maandag 4 april 2022

Hoe had WOUT zich tot deze kwikzilveren twee verhouden?

 

Jammer dat MATHIEU zich niet waagt op het terrein van TADEJ


“Mathieu van der Poel zit nog fris, dat belooft voor de Amstel en Roubaix”, kopt HNB om luisteraars te lokken voor zijn podcast.

Wat een domme quote is me dat: natuurlijk zit hij nog fris, hij heeft amper acht koersdagen op de teller, Tadej Pogačar heeft er achttien.

De komende maanden zullen de twee, wat dat betreft, in balans komen. Mathieu rijdt in april enkel nog de Amstel Gold Race en Paris-Roubaix waarna hij kiest daarna voor én de Giro én de Tour. Tadej houdt het bij het Waals tweeluik, waarna hij in de aanloop naar de Tour enkel nog sant in eigen Slovenia wenst te zijn. Tijdens de nazomer zou hij ook zijn opwachting maken in de Vuelta, waarin hij in 2019 na drie dagzeges op de derde eindplaats uitkwam.

Bij Mathieu zal deelnemen (en dagzeges behalen) aan en in de twee grote ronden essentiëler zijn dan uitrijden en een goed klassement nastreven. Dat laatste is niet aan Mathieu besteed, hij is te briljant om ook nog regelmatig te zijn. In de Tour zal zelfs de groene trui geen issue zijn voor hem.

Tadej Pogačar en Mathieu van der Poel zijn de absolute sterkhouders van het seizoen totnogtoe. Wout Van Aert had de derde eend (lees: goudfazant) in die bijt kunnen zijn. Vooral gisteren had ik graag geweten hoe hij zich tot de twee anderen verhield. Dat zullen we dit jaar niet gauw meer vernemen. In de niet representatieve Milano-Sanremo was Mathieu (derde) in de uitslag de beste van de drie: Tadej werd op de via Roma vijfde, Wout achtste. Jammer dat Mathieu wegblijft uit Liège-Bastogne-Liège.

Hopelijk is Wout reeds in Roubaix terug van weggeweest. Laat de bemoeizieke Marc Van Ranst hem maar orakelen dat het beter is om volledig uit te zieken. Wout is omringd door serieuze medici, die hem niet zullen toestaan om zichzelf in gevaar te brengen. Een uitgeruste en extra gemotiveerde Wout zou tot (nòg) méér in staat zijn. Misschien biedt de switch van zijn kalender Wout eventueel de mogelijkheid om een eerste keer Liège-Bastogne-Liège aan te snijden, de klassieker waarin hij Tadej Pogačar partij kan geven zoals Mathieu van der Poel deed in de Ronde van Vlaanderen.

Wat betreft zijn aanwezigheid als klassementsrenner in de rittenkoersen situeert Van Aert zich tussen Pogačar en van der Poel. Hij liet het, in weerwil van hand- en spandiensten aan Primož Roglič niet zomaar lopen in het hooggebergte. Zonder er initieel naar te streven werd Wout in de Tour 20ste in 2020 en 19de in die van 2021. Dat lijkt dit jaar toch veranderd. In de jongste Paris-Nice liet Wout het wel lopen in tegenstelling tot Tirreno-Adriatico 2021, waarin hij tweede werd na Tadej Pogačar. Wout zou à la Sean Kelly, Laurent Jalabert en Julian Alaphilippe in de top vijf kunnen eindigen maar waarom zou hij met een kansrijkere kompaan als Primož Roglič, die hem toelaat voluit te mikken op dagzeges (waarvan hij er al zes behaalde) en op groene truien, die voor iemand van zijn exceptioneel niveau géén méérwaarde bieden en niet meer dan een hebbeding zouden zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten