Sir Tim Declercq
tractor én ambassador
Met de familie (van cabaretier en bovenal master rechten & filosofie Karel) Declercq, stilaan de meest populaire van Izegem, heb ik al decennialang een bijzondere affiniteit.
Het begon eind november 2000 met een telefoontje, kort na de Duinenveldrit in Koksijde, van een vrouw die zich niet meteen bekend maakte maar gewoon vroeg:
“Meneere, ik heb een zoon van elf jaar die wil koersen maar ik ben daar zo bang voor omwille van de doping. Wat moet ik het hem verbieden?”
“Mevrouw”, antwoordde ik zonder veel te moeten nadenken, “indien je bang bent om hem te laten koersen omwille van doping, wees dan maar nòg banger om hem naar de middelbare school te sturen omwille van de drugs.”
Pas later vernam ik dat mijn anonieme correspondente ene Caroline was, de echtgenote van Karel Declercq en leerkracht in het middelbaar onderwijs.
Karel zelf zag ik terug op 1 mei 2001 in Zeebrugge op het zonovergoten terras van de horecazaak Falstaff, toen uitgebaat door Peter Dapper, de pluspapa van Luc en Thomas Vanhaecke. Karels oudste zoon had er net zijn allereerste aspirantenkoers opzitten, hij was derde geworden nadat hij vooral opviel met een offensieve manier van koersen: beuken tegen de strakke Noordzeewind in de flank, zijn eerste natuurlijke bondgenoot.
Tims treintje was vertrokken. Hij werd een vaak gevierde koersende tiener, die pijnlijk (met nog géén volle seconde geklopt door Jens Debusschere) tweede werd in het kampioenschap van België tijdrijden nieuwelingen in 2005, waarop hij zich ruim zes jaar later revancheerde door in Geel wegkampioen te worden bij de beloften. Papa Karel was het delirium nabij, verloor de realiteit uit het oog en snelde zonder kijken - terwijl de eerste achtervolgers aan het spurten waren - de aankomststrook naar zijn zoon tot hij door een wakkere politieman bij de lurven werd gevat en teruggewezen.
Tims treintje geraakte op kruissnelheid. Hij belandde vanaf 2012 voor vijf seizoenen bij Sport Vlaanderen tot Patrick Lefevere overgecharmeerd raakte door zijn actieradius die perfect paste in het plaatje van The Wolfpack.Vanaf 2017 begon daar zijn recital van modelhelper, dat opgewaardeerd werd met epitheton “el Tractor”, waarmee hij alle koersvelden doorploegde om het zegepad van een kansrijkere kopman te effenen.
Tim Declercq zal, al weet je nooit helemaal, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid geen wereldkampioen worden in Yorkshire, waar hij zich wel uit de naad zal draven voor kansrijkere landgenoten. Voor eigen welslagen ligt Paris-Roubaix, indien alles in de juiste plooi valt, meer binnen zijn bereik. Wat Johan Vansummeren in 2011 vermocht, kan tien jaar later ook Tim Declercq te beurt vallen.
Tim Declercq is een grote coureur en dat niet enkel omwille van zijn opgeschoten gestalte maar meer nog omwille van zijn persoonlijkheid, die het koersdom hoog overstijgt.
Dat manifesteerde hij een eerste keer als neo in 2012 toen hij, in de nazindering van het Armstrong-tijdvak, kennis nam van de algemeen aanvaarde quote “ze pakken allemaal”. Dat kon Tim hoegenaamd niet hebben en dus reageerde hij met “IK pak nièt, zo min als veel anderen in mijn directe omgeving”. Het werd door de media als een fait divers in een klein hoekje geveegd. Zeven jaar later trad Tim opnieuw parmantig naar voor. Om Alejandro Valverde, de regérende wereldkampioen en globaal de beste renner van de 21steeeuw totnogtoe, op zijn plaats te zetten toen die laffelijk wilde profiteren van het onheil van Primoz Roglic en de zijnen. Niemand die dat in Tims plaats zou gedurfd hebben. Maar hij heeft veel recht van spreken. Met zijn VO2 Maxen Duracell-benen nam hij het internationale peloton al honderden kilometers op sleeptouw en vooral de blauwe maats werden daar veel beter van. Voor de lichtblauwen van Belgian Cycling zal dat in Yorkshire niet anders zijn. Tim Declercq is de ambassadeur die het huidige wielrennen met hand en tand verdedigt en het tractorgewijs aandrijft. Zo bescheiden als zijn persoonlijk palmares is, zo groot(s) is zijn actieradius in het collectieve belang. Hij pareert almaar beter de hoogtemeters maar zelfs dàt zal voor hem geen reden zijn om privileges op te eisen. Hij wacht, zijn fraaie dubbelslag in de Internationale Wielertrofee van Oetingen (1.2) buiten beschouwing gelaten, nog altijd op zijn eerste vòlle overwinning als contractrenner. De hommages die hem de jongste tijd te beurt vallen zijn hem zoveel meer waard. Bovendien hoeft het één het ander niet uit te sluiten. De wielergemeenschap moet Karel en Caroline op handen dragen voor wat zij op de wereld gezet hebben en tot een keurkorps geboetseerd.
Tims vijf jaar jongere broer Benjamin is ook op komst: ànders, explosiever en met een gezondheid die niet altijd mee wilde, maar zeker even wendbaar in een collectief. Waarop wacht de World Tour om ook hem in de armen te sluiten? Zowel Tim als Benjamin zijn universitairen, naar het voorbeeld van hun illustere ouders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten