12 juni een onvergetelijke datum uit de geschiedenis van de Giro
12 juni is één van de meest memorabele data uit de 96-jarige historica van de Giro d'Italia.
Zo werd Fausto Coppi die dag in 1949 de allereerste coureur die de Giro én de Tour in hetzelfde jaar won. Zijn meesterschap stak de ogen uit. De vijf jaar oudere Gino Bartali was telkens zijn voornaamste belager (?): over de 4.087 km. van de Giro deed hij 23'47" meer, over de 4.819 km. van de Tour 10'55" meer.
Vijf dagen vòòr zijn 23ste verjaardag won Eddy Merckx in 1968 zijn eerste Giro. De basis voor die eindzege werd gelegd in de heroïsche sneeuwrit over de Tre Cimedi Lavaredo, waarin hij zijn concurrenten le coup fatal toediende. Vito Adorni, zijn eerste luitenant die enkele maanden in Imola met bijna tien minuten voorsprong wereldkampioen mocht worden, werd tweede op vijf minuten en Felice Gimondi derde op ruim negen minuten. Merckx installeerde die dag een hegemonie in de grote ronden die hij gedurende zes jaar onklopbaar zou volhouden.
12 juni bracht voor Johan De Muynck een nachtmerrie, die je zelfs je ergste vijand niet zou toewensen. In 1976 én 1978 had hij de Giro moeten gewonnen hebben. In 1976 werd hij door zijn Brooklyn-ploeggenoten Roger De Vlaeminck en Ronald Dewitte verweesd achtergelaten. Ook de ploegleiding bleek spoorloos toen Johan aan de beslissende tijdrit moest beginnen. Tenslotte werd TV-commentator Fred De Bruyne opgetrommeld om achter het stuur van de volgwagen plaats te nemen. Ondanks zoveel anti-omstandigheden verloor Johan die Giro met amper negentien seconden van Felice Gimondi. Die laatste werd twee jaar later zijn rechterhand om dat grove onrecht ongedaan te maken. Uit schuldgevoel? Neen, beiden maakten deel uit van Bianchi en omdat de bijna 36-jarige Gimondi zelf niet meer in staat was om te winnen van Gibi Baronchelli en Francesco Moser koos hij de kant van zijn Meetjeslandse frère-ennemi.
Tussendoor had Michel Pollentier op 12 juni 1977 ophef gemaakt. Het plan was dat Freddy Maertens na de Vuelta a Espana ook de Giro d'Italia op zijn palmares zou bijschrijven. Dat zou evenwel heikel zijn geweest. Hij had weliswaar zeven van de eerste elf ritten gewonnen maar op Spoleto Monteluco (aankomst bergop) had hij de rol moeten lossen en de roze leiderstrui aan Francesco Moser doorgeven. Michel Pollentier moest van Lomme Driessens bij Freddy blijven zodat hij dezelfde kostbare achterstand (57") opliep. In de korte namiddagrit op de autodroom van Mugello drie dagen later leek Freddy op weg naar een achtste dagzege tot hij en Rik Van Linden fataal in mekaar haakten. Freddy kon met een kapotte pols, die hem nog jaren parten zou spelen, niet meer verder. De nog niet ongunstig geklasseerde Michel Pollentier werd opgedragen om zijn leidersrol over te nemen. Dat deed hij zoveel bravoure dat de Italianen, die een fortuin veil hadden om hem vrijwillige troonafstand te doen nemen, hem nauwelijks in verlegenheid konden brengen. Michel mocht op het eindpodium neerkijken op Francesco Moser (+2'32") en Gibi Baronchelli (+4'02"). Twaalf dagen later won Tjelle ook de Tour de Suisse en aansluitend daarop werd hij in Yvoir een eerste keer kampioen van België.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten