woensdag 11 november 2020

Ook dit was het 

sprankelend 2020

 

Volgens procyclingstats.com, dat alle resultaten tot in de kleinste details in kaart brengt, was:

• Wout Van Aert de meest succesvolle in de ééndagskoersen vòòr Julian Alaphilippe, Mathieu van der Poel, Marc Hirschi en Jakob Fuglsang

• Sam Bennett de meest succesvolle sprinter, vòòr Pascal Ackermann, Arnaud Démare, Caleb Ewan en Peter Sagan;

• Filippo Ganna de meest succesvolle tijdrijder vòòr Rohan Dennis, Victor Campenaerts, Stefan Küng en Josef Cerny (ook dagwinnaar in de Vuelta);

• Primoz Roglic behalve de beste klassementsrenner ook de meest succesvolle klimmer vòòr Tadej Pogacar, Richard Carapaz, Guillaume Martin en Wilco Kelderman;

… waarbij dient opgemerkt: de meest succesvolle = niet per definitie de beste.


Volgens cqranking.com telt Pello Bilbao het meeste aantal koersdagen (71) vòòr Sam Bennett en Michael Morkov (69). Dat zijn er, in een gereduceerd coronajaar, bijzonder veel. Ter vergelijking: Luis Leon Sanchez kwam in 2019 uit op 94 dagen, één meer dan Thomas De Gendt.

 

Maxim Walscheid legde het hoogste aantal competitiekilometer (15.011) af vòòr Jasper Stuyven (14.542), Edward Theuns (14.117) en Tom Van Asbroeck (14.143). Luis Leon Sanchez was in 2019 de vlijtigste met ‘slechts’ 14.793 km.


Arnaud Démare, die juist inschatte dat hij meer te zoeken had in de Giro (vier dagzeges!) dan in de Tour, is de internationale zegekoning met 14 overwinningen, twee meer dan Primoz Roglic.

Deceuninck-Quick.Step was met 40 overwinningen het meest succesvolle team en Italië met 48 de vaakst winnende natie.

 

Deze prestaties dwarrelden misschien tussen de plooien van de vergetelheid:

• de dagzege en de dichtste ereplaats in Paris-Nice van Tiesj Benoot, die zich ook onderscheidde in drie monumentale klassiekers: Milano-Sanremo (20ste), Liège-Bastogne-Liège (8ste) en de Ronde van Vlaanderen (10de); 

• de ongebreidelde maar onbeloonde aanvalslust van Thomas De Gendt, opgelijst met ereplaatsen in de tijdrit(ten) van Paris-Nice en de Giro;

• de negende plaats van Ben Hermans in de Giro di Lombardia;

• de opmars van de jonge Vlamingen: Steff Cras, Stan Dewulf, Kobe Goossens, Harm Vanhoucke en Florian Vermeersch (zowaar vier van Lotto-Soudal, die venwel Stan onbegrijpelijk liet ontglippen); 

• … en van de minder jonge (26-jarige) Loïc Vliegen (goed aan zet in de Strade Bianche, winnaar van de Tour du Doubs en geselecteerd voor het WK).

En wie herinnert zich nog dat ook Maximilian Schachmann (Paris-Nice), Daniele Felipe Martinez (Critérium du Dauphiné) en Simon Yates (Tirreno-Adriatico) een topkoers wonnen?

Last but not least was er de volgehouden liefde voor de koers van de bijna 36-jarige Vincenzo Nibali, die in zijn negende Giro volhardde voor een zevende plaats zoals de ruim 40-jarige Alejandro Valverde in zijn zeventiende (!) Vuelta deed voor de tiende plaats. Beiden doen er in 2021 overigens zowaar nog een jaartje bij in hun huidig team, Trek-Segafredo respectievelijk Movistar.


Als je dat vergelijkt met het engagement van de slechts 30-jarige Peter Sagan, de beste (over)betaalde van het huidige peloton die er nog een fortuintje bovenop kreeg voor zijn eerste deelname aan de Giro, waarvoor hij bedankte met een dagzege in Tortoreto. Die werd in superlatieven bejubeld maar dat zou niet nodig geweest zijn indien men op hem had gejaagd zoals ’s anderendaags op Sander Armée.

Zeker in verhouding tot zijn excessieve verloning was Peter Sagan (zelfs al werd hij nog vierde in Milano-Sanremo) in 2020 een grote tegenvaller zoals ook Romain Bardet, Egan Bernal, Emanuel Buchmann, Philippe Gilbert, Bauke Mollema, Nils Politt, Nairo Quintana, Mike Teunissen, Geraint Thomas, Elia Viviani, …


Ik claim speciale aandacht voor Benoît Cosnefroy, die als niet-klimmer zijn limieten verlegde op de cols van de Tour, waarmee hij zich verbreedde als coureur om de eerstvolgende jaren uit te groeien tot een allrounder in de mooiste ééndagskoersen. Hij werd trouwens al tweede (na Marc Hirschi) in La Flèche Wallonne en (na Casper Pedersen) in Paris-Tours. 

Casper Pedersen, daar noem je mij iemand, een zoveelste discipel van young Danish dynamite na Sören Kragh Andersen (tweevoudig dagwinnaar in de Tour en winnaar van de tijdrit der BinckBank Tour), Kasper Asgreen (imponerend winnaar van Kuurne-Brussel-Kuurne), Mikkel Frölich Honoré (modelhelper bij Deceuninck-Quick.Step), Mads Pedersen (de zuinige winnaar van Gent-Wevelgem) en Jonas Vingegaard (modelhelper bij Jumbo-Visma).  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten