Van Aert versus van der Poel
WOUT de bétere maar op
MATHIEU zit nog méér rèk
Toch wordt Primoz ROGLIC
de primus inter pares van 2020
Het ziet er sterk naar uit dat Primoz Roglic net als in 2019 ‘mijn’ renner van dit (gebalde corona)seizoen wordt. Hij en de zijnen verkwanselden nochtans de Tour maar Primoz was niet van slag maar herpakte zich de twee volgende zondagen. Hij maakte deel uit van de beslissende vlucht op het WK en Liège-Bastogne-Liège kon hij op een diefje winnen zoals hij de Tour verloor.
De 31-jarige Sloveen is een uitstekende coureur maar werd gediend en tegelijk genekt door de omstandigheden in de Tour met in de hoofdrol zijn teamgenoot Wout Van Aert, die het tempo dag na dag hoog hield. Doet Wout dat niet dan wint hij zelf nog minstens een rit meer en/of haalt hij allicht de top tien van het tijdklassement. Dan is hij en niemand anders dé renner van 2020. Door de Tour moest hij trouwens Il Lombardia (net ervoor) en Liège-Bastogne-Liège (net erna) missen, zo ook Paris-Roubaix die geen doorgang vond.
Primoz Roglic mag iederéén naar de kroon steken, dat is nu éénmaal de luxe van de klassementsrenner. Zijn zware opdoffer van de slotdag der Tour had hij snel verwerkt, de week daarop behoorde hij tot de besten op het WK in Imola en nog een week verder won hij, met dank aan de slordige Julian Alaphilippe, Liège-Bastogne-Liège. Nog is zijn heilig vuur niet gedoofd want in de Vuelta verdedigt hij met bravoure zijn titel en is een zelfopvolging allerminst uitgesloten. In dat geval heeft hij, meer nog dan Wout Van Aert, recht op de nominatie ‘primus inter pares van 2020’.
Tadej Pogacar liet het na de Tour, waarin hij individueel de beste was, lopen en zijn bizarre uitval op het WK had veel van de ‘raid of the loser’. Ik had hem graag in Lombardia bezig gezien zoals wel in Milano-Sanremo (12de), de Strade Bianche (13de), la Flèche Wallonne (9de) en Liège-Bastogne-Liège (3de). De perceptie wil dat hij zich voor de ééndagskoersen minder goed kan opladen.
Michel Wuyts installeert Wout Van Aert nu reeds als dé coureur van 2020. Het is vòòr het einde van een boeiende Vuelta voortvarend maar toch niet uit de lucht gegrepen, waarbij snel vergeten wordt dat Wout òòk vice-wereldkampioen tijdrijden werd na de ‘hors concours’ ijlende Filippo Ganna. Dat Wout de Italiaanse 'hyperspecialist' op een ander parcours zou kunnen kloppen vind ik een miscast. Hy-per-spe-cia-list?! Nu trap je op mijn eventueel koersverstand, beste Michel. Tijdrijden is géén specialiteit maar een correcte afmeting, een meervoudige Coopertest die er nooit om liegt. Op dat vlak maakt Van Aert het verschil met van der Poel, die in de korte tijdrit van de BinckBank Tour (die er nochtans toe deed voor de eindzege) ‘slechts’ vijfde werd waarbij hij per kilometer anderhalve seconde meer deed dan Sören Kragh Andersen. Wuyts’ vaststelling dat Wout als 70-plusser concurrenten van tien kilo lichter partij gaf op de cols is inderdaad fabuleus.
Julian Alaphilippe was op het loodzware WK in Imola de enige die Wout kon kloppen. Op de via Roma van Sanremo was het net andersom. Wout was de enige die Julian op de Poggio kon terughalen. Mathieu (hoewel op korte afstand dertiende) kwam er daar niet aan te pas, hij was nog niet top anders rijden ze daar met hetzelfde trio als in Vlaanderen de finale in. Mathieu gaf, vanuit het besef dat hij op dergelijk parcours kansloos zou zijn tegen hen die regelrecht uit de Tour kwamen, verstek voor het WK. Jakob Fuglsang vormde daarop in Imola de uitzondering maar niemand die er wat van merkte.
Volgens Wuyts heeft Wout Van Aert Mathieu van der Poel als wegrenner bijgehaald. Tot vòòr de Ronde van Vlaanderen vond ik zelfs dat hij hem overstoken had. Mathieu (15de op ruim tien minuten) werd in de Strade Bianche zoekgereden en parkeerde in Milano-Sanremo op de 13de plaats. In Il Lombardia en in Liège-Bastogne-Liège kwam hij niet in aanmerking voor de top vijf. In Gent-Wevelgem werd hij weggehoond omdat hij Wout zogezegd boycotte. Hij had er hem als partner in crime moeten bij halen om de kopgroep in beider voordeel verder uit te dunnen. Een week later had Mathieu in de Ronde van Vlaanderen die enkele procentjes meer gegenereerd om met open vizier mee te strijden voor de overwinning die hij in Oudenaarde ook effectief behaalde. Hou er daarbij ook rekening mee dat Mathieu van der Poel nog geen enkele grote ronde op zijn kerfstok heeft. Dat betekent dat er op hem nog aardig wat rèk zit, waarbij het niet uitgesloten is dat hij in de ééndagskoersen de allerbeste van zijn generatie wordt. In de Tour daarentegen zie ik Mathieu niet uithalen als Wout Van Aert en Julian Alaphilippe. Mathieu weet dat hij meer van der Poel is dan van der Poel(idor). Raymond zou het liever anders gezien hebben.
Wout en Mathieu moeten als partners in crime verder zoals een halve eeuw geleden Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck. Zo zie ik het ook evolueren. Net voorbij de finish in Oudenaarde voerden ze wat dat betreft al een eerste stijloefening uit, ze worden frère-ennemis voor het leven die zich tijdens de winter amuseren in hun eerste sportieve speeltuin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten