Hugo Koblet (Zürich, 21 maart 1925) was een fenomenaal Zwitsers wielerkampioen. Tijdens de vroege jaren vijftig bouwde hij een weergaloos palmares uit. Zo won hij in 1950 de eerste Giro waaraan hij deelnam. Hij was bovendien de eerste niet-Italiaan die dat - ondanks de aanwezigheid van Gino Bartali, Fausto Coppi en Fiorenzo Magni - voor mekaar kreeg. Enkele weken later won hij ook de Tour de Suisse. Ook zijn eerste Tour in 1951 werd, na het behalen van vijf spraakmakende dagzeges, zijn prooi. Op de elfde dag rondde hij, tussen Brive en Agen, een solo van 140 km. af. Hij bereikte de finish met 2'35" voorsprong op een uitgedund peloton. Hij won ook de twee tijdritten, 85 respectievelijk 95 km. lang. Men putte zich uit in superlatieven om zijn grootmeesterschap te beschrijven. Vanaf 1952 had hij het beste reeds gehad. In de Giro bleef hij, zonder dagzege, op de achtste plaats steken en voor de Tour gaf hij verstek. Die zou hij zelfs nooit meer uitrijden. In 1953 en 1954 gaf hij roemloos op nadat hij in de Giro telkens tweede was geworden. Dat hij daar in 1953 met anderhalve minuut geklopt werd door Fausto Coppi, dat kon hij nog best hebben, maar dat hij het jaar daarop een halfuur werd weggereden door het one hit wonder Carlo Clerici, dat deed hem begrijpen dat zijn dagen als dominante klassementsrenner geteld waren. Hij moest zich vergenoegen met een tweede en een derde eindzege (1953 en 1955) in de ronde van eigen land.
Ook als ééndagscoureur verdiende Koblet zijn strepen. In zijn topjaar 1951 won hij ook de G.P. des Nations, het wereldkampioenschap tijdrijden avant-la-lettre. Over de 140 km. (!) deed hij ruim honderd seconden minder dan Fausto Coppi. En in 1955 werd hij tussen Louison Bobet en Rik Van Steenbergen tweede in de Ronde van Vlaanderen.
Van het wereldkampioenschap achtervolging maakte hij een groot doel. In 1947 was hij daarin op zijn 22ste reeds derde geworden na Fausto Coppi en Antonio Bevilacqua. Dat wilde Koblet in zijn bestjaar 1951 rechtzetten maar le beau Hugo moest het hoofd buigen voor de inmiddels 33-jarige Bevilacqua, die er drie jaar later niet meer bij was maar dit keer was het de slechts 23-jarige Guido Messina, die Koblet er met twee tienden van een seconde onder hield en die deze regenboogtrui drie keer op rij zou veroveren.
Hugo Koblet kon zich almaar minder opladen voor nederlagen. Hij zocht soelaas in de Vuelta maar meer dan een dagzege leverde dat niet op. Hij sloot meteen de boeken. Deze onvermijdelijke wending in zijn leven kon hij niet aan. Zijn huwelijk met zijn schoonheidskoningin Sonja liep op de klippen. Zij was enkel maar geïnteresseerd in de wielerkampioen Koblet nièt in de mens Hugo. Dat kwam ook door zijn oppervlakkigheid want behalve van wielrennen was hij erg kort van stof. Hij had immers geen enkele kwalificatie. Zelfs als ploegleider schoot hij tekort. Hugo Koblet voelde zich almaar meer een loser. Net als tien jaar eerder als coureur kon hij dat ook als mens niet hebben. En op 2 november 1964 hield hij de (on)eer aan zichzelf. Met zijn hagelwitte Alfa Romeo "miste" hij, net buiten Uster, een flauwe bocht. Van enig remspoor was er geen sprake zodat men er wel moest van uitgaan dat Hugo uit het leven was gestapt. Het intrieste einde van iemand die van moeder natuur alles had gekregen om ook op rijpere leeftijd heel mooie dagen te beléven maar die integendeel door de lange leegte bevangen werd.
Wat brengt mij vandaag bij Hugo Koblet? Ik ken in Vlaanderen zeker een dozijn kleine "Kobletjes" met een beslagleggend "Sonjaatje" in hun kielzog. Het lijkt wel een nieuw maatschappelijk fenomeen dat ze voor die situatie alles veil hebben. Sommigen gaan daarin zelfs zo ver dat ze het vertrouwde nest verlaten en hun familie gebroken achterlaten om het zogezegde volle leven te savoureren. Misschien zien die (meestal maar niet altijd bloedmooie) bakvisjes in hun jong vriendje de uiteindelijke opvolger van Hugo Koblet of van een andere kampioen. Deze argeloze tieners worden verblind door die ongekende aandacht en verwend door de plots beschikbare verboden vrucht die ook hun studies aantast. Maar ach wat, ze zullen toch coureur worden?! Hoeveel duizenden hebben dat in de loop der tijden vòòr hen gedacht vooraleer ze door de feiten brutaal in het ongelijk werden gesteld? Overigens: niemand is de jongste jaren als coureur doorgebroken zonder dat hij zijn studies afmaakte. Op korte termijn gaan ook deze nieuwe dagdromers op hun bek en vraag is of ze nog bekomen van hun spelletje Russische roulette. Kunnen, durven of mogen ze met hangende pootjes nog op het oude nest terugkeren? Ik hoop het voor hen, anders degraderen zij tot "chiens perdus sans collier" want in een gewone gedaante zullen ze niet meer welkom zijn op de plek waar ze nu worden verafgood. Hun magnetisch veld is uitgevallen. Niet om hun persoon maar wel om hun toegedicht talent was het hen te doen en dus kunnen ze opkrassen. Hun dochter verdient immers een betere partij dan een mislukte coureur die bovendien als student faalde.
In de plaats van hen die zich in dit verhaal aangesproken voelen zou ik dus weten wat mij te doen stond: terugschakelen, de juiste keuzes maken en prioriteiten stellen na overleg met verwanten die ècht én dùùrzaam van hen houden. Dit is geen stille maar een luide wenk!
Ik zou ze niet graag te eten geven zij daar niet op ingingen en nu onomkeerbaar in de rats zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten