Selectie van Jens Reynders is de surprise van de chef
Op de selecties voor de wegwereldkampioenschappen eind september in Yorkshire valt weinig af te dingen, zeker niet bij de contractrenners, waar men l’embarras du choix heeft en nog drie knopen moet doorhakken, wat hopelijk leidt tot de keuze van Tim Declercq, de tractor die ook in de Vuelta bewees dat hij de hele Belgische ploeg op sleeptouw kan nemen.
Bij de beloften daarentegen… Waarom Jasper Philipsen selecteren? Zelfs als (ik benadruk àls) hij wint, wat izou daarvan de méérwaarde zijn? De eraan vastzittende regenboogtrui zal hij, behalve op dat podium, nooit mogen dragen. Roger De Vlaeminck loste dat vijftig jaar geleden een identieke situatie handig op. Het WK in Magstadt was zijn ultieme cross als amateur. René De Clercq deelde zijn gezelschap en Roger liet zijn landgenoot als de eerste door de finish rijden. René kon zijn regenboogtrui de volgende winter verzilveren en Roger begon aan een illustere carrière als wegrenner met een zege in de Omloop Het Volk de daaropvolgende zaterdag. Indien Philipsen met een landgenoot van de geslaagde ontsnapping deel uitmaakt, dan zie ik hem niet doen wat Roger een halve eeuw geleden wel deed. Een ploegspeler is Philipsen in geen geval, wel de vreemde eend in de bijt in tegenstelling tot Stan Dewulf.
Nog het meest van al verbaast mij de selectie van Jens Reynders. In deze kan ik de bondscoach niet volgen. Intrinsiek kan hij het Vlaamse parcours zeker aan want hij eindigde in de beloftenversie van zowel de Ronde van Vlaanderen als van Paris-Roubaix derde. Naderhand behaalde hij twee dagzeges in de Triptique Ardennais en eind juli won hij de G.P. de Perenchies. In het Europees kampioenschap bleef hij steken op de zeventiende plaats en in de Tour de l’Avenir werd hij, op de eerste rit (23ste) na, hopeloos zoek gereden want hij eindigde geen enkele keer in de eerste … tachtig. Op 1 september werd hij 70ste in Nogent-sur-Oise.
De keuze van Philipsen en Reynders gaat ten koste van Sander De Pestel en Florian Vermeersch, twee kerels die in bloedvorm verkeren en zich afvragen wat ze nog meer moesten doen om er in Yorkshire bij te zijn.
Op de junioren, van wie er amper vier mogen starten, valt er weinig aan te merken. Arnaud De Lie, de éérstejaars die in Vichte op grandioze wijze (als de rapste was hij er ook de beste) kampioen van België werd en de jongste weken zijn conditionele paraatheid etaleerde met overwinningen in Angreau-Honnelles en in de Vlaams-Brabant Classic in Zemst-Laar zal daar helemaal anders over denken. In het buitenland maakte hij met opgaves in de Valromey Tour (Fr.) en in het Europees kampioenschap geen goede beurt. Hij stelde daar recentelijk wel wat tegenover in Italië met een vijfde plaats in de Memorial Pietro Merelli en een vijftiende in de Trofeo Emilio Paganessi (134 km.!) maar die prestaties wogen niet genoeg door om Ramses Debruyne(éérstejaars!), Milan Paulus, Alex Vandenbulcke (de perfecte teamplayer) of Jago Willems te verdringen. Milan Paulus is de absolute sterkhouder in dit gezelschap. Hij excelleerde zowel in de ééndagskoersen als in de meerdaagsen, ook in het buitenland: vijfde in de Classique des Alpes (Fr.), derde in de Ain Bugey Valromey Tour (Fr.), zevende in de Giro della Lunigiana (It.),… In eigen land won hij met groots vertoon de Ardennekoers in Vresse-sur-Semois. Alleen is het de vraag of hij op het Vlaamse parcours in Yorkshire fysiek niet te licht zal uitvallen tegen de vele costauds.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten