dinsdag 15 december 2020

 Veel kaf tussen het koren én … patchwork

Belgische sponsoring: velen voelden zich geroepen, slechts 

een minderheid was solvabel 

 

In de voorbije zestig wielerjaren zijn nogal wat sponsors de revue gepasseerd en het waren lang niet allemaal Nationale Loterijen of Quick Steps om maar die als referentie te hanteren. 

Het waren inderdaad àndere tijden waarin de coureur eerder een onderbetaalde dwangarbeider was dan een goed verloonde ambassadeur voor zijn sponsor. Toendertijd waren de coureurs meer aangewezen op het prijzengeld van de vele kermiskoersen (soms drie per dag) en de criteriums (voor de happy few). Maand- of ander handgeld waren tot op het laatst van vorige eeuw meer uitzondering dan regel. Coureurs hadden beter geen al te strak financieel plan, anders mocht hun partner meer dan bijspringen.

Nu zijn de profwaardige coureurs veel beter af met inkomstengaranties en de meesten onder hen hebben zich voor een langere termijn ingedekt met een gekwalificeerde vaardigheid, een bachelor of een master. Het huidige peloton is overwegend een keurkorps!

 

De sponsors die er vanaf 1960 (minstens drie jaar) echt toe deden:

Boule d’Or (1979-1983), Carlos (1975-1979), Collstrop (1992-2003), Daf (1979-1982), Europ Decor (1982-1984), Fangio (1983-1986), Flandria (1957-1979), Goldor (1967-1972), Groene Leeuw (1945-1969), Hertekamp (1969-1973), Histor-Sigma (1987-1991), Hitachi (1985-1989), Ijsboerke (1972-1980), Landbouwkrediet (2002-2010), Libertas (1963-1966), Maes (1973-1977), Mann (1960-1970), Marc Zeepcentrale (1977-1980 / 1984-1987), Palmans (1994-2010), Roland (1986-1988), Roméo (1964-1967), Safir (1978-1985), S.E.F.B. (1987-1991), Solo (1961-1966), Splendor (1975-1984), Verandalux Dries (1984-1986), Vermeer-Thijs (1980-1982), Vlaanderen (1994-2021), Wiel’s (1960-1966), Watney (1970-1975), …..

 

Er zaten opmerkelijke stichtingen tussen zoals Carlos, dat met Dirk Baert (de wereldkampioen achtervolging van 1971) een exponent in huis had die meermaals het voorspel van de Ronde van Vlaanderen langdurig inkleurde.

Hertekamp belandde tijdens het najaar van 1971 in de zevende hemel toen hun kakelverse neoprof Rik Van Linden meteen Paris-Tours won. 

De fantasierijkste was ene François Lambert die eind de jaren tachtig zonder vel op zijn buik en met All Drive Renting (= een doos van Pandora) een wereldploeg in het leven riep die in 1988 de Ronde van Vlaanderen (Eddy Planckaert) en Paris-Roubaix (Dirk Demol) won en in 1989 de Tour de France en het wereldkampioenschap (Greg LeMond) en bovenal José De Cauwer als brein.

Jacky Aernoudt ging François Lambert vijf jaar eerder als fantast voor maar hij werd sneller teruggefloten. 

Marc De Windt was, geruggesteund door … Patrick Lefevere, veel consistenter en boekte eerst als hoofdsponsor (1978-1980) en daarna (1984-1987) als consponsor weergaloze successen. Zou er één van zijn coureurs niet gekregen hebben wat hem was toegezegd?

Solo (een Belgisch merk van margarine) maakte in de vroege jaren ophef door met Van Steenbergen als toenaam een wielerploeg in het leven te roepen met in 1965 behalve Rik I ook Eddy Merckx, Patrick Sercu en Rik Van Looy als coryfeeën.

S.E.F.B. was kort maar krachtig aanwezig als de lanceerbasis van vooral Johan Bruyneel en het had met Danny De Bie in 1989 de wereldkampioen veldrijden in huis. 

Vlaanderen is op weg naar zijn 30ste bestaansverjaardag (in 2023) en vormde al die tijd een lange sliert aanstormde talenten om tot volwaardige elementen voor de Pro - en de World Tour.  Die smeltkroes is de jongste jaren wat opgedroogd omdat de World Tour Teams zelf de nieuwe talenten (soms al van bij de junioren) opsporen om de concurrentie te vlug af te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten