Enkel Julian ALAPHILIPPE had het dit jaar kunnen weerleggen, in 2021 kan dat Mathieu van der POEL zijn
Wout VAN AERT
on-té-gen-spre-ke-lijk dé
pelotonbeste van 2020
Na een halve winter ‘door het stof kruipen’ kwam de lockdown niet ongelegen voor Van Aert die meer tijd nodig had om de Wout te zijn die hij begin maart volgens een elfde plaats in de Omloop nog niet was.
Vijf maanden later was hij dat wel want op 1 augustus viel hij met de deur in huis met een eclatante triomf in de Strade Bianche. Vier dagen later werd hij (na de bolides Arnaud Démare en Caleb Ewan maar vòòr Peter Sagan) ‘slechts’ derde in Milano-Torino. Het was een voetnoot in vergelijking met wat hij opnieuw drie dagen later voor het voetlicht bracht: wint in Milano-Sanremo na een meeslepend duel met Julian Alaphilippe, naar wie hij als enige naartoe kon om hem in een millimeterspurt (een voorafname op die van de Ronde van Vlaanderen) te verslaan. Dit was het begin van nòg méér: een dagzege en de overwinning op punten in het Critérium du Dauphiné, zijn perfecte generale repetitie voor de Tour, waarin hij tot dé figuur zou uitgroeien met twee dagzeges, de assistkoning voor zijn falende kopman Primoz Roglic. Wout reed voor de Sloveen vele tientallen kilometers vol op kop en liet het daarna min of meer lopen maar werd toch nog 20ste in het tijdklassement waarbij de vraag rijst op welke positie hij zou aangemeerd zijn indien hij zich initieel op een klassement gefocust had.
Deze Kempense jongen was nog niet afgepeigerd maar integendeel klaar voor de beide wereldkampioenschappen waarin hij telkens stootte op twee andere supers, Julian Alaphilippe respectievelijk Filippo Ganna. Hij werd in Imola keer op keer hun eerste accessiet.
Na een verkwikkende quinzaine nam hij de draad terug op in Gent-Wevelgem, waarin hij de aanklampende Mathieu van der Poel niet uit zijn heet spoor kon drijven. Daartoe was hij al evenmin in staat in de Ronde van Vlaanderen, waarin de twee antagonisten zich met Julian Alaphilippe (tot die crashte) van de anderen distancieerden. In een spurt met twee was het verschil in Oudenaarde even miniem als op de via Roma van Sanremo maar dit keer in Wouts nadeel, wat niet eens als een nederlaag mocht aanvoelen.
Toch leert mijn optelsom van de voornaamste wedstrijden dat in 2020 globaal niemand beter presteerde dan Wout, die met Lombardia en La Doyenne nochtans de twee klassiekers miste die hem allicht nog het best liggen. In de individuele World Tour Ranking staat hij niet op kop omdat de wereldkampioenschappen daarin niet meetellen en de grote ronden loodzwaar doorwegen.
Een (in 2021 hopelijk) normale kalender zal Wout Van Aert allicht nòg meer opzijn wenken bedienen om zijn palmares op te lijsten. Zal de Tour daarin centraal staan?! Allicht wel, maar dan niet meteen voor een spraakmakend klassement. Wout zou gek moeten zijn om die verantwoordelijkheid op te eisen binnen een team dat daarvoor over andere troeven beschikt.
Mathieu van der POEL
Jà, ik heb er tot gisteren over getwijfeld of Mathieu van der Poel (voor de overwinning) het zesde koersuur aankon. Zijn parkeren op de tiende plaats in de Giro di Lombardia en zijn zesde in Liège-Bastogne-Liège wezen in die richting.
In 2019 was hij weliswaar (sterk teruggekeerd na een zware val) vierde geworden in de Ronde van Vlaanderen en winnaar van de Amstel Gold Race. Dat waren koersen die op het einde helemaal stilvielen. Tijdens het verzopen WK in Harrogate reed hij op winnaarskoers tot hij door fringale werd overvallen.
Na gisteren zijn alle twijfels weggeveegd, meer zelfs er moet nog aardig wat rek op zitten want hij haalt dit topniveau zonder één enkele ronde te hebben gereden. In 2021 treedt daar allicht verandering in want Alpecin-Fenix wint dit jaar de Europe Tour, wat geeft deelnamerecht aan de drie grote ronden oplevert. Met een Giro, een Tour of een Vuelta in de kuiten zal Mathieu nog een respectabel aantal procenten performanter zijn en dat zullen zijn concullega’s gaandeweg ondervinden vanaf 2021. De ééndagskoersen lijken, méér nòg dan in 2020, een driehoekstornooi te worden tussen (in alfabetische orde) Julian Alaphilippe, Wout Van Aert en Mathieu van der Poel. Meer kans dat Marc Hirschi bij hen aansluit dan Remco Evenepoel, die als klassementsrenner wellicht zal passen voor de vlakke(re) klassiekers van het Noorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten