Hij wordt vandaag prachtig tachtig !
Frans VERBEECK
rolmodel als coureur
omstreden als mens
Frans Verbeeck leek op 11 september 1966 zijn allerlaatste koers te hebben gereden. Op de openingsdag van de Volta a Catalunya greep hij zowel in de voor- als in de namiddagrit net naast de dagzege die telkens naar Walter Godefroot ging.
Hij had het helemaal gehad met het wielrennen dat hem te weinig vooruithielp. Hij nam een … melkronde over om zijn hypothecaire lening vlotter te kunnen afbetalen. Het herinnerde hem ook aan een veel leuker bestaan als coureur maar waarvoor hij te weinig deed en dus kroop ook bij hem kroop het koersbloed waar het niet gaan kon. Hij herbronde zich en trad in 1968 bescheiden herop met toch al een derde plaats in Dortmund en een vijfde in de Druivenkoers van Overijse.
Frans wist evenwel waaraan hij (her)begonnen was en dat hebben zijn concurrenten vanaf 1969 goed geweten, met zijn gestage klim op de uitslagenladders, met enkele meerwaardige overwinningen en een afsluiter met een tweede plaats (na Herman Vanspringel) in Paris-Tours.
Vanaf 1970 ging het dak er helemaal af. De slotdag van februari was het scharniermoment toen hij in de Omloop Het Volk de medevluchters Roger Rosiers, André Dierickx, Jos van der Vleuten en Georges Pintens klopte. Zoals op andere dagen had hij eerst zijn melkronde afgewerkt.
Frans werd een vaste waarde in de klassiekers, waarvan hij de monumentale net niet won maar wel die net daaronder: de Omloop in 1970 en 1972, de Amstel Gold Race 1971 en La Flèche Wallonne 1974.
Daar leek hij Gent-Wevelgem in 1972 aan toegevoegd te hebben maar hij werd gedeclasseerd omdat hij Felice Gimondi flagrant de pas had afgesneden zodat Roger Swerts tot winnaar werd uitgeroepen.
Dichter bij winst van een monument kon hij niet komen dan tot een banddikte van Eddy Merckx in Liège-Bastogne-Liège 1973. Die dag had ik echt te doen met hem, het had een career achievement award moeten zijn, al maakte zijn driekleur twee maanden later in Soumagne na een volgend open duel met Eddy Merckx veel goed.
Merckx was in die jaren de bovenmaat der dingen. Ook in de Ronde van Vlaanderen van 1975 was Eddy outstanding. Verbeeck kon hem als enige volgen tot in Denderwindeke, op zes km. van de finish. Frans liet zich op het tv-podium sec ontvallen: “Eddy rijdt 5 km. per uur rapper dan de rest”.
Frans Verbeeck kreeg, behalve met Eddy Merckx, in zijn jaren eveneens te maken met Roger De Vlaeminck, Walter Godefroot, Eric Leman, Freddy Maertens, Herman Vanspringel, … allemaal Vlaamse viersterrenconcurrenten.
Frans Verbeeck was een alleskunner. Zonder zich daar initieel op te richten werd hij in 1972 aardig zestiende in de Tour met exact een uur meer dan Eddy Merckx. Voor een eervol klassement kon hij zich evenwel niet opladen, winning was voor hem the only thing dat in de Tour net iets te hooggegrepen bleek, al werd hij in de daguitslagen viermaal derde in 1972 (tweede in de puntenstand) en tweemaal tweede in 1973. Bij één van die laatste twee richtte hij zich in Nancy te vroeg op en wie passeerde hem alsnog? Het strijkijzer Joop Zoetemelk! Frans had zich die dag door de kop kunnen schieten.
Verbeeck ging altijd door tot het gaatje. Zelfs op zijn 36ste telde hij nog meer dan mee in 1977 toen hij vooral de Brabantse Pijl én de Druivenkoers van Overijse won.
Frans was géén zachte medemens. Het doel heiligde de middelen en al wie zijn pad dwarste, werd ongenadig overruled. Hij gaf niet graag, krijgen was zijn absolute drijfveer. Van al wie tot zijn zone behoorde, eiste hij absolute onderwerping. Daar stond uiteraard wel iets tegenover. Zo nam hij zijn lakeien Engelbert Opdebeeck, Jan Van der Stappen, Guido Van Sweevelt en Eddy Verstraeten mee voor zijn twee afsluitende campagnes bij Ijsboerke.
Vooral André Dierickx en Staf Van Roosbroeck staken anders in mekaar en kunnen over dat wedervaren meer vertellen indien ze zin zouden hebben om die nare herinneringen nog een keer van onder het stof te halen.
Eddy (vader van Johan) Museeuw werd beroepsrenner toen Verbeeck aan zijn tweede carrière begon. Eddy had minstens evenveel intrinsiek talent als zijn zoon maar hield het in 1969 al gauw voor gezien omdat Verbeeck zijn afspraken niet nakwam. Frans en Eddy hebben een enige zoon die in 1965 werd geboren.
Mark Verbeeck probeerde het als coureur maar was niet de schim van zijn illustere papa, die hij wel opvolgde aan het hoofd van Vermarc. Het siert Mark dat hij geen fils-à-papa werd, zou overigens niet gepakt hebben ten huize Verbeeck, waar keihard werken altijd het devies was.
Toen Frans in Soumagne kampioen van België werd, mocht de 8-jarige Mark met zijn mooie mama Angèle mee het podium op. Ook hij mocht iets zeggen tegen interviewer Fred De Bruyne. Frans maande hem aan: “Beleefd zijn hé Mark!”.
De Verbeecks vormen een sterke clan dat zijn territorium streng afbakent. Het zijn geen gevers wel krijgers.
Frans Verbeeck haalde voor zijn nadagen als coureur de mosterd en de inspiratie bij Pierre Santini, een Italiaan bij wie hij in april 1978 de alleenvertegenwoordiging voor de Benelux afdwong en waarvoor hij dagelijks véle uren op pad moest en bij zijn late thuiskomst de bestellingen uitvoeren. Het rendeerde en Frans nam zijn lot almaar meer in eigen handen. Het begrip Santini werd door Vermarc overruled.
Vermarc voorziet (!) en/of sponsort (?) nogal wat professionele wielerteams en amateurclubs. Zij die daar geen deel van uitmaken zijn niet welkom op de organisaties van het Vermarc Cycling Project. Dat Belgian Cycling dergelijke segregatie tolereert, is zonder meer stuitend. Voor de profkoers is dat nog eningszins aanvaardbaar maar dat ook de tweedaagse voor nieuwelingen, de driedaagse voor junioren (23 - 25 juli) en de tweedaagse voor meisjes-junioren (21 - 22 augustus) zomaar afgebakend worden, is er héél vèr over. Voor mij zijn de genoemde koersen derhalve niets meer dan ... gemengde clubkampioenschappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten