honderd jaar zijn geworden
Guillaume "Lomme" Driessens werd op 4 mei 1912 geboren in Peutie, een deelgemeente van Vilvoorde, waar hij 94 jaar later op 15 juni overleed. Hij staat geboekstaafd als de meest flamboyante ploegleider die het West-Europese wielrennen gekend heeft. Zijn uitspraak "ik heb met mijn coureurs al de grootste koersen gewonnen" is niet eens gelogen maar of zijn inbreng in die successen zo groot was als hij wilde doen geloven is een retorische vraag.
Lomme koerste zelf ook en werd na enkele successen in de jeugdcategorieën beroepsrenner in 1932. Hij werd meteen derde in de G.P. van Vilvoorde. Tijdens de aansluitende winter werd hij opgeroepen om zijn militaire dienstplicht te vervullen en dat was het begin van het einde van zijn kort intermezzo als matig begaafde coureur. De wielrennerij liet hem evenwel niet los en dus werd hij verzorger van de opkomende ster Fausto Coppi. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij ploegleider en dat zou hij zowat veertig jaar blijven, waarbij nagenoeg al de grootste kampioenen uit die periode zijn revue zouden passeren, inzonderheid Rik Van Looy, Eddy Merckx en Freddy Maertens. Vooral dankzij deze grote drie had hij affiniteit met alle mogelijke prestigieuze overwinningen die kunnen behaald worden:
• zes keer de Tour de France: Fausto Coppi in 1949 en 1952; Charly Gaul in 1958; Eddy Merckx in 1969, 1970 en 1971;
• zeven keer het wereldkampioenschap: Theo Middelkamp in Reims 1947, Fausto Coppi in Lugano 1953, Rik Van Looy in Leipzig 1960 in Bern 1961, Eddy Merckx in Mendrisio 1971, Freddy Maertens in Ostuni 1976 en in Praag 1981;
• acht keer de Giro d'Italia: Fausto Coppi in 1947, 1949, 1952 en 1953; Charly Gaul in 1956 en 1959, Eddy Merckx in 1970, Michel Pollentier in 1978;
... en verder: 3x Milano-Sanremo, 4x de Ronde van Vlaanderen, 7x Paris-Roubaix, 8x Liège-Bastogne-Liège, 7x Paris-Tours, 10x het Kampioenschap van België,...
Ook Willy Bocklant, Johan Capiot, Noël Foré, Jef Planckaert, Willy Planckaert, Peter Post, Guido Reybrouck, Rik Van Linden,... kwamen goed terecht bij de Godfather van de ploegleiders, omdat hij hun geloof in eigen kunnen een onwaarschijnlijke boost gaf.
De herfst en de winter in het leven van Lomme waren pijnlijk en kil. Hij had kennelijk beter voor zijn coureurs gezorgd dan voor zichzelf. Zo geraakte hij in 2000 zwaar gewond toen zijn auto in Boortmeerbeek in botsing kwam met een vrachtwagen. Daarvan herstelde hij bijzonder goed. Ik was erbij toen Lomme Driessens in het Casino van Middelkerke zijn 90ste verjaardag vierde. Voor de happy few een beklijvende vrijdagavond in mei 2002. Ik had de eer en het genoegen een tafel te delen met Hugo Camps, die zelden in stillere bewondering toekeek. Vier jaar later belandde Lomme opnieuw en dit keer definitief in het ziekenhuis na een val bij hem thuis. Een aanslepende longontsteking maakte het onomkeerbaar. Hij overleed op 94-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Vilvoorde. Hij maakte het nog life mee dat men op het pleintje voor de gemeentelijke sporthal van Boortmeerbeek een borstbeeld van hem onthulde. Het is vooral de Koksijde bouwpromotor en wielermecenas Etienne Maes, inmiddels zelf 76 jaar, die de laatste jaren van Lomme Driessens de levenskwaliteit gaf die hem toekwam.
Lomme Driessens was de Cassius Clay van de ploegleiders ofte de Raymond Goethals van de koers maar of zijn format nog zou passen in het huidige gemondialiseerde en vooral gedigitaliseerde wielrennen is een andere kwestie. Zo liet Lomme zich bijvoorbeeld in zijn beste dagen wel eens vaker ontvallen dat een rennersvrouw enkel deugde om minestrone (een kloeke Italiaanse soep) te maken. Niemand die Driessens beter kan relativeren dan Edgard Sorgeloos.
Eén zaak is doodjammer: dat Lomme zich nooit heeft kunnen ontfermen over Frank Vandenbroucke, intrinsiek misschien het grootste talent dat ooit is opgestaan maar dat bij ontstentenis van een koersvader - die Lomme had kunnen zijn - zichzelf naar de verdoemenis hielp. Driessens zou er de Belgische Jacques Anquetil van hebben gemaakt. Dju toch!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten