zondag 4 december 2022

Davide REBELLIN zal dus nooit gestopt zijn als coureur

 

Davide, Davide, wat heb je nu gedaan?

Dit is toch niet jouw manier om het zwarte gat (na de koers) te anticiperen.

Natuurlijk niet, want je had ook een familie die jou dierbaar was en die nu zonder jou verder moet.

Jouw allerbruutste pech heeft er wel voor gezorgd dat je nooit coureur-af zult geweest zijn. Misschien kan het als troostprijs een heel klein beetje tellen dat je stierf in het harnas!

 


(perempic@rchief - Peter REMMERIE)

Davide stamde uit een diepchristelijk Italiaans gezin. Hij was misdienaar en men ging ervan uit dat hij geestelijke zou worden tot de lokroep van de koersfiets nog luider klonk.

 

Davide was reeds spraakmakend als junior. In 1989 won hij de hoogaangeschreven Driedaagse van Axel (Ned.) vòòr Andrea Peron en Richard Groenendaal.

Twee maanden later werd hij aan de zijde van Rossano Brasi (de in 1995 de Scheldeprijs zou winnen), Andrea Peron en Cristian Salvato in Moskou wereldkampioen in de ploegentijdrit van … 70 km. die ze aan 46,299 km./u. afhaspelden.

Als belofte liet David er slechts één jaar wat gras over groeien. In 1991 won hij de Giro delle Regione, de wegrit (vòòr Michele Bartoli) van de Mediterrane Spelen en werd hij in Stuttgart (na de Oekraïener Viktor Rjaksinski, van wie daarna nog amper wat gehoord werd) vice-wereldkampioen. 

Davide Rebellin had meteen een status verworven die hij spijts enkele haperingen dertig jaar gestand zou houden.

 

Davide was reeds op zijn 20ste klaar voor de beroepscategorie en GB-MG-Bianchi was de andere teams te snel af om hem naast het Italiaanse puikje plus een Vlaamse enclave (Carlo Bomans, Dirk Demol, Johan Museeuw, Wilfried Peeters, Ludwig Willems als renners / Roger De Vlaeminck en Patrick Lefevere als assistent-ploegleiders).

 

Davide had niet zoveel haast als Francesco Moser en Giuseppe Saronni. Hij leek in 1996 een klassementsrenner te zijn wanneer hij in mei/juni zesde werd in de Giro en in september zevende in de Vuelta. In Italië was hij de beste op de Monte Sirino en kwam er voor zes dagen in het bezit van la maglia rosa tot hij tijdens de derde week begaf. Hij had meteen begrepen dat het nastreven van een klassement niet aan hem besteed was, al leek de Vuelta dat drie maanden later nog te weerleggen. Hij kwam er voor geen enkele dagzege in aanmerking, volgde zoveel mogelijk de groep met de favorieten en die roestige vastigheid voerde hem naar de zevende eindplaats. Dat zou niet voor herhaling vatbaar zijn. Davide kreeg almaar meer afkeer van de grote ronden waarvan hij er in de 21ste eeuw geen enkele meer uitreed maar voor kortere rittenkoersen haalde hij de neus niet op.

De focus werd vooral gericht op de ééndagskoersen waarin hij tot een gigant uitgroeide en er tientallen zou winnen. Het strafste was zijn drieslager Amstel-Flèche-LBL die hij zich in 2004 in zeven dagen toeëigende. Philippe Gilbert deed hetzelfde in 2011 en was nog iets straffer want hij liet er de Brabantse Pijl aan voorafgaan.

Méér en béter leek voor Rebellin niet meer mogelijk maar in 2007, 2008 en 2009 beleefde de overrijpe dertiger in ‘zijn’ Ardennen een remontada: hij won een tweede en een derde keer La Flèche en stak een gretige hand uit naar een bis in Liège-Bastogne-Liège. In de beide Waalse klassiekers waren enkel Alejandro Valverde en Eddy Merckx nòg bétere performers.

 

De overige klassiekers waren minder zijn ding, al opende hij in Milano-Sanremo 1995 met een vierde plaats die hij dertien jaar later zou herhalen. In Vlaanderen en Roubaix had hij niets te zoeken, zoals wel in de Giro di Lombardia, waarin hij zeven keer de top tien haalde met een tweede plaats (na Michele Bartoli) in 2002 als hoogste goed.

 

Davide Rebellin geraakte evenwel zwaar in opspraak nadat op 28 april 2009 bekend werd dat er bij extra controles op dopingmonsters van de Olympiade 2008 alsnog zes sporters positief werden bevonden op cera, de nieuwe variant van epo. Het Comitato Olimpico Nazionale Italiano wees een dag later Davide Rebellin aan als één van die zes, hij was in de wegrit van Beijing tweede was geworden na Samuel Sanchez. Hij werd voorlopig geschorst maar moest zijn zilveren medaille metéén inleveren. Op 7 juli 2009 werd ook zijn B-staal positief bevonden, hij werd effectief voor twee jaar geschorst, tot april 2011. Over and out, denk je dan, want Rebellin was op weg naar zijn … 40ste verjaardag.

Hoe vèr kan een mens er (alweer) naast zitten? Rebellin keerde op 7 mei 2011 terug in het peloton van de Vuelta a Madrid en het was alsof hij nooit was weggeweest want hij reed van ereplaats naar ereplaats. Op zijn volgende overwinningen was het wachten tot halfoogst wanneer hij binnen de vier dagen de Tre Valli Varesini (1.HC) en de de Trofeo Melinda (1.1) won. Zijn bescheiden teams (Miche-Guerciotti en Meridiana Kamen) wisten niet waar ze het hadden en dat genoegen viel vanaf mei 2012 ook het Poolse procontinentale team CCC te beurt.

Scoren op World Tour - niveau was er niet meer bij, wel in Italiaanse staellietkoersen als Emilia 2014, de Coppa Agostoni 2015 naast dagzeges in korte rittenkoersen en zelfs een eindzege in de Sibiu Tour. Tijdens zijn jongere jaren kon hij in die sector vooral Paris-Nice 2008 aan zijn palmares toevoegen.

Davide Rebellin was de Italiaanse versie van Alejandro Valverde, die er ‘slechts’ mee doorging tot zijn 42ste. De Italiaan zong het nog beduidend langer uit en haalde tijdens het seizoen waarin hij (op 9 augustus 51 jaar werd) nog eervolle resultaten behaalde op de internationale kalender.

De schrik voor het zwarte koersgat hield Davide op de koersfiets die hij geen dag kon missen en dus ook niet op de laatste etmaal van november 2022 waar hij op het verkeerde moment op de verkeerde plaats was net als die vermaledijde vrachtwagenchauffeur die hem aanreed en (omdat hij zijn rijbewijs al eens kwijtspeelde in Italië) zijn weg vervolgde, Rebellin dood achterlatend.

 

Hopelijk wordt Davide Rebellin niet vooral herinnerd als een dopingzondaar. Hij werd ontmaskerd en gestraft in schril contrast met zoveel anderen (van wie er enkelen na de verjaring van hun feiten bekenden en er bijna mee koketteerden). Vooral het ongemoeid laten van Gewiss-Ballan maakte de dopingaanpak tijdens het eerste decennium van deze eeuw onefficiënt en totaal ongeloofwaardig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten