donderdag 3 september 2020

 Tijdrit en/of wegrit 

Deze Wout VAN AERT kan 

wereldkampioen worden

 

 

Het is niet eens gratuite grootspraak en indien hij in Imola effectief wint dan zou hij véél méér zijn dan de kampioen van de wereld van één enkele namiddag maar van het héle gecompileerde seizoen.

Imola zal geen eitje zijn maar zou het zwaarder zijn dan Orcières-Merlette, waar hij zich ongebreideld utsloofde voor zijn kansrijke kopman, would be Tourwinnaar Primoz Roglic? Een doserende Wout is tot nòg méér in staat.

Jammer dat we niet weten wat hij in de Giro di Lombardia waard zou zijn geweest. Daar had hij, 39 jaar na in Milano-Sanremo, Fons De Wolf 40 jaar later ook in de Giro di Lombardia kunnen opvolgen als de laatste Vlaamse winnaar. Op dat ogenblik was hij evenwel aan de slag in het Critérium du Dauphiné, waarvan hij de openingsrit won.

De vorm en de omstandigheden van zondag 27 september zullen uiteraard medebepalend zijn. Twee dagen is er de individuele tijdrit. Blij ermee maar had men die geen dag vroeger kunnen programmeren? Misschien moet Wout Van Aert die overslaan, denk je dan maar dan hypothekeert hij zijn kansen op een deelname aan de Olympische tijdrit in Tokio (als die al doorgaat). Wout, die bijzonder vlot recupereert, zal dus de beide WK's rijden en wenkt ook minstens een dichte ereplaats in de korte (32 km.) en vlakke tijdrit, die vooral Filippo Ganna moet liggen. In oktober wenken ook nog Liège-Bastogne-Liège, de Amstel, de Vlaamse koersen en Paris-Roubaix. Stel dat hij deze in zijn kakelverse regenboogtrui kan rijden, velen zouden het delirium nabij zijn.

 

Sommigen zien in Wout Van Aert de langverbeide opvolger van Roger De Vlaeminck. Er zijn inderdaad raakpunten, vooral door de combinatie veld-weg maar voor de rest is Wout een totaal iemand anders. Hij is veel minder zelfgericht. Wat Wout voor Primoz Roglic in Orcières-Merlette deed, dat vertikte Roger in 1976 voor zijn stalgenoot Johan De Muynck, die mede daardoor de Giro verloor.

Roger zelf had de Giro (in 1975) kunnen winnen, misschien komt Wout ook in aanmerking voor een spraakmakend klassement maar waarom zou hij: de weg naar een sterk palmares annex fortuin is veel minder stresserend én korter via ééndagswedstrijden en dagsuccessen.

Voor Wout is het doodjammer dat de groene trui niet op de meest exacte wijze toegekend wordt, hetzij volgens een optelling van plaatsen. Hij zou het kleinood meerdere keren met overschot winnen zoals Fritz Schaer (1953), Ferdi Kübler (1954), Stan Ockers (1955 en 1956) en Jean Graczyk (1958 en 1960). Behalve voor Kübler moet Wout voor geen enkele van hen wijken.


Laat Wout evenwel Van Aert vooral zijn zoals hij dat wil, zo is hij op zijn best en zal hij in het peloton de goodwill aanleggen die een copieus palmares pimpt. En in Vlaanderen zal hij een populariteit opbouwen waarmee hij veel voorlopers naar de kroon steekt. En om die fans (én bovenal zichzelf) te plezieren zal hij het veldrijden nooit helemaal afzweren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten