vrijdag 9 oktober 2020

Ik neem de verdediging op voor het stiefkind van ASO

 

PARIS-TOURS, onbegrijpelijk

weggemoffeld en vergeten

 

Behalve Gent-Wevelgem is er zondag ook Paris-Tours, ooit de zesde monumentale klassieker die evenwel sedert 2009 niet meer tot de koersen van het hoogste niveau behoort en maakt na de ProTour ook geen deel uit van de World Tour, wel als 1.HC van de Europe Tour en van de ProSeries.

 

Die neergang heeft het enigszins aan zichzelf te wijten door al te vaak van naam en van traject te veranderen. De jongste jaren hebben ze er zowaar een copy paste van Paris-Roubaix van gemaakt. Amaury Sport Organiastion had zijn stiefkind bedachtzamer kunnen behandelen.


Zondag valt de 114de Paris-Tours samen met de 82ste Gent-Wevelgem, die wel een steevast onderdeel is van de Pro - en de World Tour.

La classique des feuilles mortes moet het vooral stellen met (in alfabetische orde) Romain Bardet, Nacer Bouhanni (die Isbergues en Paris-Chauny won), Bryan Coquard, Benoît Cosnefroy, Dries De Bondt, Aimé De Gendt,  Sören Kragh Andersen (de winnaar van 2018), Valentin Madouas, Rudy Molard, Loïc Vliegen, … Van Vlaamse zijde kunnen Christophe Noppe (Arkea-Samsic) en Emiel Vermeulen (Natura4Ever - Roubaix Lille Métropole) verrassen. De bezetting van Paris-Tours vergaat weliswaar in het niets in vergelijking met die van Gent-Wevelgem.


Paris-Tours verdient in lengte van jaren meer en beter met een uitpuilend palmares waarop zelfs Tourwinnaars figureren: François Faber (1909 en 1910), Octave Lapize (1911), Philippe Thys (1917), Henri Pélissier (1922), Nicolas Frantz (1929); André Leducq (1931) en Joop Zoetemelk (1977 en 1979).

Na de Tweede Wereldoorlog werd hij vooral een prooi van de beste klassiekerscoureurs: Briek Schotte (1946 en 1947), Fred De Bruyne (1957), Rik Van Looy (1959 en 1967), Jo de Roo (1962 en 1963), Herman Vanspringel (1969), Rik Van Linden (1971 en 1973), Francesco Moser (1974), Freddy Maertens (1975), Jan Raas (1978 en 1981), Sean Kelly (1984), Rolf Sörensen (1990), Johan Museeuw (1993), Erik Zabel (1994, 2003 en 2005), Philippe Gilbert (2008 en 2009), Greg Van Avermaet (2011) en John Degenkolb (2013).  

Met zo'n portfolio verdiende Paris-Tours het om als zesde monumentale klassieker te worden behouden, zelfs al hebben Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck hem nooit gewonnen.

Dat deden des te meer Gustave Danneels, Paul Maye, Guido Reybrouck en Erik Zabel die elk drie keer wonnen. Guido was zowat de strafste van de drie want zowel in 1964 als in 1966 (in de driekleur!) ontfutselde hij Rik Van Looy een precieuse overwinning. Hij won in 1968 nog een derde keer, misschien nog de mooiste van al want behalve opnieuw Van Looy (vierde) hield hij ook Walter Godefroot (in zijn beste seizoen!) en de runners up Eric Leman en Daniël Van Ryckeghem achter zich.

Globaal werd iedereen door Erik Zabel overstegen want tussen zijn drie overwinningen (1994, 2003 en 2005) door werd hij ook nog derde in 2001 en in 2002. Rik Van Looy hield het als best prestérende na de oorlog bij overwinningen in 1959 en 1967, tweede plaatsen in 1964 en 1965, vierde plaatsen 1958 en 1968 en één zesde (1957) en één achtste (1958) plaats.

Paul Maye won, na een derde plaats in 1938, drie keer tijdens de Tweede Wereldoorlog (1941, 1942 en 1945).

Paris-Tours werd ook het prille rendez-vous van enkele jeune premiers zoals de 22-jarige Jos Schils in 1953, de 19-jarige Jos Wouters in 1961, de 22-jarige Guido Reybrouck in 1964 en de 22-jarige Rik Van Linden in 1971.  

Ook twee notoire pistiers beleefden er un moment suprême: Jurgen Tschan in 1970 en Jakob Storm Piil in 2002.

 

Eén ander leverde deze rankings op:

• van 1906-2019 op basis van 100 50 30 20 10 punten;

• van 1946-2019 op basis van 100 70 50 40 30 25 20 15 10 5 punten.

 

 

1906 - 2019

 

 

 

1946 - 2019

360

ZABEL Erik

D.

 

465

VAN LOOY Rik

B.

350

Reybrouck Guido

B.

 

420

Zabel Erik

Sp.

340

Van Looy Rik

B.

 

415

Reybrouck Guido

It.

330

Maye Paul

Fr.

 

345

Raas Jan

It.

310

Danneels Gustave

B.

 

335

van der Poel Adrie

Ned.

270

Raas Jan

Ned.

 

330

Schotte Briek

Ned.

270

Schotte Briek

B.

 

310

Kelly Sean

It.

260

Suter Heiri

Zwits.

 

305

De Bruyne Fred

B.

230

Faber François

Lux.

 

300

Freire Oscar

B.

230

Karstens Gerben

Ned.

 

290

Tchmil Andrei

B.

220

De Bruyne Fred

B.

 

255

De Vlaeminck Roger

B.

220

Freire Oscar

Sp.

 

250

Karstens Gerben

B.

220

Tchmil Andrei

B.

 

240

Trentin Matteo

Ier

220

Trentin Matteo

It.

 

240

Zoetemelk Joop

It.

220

Zoetemelk Joop

Ned.

 

230

Anderson Phil

Kaz.

210

Minali Nicola

It.

 

230

de Roo Jo

Austr.

210

van der Poel Adrie

Ned.

 

230

Minali Nicola

Sp.

200

Bonduel Frans

B.

 

230

Van Linden Rik

B.

200

de Roo Jo

Ned.

 

225

Verbeeck Frans

B.

200

Dupont Jacques

Fr.

 

220

Bobet Louison

B.

200

Gilbert Philippe

B.

 

220

Dupont Jacques

It.

200

Peeters Ludo

B.

 

220

Peeters Ludo

B.

200

Van Linden Rik

B.

 

215

Gilbert Philippe

Fr.

200

Verschueren Denis

B.

 

200

Vandenbroucke Jean-Luc

Fr.

200

Wallays Jelle

B.

 

195

Desmet Gustaaf

Lux.

180

Christophe Eugène

Fr.

 

195

Petacchi Alessandro

Zwits.

180

Kelly Sean

Ier

 

185

Sörensen Rolf

Sp.

160

Anderson Phil

Austr.

 

180

Fondriest Maurizio

It.

160

Mottiat Louis

B.

 

175

Terpstra Niki

Lux.

160

Terpstra Niki

Ned.

 

175

Van Avermaet Greg

B.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten