zaterdag 7 september 2019

Tot voor kort science fiction …
Slovenia verhindert dat Zuid-
Amerika de drie grote ronden wint
… enfin, voorlopig toch. Na de Ecuadoriaan Richard Carapaz (Giro d’Italia) en Egan Arley Bernal (Tour de France) zag het er even naar uit dat Miguel Angel Lopez, intrinsiek de beste klimmer, in de Vuelta voor een Zuid-Amerikaanse drie op drie zou zorgen in de drie grote ronden. Hij droeg zelfs gedurende drie dagen de vermiljoenen leiderstrui maar werd na teleurstellende Franse tijdrit (veertiende op 2’09” van Primoz Roglic) teruggezet en op Los Machucos kwam daar nog een volle minuut bij zodat zijn mali aan de vooravond van het tweede weekend naar 3’18” opliep. Helemaal uitgeteld is hij weliswaar nog niet maar meer dan drie minuten ophalen is, zelfs met de beschikking over een sterk Astana, quasi onmogelijk. Hij zal al blij mogen zijn indien hij, zoals in de Tour en de Vuelta van 2018, over een week op het Madrileense eindpodium staat. Zelfs voor de bergprijs komt hij almaar minder in aanmerking.
Als er iets de Zuid-Amerikanen verbindt dan is het dat de tijdritten hun achillespezen zijn. Nairo Quintana is er nog een frappanter voorbeeld van: hij bestond het om in de Franse tijdrit pas de 28ste tijd neer te zetten, ruim drie meer dan Primoz Roglic. En Nairo’s chaotische opmars door het hooggebergte insinueert dat hij meer in aanmerking komt voor een tweede dagzege (na Calpe) dan voor een tweede eindzege (na 2016). 
Ook Tadej Pogacar legde zijn kwetsbaarheid in het tijdrijden bloot. Na een blizstart zakte hij weg naar de elfde plaats. Eén en ander kan op termijn goed nieuws zijn voor Remco Evenepoel indien hij met voornoemden gelijke tred kan houden in het hooggebergte.
Slovenia redde Europa dus van een nul op drie in de grote ronden. Slovenia godbetert, een land van 20.373 kmmet hooguit twee miljoen inwoners of anderhalve keer zo groot als Vlaanderen, dat wel ruim driemaal zoveel inwoners telt. Slovenia dus dat vanaf de 21steeeuw zijn opwachting maakte in het professionele wielrennen met Grega BoleBorut BozicKristian FajtAndrej HauptmannMartin HvastijaZoran KlemencicMarko KumpLuka MezgecMatej MugerliUros MurnLuka PibernikJan PolancGorazd StangeljJan Tranik en Tadej Valjavec.
De meesten hielden het bij één of meer stéékvlammen, maar niet Janez Brajkovic, de wereldkampioen tijdrijden der beloften in 2010 die zes jaar later het Critérium du Dauphiné won) noch Simon Spilak die zich frequent onderscheidde met dagzeges en zelfs eindoverwinningen (Ronde van Zwitserland 2015 en 2017).
Allen leken overstegen te zullen worden door Matej Mohoric, die in Valkenburg 2012 wereldkampioen werd bij de junioren en het jaar daarop als neobelofte in Firenze. Als contractrenner werd van hem (nòg) méér verwacht dan een dagzege in de Vuelta 2017 en één in de Giro van 2018, de eindzege in de BinckBank Tour 2018, een dag- en de eindzege in de heropgestarte Deutschland Tour 2018,…  Matej moet evenwel nog vijfentwintig jaar worden, het valt hem te beurt twee dagen voordat Tadej Pogacar éénentwintig wordt. Hij verdient dus nog meer dan wat tijdskrediet.
En toen kwamen de Heiland Primoz Roglic met de negen jaar jongere Tadej Pogacar in zijn kielzog … 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten