Vlaams-Brabander Joeri Jacobs,
de enige verrassende provinciale kampioen
In Antwerpen was een verrassing enkel mogelijk geweest indien er geen coureur van Balen B.C. de titel en de trui had veroverd. Niet dus. De geel-blauwe falanx deed wat er verwacht werd: de koers naar zijn hand zetten. Het posteerde liefst acht vertegenwoordigers tussen de eerste twaalf. In Arendonk werd Dries Van Gestel, met vooral Lennert Hoefkens in steun, de voornaamste gevierde en dat was om drie redenen toe te juichen: hij reed voor eigen volk, had nog niet gewonnen en was met een stapel adelbrieven teruggekeerd uit de internationale Course de la Paix (8ste). Dries is één van de vele sterkhouders uit een grandioze lichting.
Oost-Vlaanderen is de enige provincie die zijn kampioenschap opsplitste in eerste- en tweedejaars, wat de spankracht en het niveau toch serieus aantast. Dieter Verwilst, die begin april reeds algemeen kampioen van Oost-Vlaanderen tijdrijden werd, realiseerde een anderhalve slag. Het werd hem niet in de schoot geworpen want hij rateerde de bepalende ontsnapping met tien, die tot één minuut van de anderen wegreden. Met zijn wapenbroeder Lindsay De Vylder moest hij zich reppen om alsnog tijdig voorin te komen. Eens het Avia-duo dat voor mekaar hadden was de buit binnen.Verwilst waagde als eerste zijn sprong naar de zege. Hij deed dat zo onopgemerkt dat Niels Tondeleir, die de spurt voor de tweede plaats won, dacht gewonnen te hebben.
Bij de tweedejaars haalde Otto Vergaerde het met geringer verschil. Niemand die mogelijk hield dat dit nog kon gebeuren want de verdienstelijke Glenn Rotty begon aan de slotronde met een halve minuut voorsprong. Cube-Fintro kon hem alsnog terughalen, ook al omdat ze hem op de Grote Steenweg van Denderwindeke naar Ninove als een prooi voor hen zagen uitrijden. Otto Vergaerde, die tot dan toe om allerlei redenen nog niet zijn gelukkigste lente beleefd had, maakte het af en werd op het podium geflankeerd door Jasper Dult en Kenn Simon, twee almaar beter presterende discipelen van Thompson die evenwel (nog) niet opgewassen waren tegen deze Otto Vergaerde. Dit kampioenschap werd helaas ontsierd door de zware val van Aimé De Gendt, die daarbij een dubbele sleutelbeenbreuk en kneuzingen aan het bekken opliep.
Vlaams-Brabant werd op een verrassing van formaat getrakteerd. Joeri Jacobs, een neef van ex-prof Patrick (tussen 1986 en 1992 een modelhelper van Claude Criquielion), had nog nooit ofte nimmer gewonnen maar deed daar heel veel aan in Relegem. Daarmee verbaasde hij nog het meest van al zichzelf. Hij pakte het defensief aan en wachtte tot de ultieme hectometers om toe te slaan. Benieuwd of deze eerste zwaluw zijn lente maakt.
West-Vlaanderen begroette een pleiade van kanshebbers zodat men van een half kampioenschap van België mocht gewagen. De wedstrijd haalde, zelfs bij gebrek aan wind, een hoog niveau. Een vroege ontsnapping, die nooit helemaal ongedaan werd gemaakt, luidde een spetterende finale in. De in uitzicht gestelde massaspurt bleef uit, slechts veertien kwamen in aanmerking voor het podium dat in eerste- en tweedejaars werd opgesplitst en zo vervormd. Seppe Verschuere, die zes weken eerder in dezelfde omgeving al kampioen tijdrijden was geworden, was ontegensprekelijk de beste onderweg en de snelste aan de finish. Dat wilde zelfs Edward Planckaert, de verdienstelijke kampioen bij de eerstejaars, niet tegenspreken. Seppe (een neef van Polle) Verschuere) was, samen met de hyperaktieve Benjamin Declercq (die de komende dagen nog meer wil schitteren in de Duitse Trofeo Carlsberg) de enige topfavoriet die van de kopgroep deel uitmaakte. Seppe Verschuere zoekt het in die periode in eigen land. Gastrenner Miel Pyfferoens kansen werden gefnuikt door een lekke band en een tweede fietswissel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten