTIER
1973, het absolute gloriejaar
van het Belgische wielrennen
1973 was cijfermatig hét Belgische wielerjaar bij uitstek met een 440 op 1000, bijna een vierde daarvan werd opgeleverd door Eddy Merckx.
Alle belangrijke voorjaarskoersen kwamen op naam van de dappersten onder de Galliërs met Eddy Merckx (Omloop Het Volk, Gent-Wevelgem, de Amstel Gold Race, Paris-Roubaix en Liège-Bastogne-Liège) als spilfiguur. Hij was vooral in april outstanding en toch slaagde André Dierickx er in om hem La Flèche Wallonne afhandig te maken, Dré won enkele weken later ook de Meisterschaft von Zürich.
Roger De Vlaeminck vervolgde zijn Italiaanse strooptocht. Hij won, na een tweede keer Tirreno-Adriateco, Milano-Sanremo en kreeg van Brooklyn (kauwgom) een blauwe … Ferrari cadeau die hij, als een vergiftigd geschenk, niet lang behield. In de Giro behaalde hij, zonder paarse puntentrui, drie dagzeges. Ook in het najaar (2de in Paris-Tours en 3de in Il Lombardia) gooide hij hoge ogen.
Eric Leman won voor de derde keer in vier jaar de Ronde van Vlaanderen, waarin neoprof Freddy Maertens de beste was maar de beginnersfout beging door de demarrerende Merckx terug te halen, wat hij beter aan de (toen nog) snellere Leman had overgelaten.
Willy In ’t Ven (E3 Harelbeke) en Georges Pintens (Rund um den Henninger Turm Frankfurt) vervolledigden het Belgische absolutisme in de lente van 1973, die allermooist eindigde met de geboorte van mijn dochter Els, op wiens geboortedag Eddy 'uiteraard' (de 10de rit in de Giro) won.
Freddy Maertens was, na de Vuelta a Andalucia, aan zijn tweede rittenkoers toe met de Quatre Jours de Dunkerque. Hij ambieerde een dagzege die hij net niet behaalde. Niettemin stond hij op de middag vòòr de afsluitende tijdrit tweede in de tussenstand met 7” meer dan leider Frans Verbeeck. Er stond meer dan wat op het spel en dus zette Freddy zich schrap, won (!) die tijdrit en onttroonde Frans. Van dan af was hij, behalve sprinter en finisher, ook een geducht tijdrijder.
Op hetzelfde ogenblik als Freddy Maertens in Dunkerque reveleerde Michel Pollentier in Romandië. Omdat Briek Schotte het niet zag in hem, moest Tjelle tot mei wachten om beroepsrenner te worden. Boss Paul Claeys zag daar weinig graten in. Vader Pollentier had in Keiem een garage en verkocht geen Flandria-fietsen zoals vader Maertens wel deed in Lombardsijde. Michel bleef in de wachtkamer maar toen hij in maart en april bij de liefhebbers al zes koersen had gewonnen kon Flandria niet riskeren dat hij voor een ander team koos. Michel liet het in Romandie niet koud worden, hielp zijn kompaan Wilfried David winnen en werd zelf derde. Hij werd twee maanden later voor de leeuwen gegooid in de Tour, waarin hij David nu aan een dagzege hielp en zich aan het hooggebergte te goed deed met een vijfde plaats in Luchon-Pau, de koninginnenrit van de Pyreneeën.
Eddy Merckx liet de Tour voor één keer varen; hij verkoos om eerst de Vuelta (die in het voorjaar werd gereden) en vervolgens de Giro te rijden én te winnen.
De Tour zonder Merckx bracht een demonstratie van Luis Ocana, die al op de achtste dag in Les Orres een beslissende kloof had geslagen. Hij won zes ritten en de tijdsverschillen namen Merckxiaanse proporties aan.
Herman Vanspringel redde in die Tour mee de Belgische meubelen: hij reed door Vlaanderen in het geel, werd zesde in het tijdklassement en bovenal de verrassende winnaar van de groene trui.
Er waren ook de dagzeges van Watney-Maes (in de 12,5 km. ploegentijdrit in Sint-Niklaas), wijlen Eddy Verstraeten, Walter Godefroot (2), Lucien Van Impe en Wilfried David.
Dan was er het geruchtmakende wereldkampioenschap in Barcelona/Montjuich, waar Freddy Maertens en Eddy Merckx wat koren op de (Campagnolo-)molen van Felice Gimondi was. Het duurde jaren eer dit uitgepraat werd maar andere opportuniteiten hebben van Freddy en Eddy dikke vrienden gemaakt.
Rik Van Linden won voor de tweede keer op een rij Paris-Tours na een koninklijke spurt waarin hij Roger De Vlaeminck, Frans Verbeeck, Eric Leman, … in die orde achter zich liet. Merckx behaalde zijn beste uitslag (zesde) in de enige klassieker die hij nooit zou winnen.
Eddy Merckx sloot zijn wonderbaarlijk seizoen af met zijn enige G.P. des Nations (het WK tijdrijden avant-la-lettre) met bijna drie minuten voorsprong op Luis Ocana en Joop Zoetemelk en meer dan vier minuten op Bernard Thévenet. Een week later rondde hij een hattrick in de Giro di Lombardia na een ware demonstratie vanaf de steile klim van Schignano waar ook zijn laatste aanklamper, Roger De Vlaeminck, hem niet meer kon volgen. Eddy begon aan een solo van zestig kilometer die hem ruim vier minuten eerder dan een dozijn anderen in Como bracht. Die overwinning werd hem naderhand ontnomen omdat de medische controle sporen van Mucantyl (een hoestsiroopje) aantrof.
De andere wedstrijden die nu meetellen voor de World Tour:
• Paris-Nice werd voor de tweede keer op een rij verrassend gewonnen door de 37-jarige Raymond Poulidor die op de afsluitende Col d’Eze ruim een halve minuut terugnam op de leidende Eddy Merckx;
• Domingo Perurena (Volta a Catalunya) en Luis Ocana (Al Pais Vasco) waren sant in eigen land;
Spanje was goed aan zet in de korte(re) rittenkoersen want Jose Manuel Fuente haalde het met overwicht in de Tour de Suisse. Hij was zowat de enige die met zijn landgenoot Luis Ocana een beetje gelijke tred kon houden in het hooggebergte van de Tour.
Spanje was in 1973 trouwens na België het sterkst prestérende land. Frankrijk (aangevoerd door Bernard Thévenet) en Italië (Felice Gimondi) volgden op respectabele afstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten