NEDERLAND arm aan koersen,
rijk aan coureurs en ... sponsors !
TELEVIZIER legde de basis
Halfweg de vorige eeuw was Nederland op wielergebied een ontwikkelingsland. Zelfs een wereldtitel in Reims 1947 bracht daar niet meteen verandering in. Theo Middelkamp, de eerste poulain van Lomme Driessens, won het beklijvend duel van de kermiscoureurs van Albert (vader van Patrick) Sercu.
Vergis u evenwel niet: Middelkamp was een gereformeerde ... klimmer, die de focus verlegde omdat de Tour van 1940 tot en met 1946 geen doorgang vond. Theo moest dus een ander wingebied zoeken: de Vlaamse kermiskoersen die spijts de wereldbrand welig tierden. Hij werd wegkampioen van Nederland in 1943 en 1945.
Op quatorze juillet 1936 had hij in zijn eerste Tour (23ste) de koninginnenrit van de Alpen tussen Aix-les-Bains en Grenoble met onderweg de Galibier gewonnen. In 1938 (43ste) won hij de voornaamste Pyreneeënrit van Bayonne naar Pau. Maar met één en ander verdiende hij aanzienlijk minder dan in de Vlaamse kermiskoersen.
Gerrit Schulte, een tijdgenoot van Theo Middelkamp, focuste zich vooral op de kampioenschappen: tussen 1940 en 1951 negen keer Nederlands kampioen achtervolging en viermaal (1944, 1948, 1950 en 1953) op de weg. In de klassiekers haalde hij geen top tien maar wel driemaal de top vijf in het wereldkampioenschap. Hij reed ook 73 zesdaagsen, waarvan hij er 19 won alsook 17 x tweede en 14 x derde in werd.
Je mag Middelkamp en Schulte aanzien als de pioniers van het naoorlogse Nederlands wielrennen. Ze kregen navolging van Jan Nolten (twee jaar naéén 'n dagzege in de Tour) en van Piet Damen (winnaar der Vredeskoers in 1958 en aansluitend elfde in de Tour).
In de vroege jaren vijftig droegen ook Wim van Est (winst in de Ronde van Vlaanderen 1953, waarna een dagzege én in de Giro én in de Tour) en Wout Wagtmans (derde in Paris-Roubaix 1953 waarna twee dagzeges en de vijfde eindplaats in de Tour) aardig bij tot de Nederlandse voetafdruk op de West-Europese wielerkaart.
Dat inspireerde Televizier (een wekelijkse televisiegids) om acht renners te sponsoren bij hun deelname aan de Ronde van Nederland in 1961. Dat gebeurde onder leiding van Klaas Buchly, die in Londen 1948 met Tinus van Gelder vijfde werd in de Olympische tandemsprint. Het deed naar meer smaken en in 1964 nam Televizier zowaar deel aan de Tour met Kees Pellenaars (wereldkampioen amateurs in Leipzig 1934) met elf Nederlanders, van wie Henk Nijdam in Besançon de zesde rit won. De trein was vertrokken en hij denderde voort tot eind 1967.
Televizier oversteeg ruim de kleine(re) sponsors (Locomotief-Vredestein 1960-1961, Caballero 1967-1970, Goudsmit Hoff 1971-1972, Frisol 1974-1977, HB Alarmsystemen 1980-1981, Elro Snacks 1982-1983, …)
Enkel Willem II (dat Peter Post en Rik Van Looy uitgeleide deed, met Harm Ottenbros een wereldkampioen begroette en Rinus Wagtmans lanceerde) kwam voor het predikaat ‘opvolger van Televizier’ in aanmerking, al koersten de meeste Nederlandse sterren weer in buitenlandse loondienst tot Peter Post er vanaf 1974 met TI-Raleigh zijn schouders onder zette. Toen de Britse rijwielengigant er na 1983 overvoldaan een punt achter zette, nam Panasonic naadloos over en de successen werden onverstoord voortgezet tot en met 1992, waarna Post zijn greep geleidelijk moest lossen maar dat ging niet ten koste van de Nederlandse welvaart met renners én sponsors.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten