zaterdag 24 juli 2021

Van het Olympisch wielrennen werden 

de mooiste disciplines afgevoerd

 

Behalve de weg- en de tijdrit voor mannen en vrouwen zijn er voor de beide seksen vanaf 24 juli ook de BMX-race & -freestyle, het mountainbiken en de baanwedstrijden: keirin, de Olympische sprint, het omnium, de madison, de teamsprint en de ploegenachtervolging.

Ach, de Olympische wielerspelen: ze raakten mij wel zolang ze op een amateuristische leest geschoeid waren. 

André Noyelle in Helsinki 1952 vernam ik via de overlevering. Van Ercole Baldini in Melbourne 1956 herinner ik mij al wat meer en bovenal van de bronzen medaille van het verkwanseld talent Willy Vanden Berghen in Rome 1960 en van Walter Godefroot in Tokio 1964. Die van Axel Merckx in Athene 2004 leek mij al surrealistischer, zo ook het goud van Greg Van Avermaet in Rio 2016, net als het zilver van Wout Van Aert gisteren in Tokio.

Andere beklijvende momenten waren de kilometer van Patrick Sercu in Tokio 1964 en de puntenrit van Roger Ilegems in Los Angeles 1984.

Jammer maar helaas en totaal onbegrijpelijk dat de (naar mijn gevoelen) mooiste disciplines afgevoerd werden: de kilometer met staande start (na 2004), de individuele achtervolging (na 2008) en de ploegentijdrit (na 1992). De individuele tijdrit kwam er (vanaf 1996) gelukkig bij.

Vooral het afvoeren van de 100 km. ploegentijdrit is een miscast van jewelste. Nederland won die tweemaal op een rij: in 1964 met (de amper 18-jarige = roofbouw!) Evert Dolman, Gerben Karstens, Johan Pieterse en Bart Zoet en in 1968 met Fedor den Hertog, Jan Krekels, René Pijnen en Joop Zoetemelk.

Vlaanderen dacht dat het in München 1972 aan de beurt was maar Ludo Delcroix, Staf Hermans, Staf Van Cauter en Louis Verreydt strandden op 21” van het podium waarvan het Nederlandse kwartet (Fedor den Hertog, Hennie Kuiper, Cees Priem en Aad van den Hoek) werd verbannen omdat laatstgenoemde door de mand viel bij de medische controle. Drie van de vier genoemde Vlamingen (met Ludo Vander Linden in de plaats van Ludo Delcroix) waren het jaar voordien in Mendrisio wereldkampioen geworden. Ook zij werden in verband gebracht met (onbestraft) dopinggebruik, ook al omdat Louis Verreydt (al op zijn 27ste) en Ludo Vander Linden (op zijn 32ste) op jonge leeftijd stierven en de anderen vrij snel opgebrand. Patrick Corneillie pakt dienaangaande in zijn wondermooi boek ‘WK Wielrennen’ met enkele schokkende confidenties.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten