53 jaar geleden ...
Rik Van Looy vierde in de Giro
vier weken na derde in de Vuelta
Vandaag is het exact 53 jaar geleden dat Rik Van Looy vierde werd in de Giro, geen volle maand nadat hij derde werd in de Vuelta. Beide hoogstandjes werden gelardeerd met vier dagzeges waarbij telkens een overwinning in de openingsrit die hem derhalve ook la maglia rosa respectievelijk de amarillotrui opleverde. In die dagen leefde de natte droom op dat hij op korte termijn ook de Tour kon winnen. Dat was veel te hoog gegrepen, daarvoor was de kloekgebouwde Rik te gelimiteerd als klimmer en als tijdrijder.
Rik besefte ook zelf wel dat dit een illusie was. Daarom stelde hij zijn debuut in de Tour graag uit tot 1962, wanneer de merkenploegen hun intrede deden ten kosten van de nationale teams. Van Looy reed elke rit als een klassieker tot meerdere eer, glorie en vooral populariteit van zichzelf maar ook met de bedoeling om de notoire klimmers en vooral Jacques Anquetil af te matten zodat zij op hun terrein niet helemaal uitgerust hun ding konden doen. Dat moest dan in de kaart spelen van Van Looy's eerste luitenant en de betere klimmer, Jef Planckaert, die zijn beste jaar reed en in de lente Liège-Bastogne-Liège had gewonnen. Van Looy hield zijn raid vol tot hij in de eerste Pyreneeënrit door een onverhoedse motard omver werd gereden en tot opgave gedwongen. Misschien kwam dat hem enigszins goed uit dat hij zijn beperkt vermogen in het hooggebergte, en inzonderheid in de Pyreneeën, kon maskeren. De illusie "Van Looy wint ooit de Tour" bleef een jaartje langer overeind. Rik keerde in 1963 terug maar was reeds na de eerste Pyreneeënrit, van Pau naar Bagnères-de-Bigorre waarin hij 62ste werd op ruim dertien minuten, voor het eindpodium uitgeteld. In de Alpen verging het hem zoveel beter en in de koninginnenrit van Val d'Isère naar Chamonix werd hij (+18") zowaar derde na Jacques Anquetil en Federico Bahamontes. Zijn vier dagzeges (met het Parc des Princes als orgelpunt) en zijn groene trui van de puntenstand maakten veel goed. In het tijdklassement bleef hij steken op een nog altijd behoorlijke tiende plaats.
Zijn strafste stoot haalde de keizer van Herentals uit in de Giro van 1960, waarin hij na het behalen van drie dagzeges elfde werd in het tijdklassement en zowaar als winnaar van de bergprijs werd gehuldigd. Van Looy koos de voorlaatste etappe van Trento naar Bormio uit om een marathonaanval op te zetten. Morgen is het 52 jaar geleden dat hij op de Molina di Ledro (655 m), de Campo Carlo Magno (1682 m) en de Passo Tonale (1883 m) als eerste boven kwam. Dat leverde voldoende punten op voor de eindzege in de bergprijs. Op de slotklim, de gevreesde Passo di Gavia (2621 m), werd hij nog door tien renners achterhaald en overstoken. Aan dagwinnaar Charly Gaul gaf hij nog bijna zeven minuten toe en in het klassement boette Van Looy (uiteindelijk elfde) enkele plaatsen in maar het kon hem niet schelen want hij won liever de bergprijs dan tweede te worden in de eindstand. Jacques Anquetil won zijn eerste Giro, Jos Hoevenaers werd eerste Belg op de vijfde plaats.
Maar wij hadden het hier dus over Rik Van Looy in 1959, zijn absolute bestjaar. Voorafgaand aan zijn exploten in de Vuelta en de Giro had hij vooral de Ronde van Vlaanderen gewonnen en was hij vierde geëindigd in Paris-Roubaix. In het najaar won hij Paris-Tours en de Giro di Lombardia. In die laatste, volgens mij de allermooiste klassieker, haalde hij het in de spurt van Willy Vannitsen en Miguel Poblet of identiek hetzelfde podium als dat van de openingsrit der Giro, van Milano naar Salsomaggiore Terme.
Met het winnen van de Giro di Lombardia in 1959 en anderhalf jaar later Liège-Bastogne-Liège in combinatie met zijn strooptochten in de grote ronden oversteeg de keizer van Herentals de notoire sterren van de klassiekers als bijvoorbeeld Tom Boonen, al had die zich in het toenmalige tijdvak misschien ook niet uitsluitend gefocust op "zijn" klassiekers. Roger De Vlaeminck stak Rik Van Looy naar de kroon. Indien Roger hetzelfde doorzettingsvermogen en identieke ijzeren wil als Rik had gehad, dan had hij de Giro minstens één keer op zijn palmares bijgeschreven.
Voor Rik Van Looy was 1959 het absolute bestjaar. Het gebeurde wel vaker dat een jaartal, eindigend op een negen, door een groot kampioen gemonopoliseerd werd: het viel Fausto Coppi te beurt in 1949, Eddy Merckx in 1969, Giuseppe Saronni in 1979. En o wat had ik daar graag Frank Vandenbroucke in 1999 aan toegevoegd maar zijn twijfelachtig wonderjaar werd ook het begin van het dramatische einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten