Hoe ver geraakt Joaquin Rodriguez?
Het was een aangekondigde kroniek dat Joaquin Rodriguez in Assisi, twee dagen na zijn 33ste verjaardag, zijn eerste roze trui zou veroveren. Dat hij het combineerde met de dagzege gaf er nòg meer glans aan. Deze stand van zaken zal hem nog niet meteen doen geloven in de eindzege. Rodriguez en een klassement vasthouden is geen goede combinatie. Daar is vooral zijn onvermogen in het tijdrijden verantwoordelijk voor. Zijn overstap naar Kastusha na 2009 heeft daar weinig aan veranderd. Zo moest hij op de tijdrit voorlaatste dag van de Tour 2010 een zevende plaats in de tussenstand verdedigen, hij werd 154ste op ruim tien (!) minuten van Fabian Cancellara. Een kleine twee maanden later in de Vuelta was het nòg erger van dat. Hij begon als drager van de roze leiderstrui aan de tijdrit rond Penafel en werd ontluisterend 106de op 6'12" van dagwinnaar Peter Velits. Dat was niet goed genoeg om in Madrid op het eindpodium te staan.
Joaquin en zijn entourage deden er tijdens het tussenseizoen alles aan om in het tijdrijden de opgelopen schade te beperken. Zijn fietsenconstructeur Focus onderwierp hem aan allerhande windtunneltesten en het haalde wat uit. In de Giro kon hij zich in de top-vijf handhaven na een voor hem niet onaardige 39ste plaats (op "slechts" 2'14" van David Millar) in de afsluitende tijdrit. In de Vuelta was hij, winnaar van de vijfde en de achtste rit, uitstekend bezig tot hij door een zware val teruggeslagen werd. Zijn klassement was alweer naar de vaantjes maar hij deed er alles aan om winnaar op punten te worden. Die blauwe trui moest hij tenslotte aan de minder beproefde Bauke Mollema laten.
Ook in 2011 stond Joaquin er van meet af aan. Dat is in het huidige tijdvak ongewoon voor een ronderenner. In Tirreno-Adriateco won hij te Offida de zwaarste rit en in de afsluitende tijdrit in San Benedetto del Tronto werd hij (minder) teleurstellend 59ste op 52" van Fabian Cancellara.
Dat scenario herhaalde zich in het Baskenland, al kon hij daar - via de tijdrit van zijn leven - de tweede eindplaats in de wacht slepen. Een eclatante zege in La Flèche Wallonne, waarin hij zowel in 2010 als in 2011 tweede was geworden, deed hem enkel nog het goede onthouden. Van dan af lag de focus op zijn zesde Giro, waarin hij zoals eerder in de Vuelta (in 2003 en 2010) en in de Tour (2010), eindelijk een dagzege wilde behalen. In Assisi kreeg hij zijn zin en aansluitend mocht hij ook zijn eerste maglia rosa aantrekken. Wwaartoe dat in de tweede helft van de 96ste Giro leidt
Omde afsluitende tijdrit met succes te doorstaan doet hij er goed aan om zijn voorsprong
Zeker op weg naar Alpe di Pampeago / Val di Fiemme (19de rit) en Val dit Sole - Passo delle Stelvio (voorlaatste dag) krijgt hij daar ruimschoots de kans toe.
Nog even de orde van de dag... Ook het verdict op de steile flanken van Assisi werd langdurig uitgesteld. Catenaccio in de koers, het is geen nieuwigheid meer. Ryder Hesjedal (zesde) hield verrassend goed staan en kan zich voortaan opnieuw welbehaaglijk in zijn outsidersrol wentelen. Met de nog geen 23-jarige Tom Jelte Slagter (zevende in de daguitslag) beschikt Nederland over een niet helemaal verwachte veropenbaring.
Eigenlijk mag je stellen dat de eerste tien dagen van de 96ste Giro vrijwel een maat voor niets zijn geworden. In de tussenstand staan liefst er liefst zesendertig renners binnen een dikke vier minuten geklasseerd. Onder hen de Belgen Thomas De Gendt, Serge Pauwels, Kevin Seeldraeyers, Bart De Clercq en Francis De Greef. Terugvallen zal in deze evidenter zijn dan nog hoger ... klimmen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten