woensdag 2 september 2020

Hoe een complot tegen Merckx
een compromis bleek …

Het karikaturale WK 
in Imola 1968


De Autodromo Enzo & Dino Ferrari, waar alle mogelijke accomodaties voorzien zijn, wordt net als 52 jaar geleden het epicentrum van het WK-gebeuren. Leid daar vooral niet meteen uit af dat het een circuit voor bolides op twee smalle bandjes wordt. Het wordt integendeel een duel tussen allrounders en klimmers want globaal dienen bijna 5000 hoogtemeters te worden overwonnen.

Het precedent van 1968 bevestigt dat. Toen werd er rond het 5,44 km. circuit een lus van tien kilometer gespannen, alover de colline van Frabona en Frassineto, zodat er 18 x 15,5 km. werden afgehaspeld. Enkel de renners gaven niet thuis voor een spektakelrijke titelrace. Desalniettemin haalden op die bloedhete 31 augustus amper 19 van de 84 starters de finish. Er was een recordopkomst van 330.000 toeschouwers en een navenante recette. Het verloop en de ontknoping trokken nergens op maar de tifosi hadden daar geen erg in want ze waren soeverein sant in eigen land.

Al na 56 km. versnelde Vittorio Adorni achternagezeten door Joaquim Agostinho, Lino Carletto en … Rik Van Looy. Ook de Portugees (een 25-jarige late roeping) en de Belg gaven zich voluit alsof zij geloofden in hun kansen. Zeker Van Looy, die zijn selectie dankte aan het feit dat hij vijf maanden eerder als eerste de finish had overschreden van een schraalbezette Flèche Wallonne, wist beter en toch zette hij met zijn actie de Belgische ploeg en inzonderheid titelverdediger Eddy Merckx schaakmat. Adorni liet zijn medevluchters één voor één in plan voor een onverstoorde solo van 85 km. die hij afsloot met 9’50” voorsprong. Behalve Jean Aerts in Budapest 1928 (19’43” op de Duitsers Herbert Nebe en Bruno Wolke) werd niemand wereldkampioen met een ruimere voorsprong. 
Vittorio Adorni haalde een uurgemiddelde van amper 37 km. De squadra azzurra had de koers gemonopoliseerd: Michele Dancelli werd derde, Franco Bitossi vierde, Vito Taccone vijfde en Felice Gimondi zesde. De Italianen lieten er Herman Vanspringel (tweede) als het ware tussen maar vergis u niet: de Kempenaar mocht zich in 1968 na Merckx the very best of the rest voelen en als tweede in Paris-Roubaix, de Tour en dus het wereldkampioenschap maar bovenal als triomfator in de Giro di Lombardia. Mocht Vanspringel niet in Van Looys plaats meeschuiven in de ontsnapping van de dag of zou de onderneming in dat geval geen doorgang hebben gevonden? Rik was totaal kansloos en toch werd zijn aanwezigheid afgeschermd, zelfs Merckx verzette zich amper. Hij had daar zijn goede reden voor. Zijn eerste luitenant Adorni was wel mee en aangezien hij Merckx geëscorteerd had bij het winnen van zijn eerste Giro was hij voor Eddy de ideale alternatieve wereldkampioen en ook hun sponsor, keukenfabrikant Faema, een producent van espresso- en koffiemachines, zal dat wel met een brede glimlach gehonoreerd hebben. 
De 30-jarige Parmaan had zijn beste tijd al gehad, hij zou in 1964 (tweede na Jan Janssen) een idealere wereldkampioen geweest zijn. Met een vrijgeleide van de sterkhouders van het peloton lukte het nog wel. Liever hem dus dan Eddy Merckx, de titelverdediger wiens dominantie de ogen uitstak. Behalve de Giro had hij dat jaar ook al de Giro di Sardegna, Paris-Roubaix, de Tour de Romandie, … gewonnen. Merckx kon dus in Imola van de nood een deugd maken door geamuseerd toe te kijken (half, want wereldkampioen bleef hij liever zèlf) hoe zijn luitenant hem onbedreigd opvolgde op die erelijst.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten