zaterdag 10 december 2022

Maar waarom er telkens opnieuw 

de angels  extra indraaien?

 

ROGER na EDDY

de best(prestérend)e ééndagscoureur

 

Bahamontes 41 is nadrukkelijk gewijd aan Roger De Vlaeminck, die deze zomer zijn 75ste verjaardag betreurde. Een overterechte hommage aan de na Eddy Merckxbest(presterend)e ééndagscoureur, die dus nòg béter deed dan Rik Van Looy. Eigenlijk schieten superlatieven tekort om Rogers voetafdruk op het wielergebeuren (ook als veldrijder!) van 1969 tot en met 1984 te beschrijven.

 

Roger DE VLAEMINCK als 34-jarige tijdens het criterium van Ronse in 1981.
(perempic@rchief - Peter REMMERIE

In het andermaal wondermooie Bahamontes is Roger opnieuw zijn absolute zichzelf en dat mag maar waarom er ook weer de angels extra diep indraaien in plaats van ze eruit te houden. Zo jammer want het geeft zijn blazoen een ranzige rand.

Johan De Muynck en Freddy Maertens zijn daarbij de gebeten honden. Beiden hebben Roger nochtans niet daadwerkelijk, hooguit verbaal misdaan. Johan voelde zich in de Giro van 1976 als drager van la maglia rosa verraden door zijn kompanen Roger en Ronald (De Witte), Freddy had het over onverloonde hand- en spandiensten in de Ronde van Vlaanderen 1977. 

Roger ontkent de beide aantijgingen in alle toonaarden en herhaalt dat uitvergroot tijdens zijn mega-interview in Bahamontes 41.

Waarvoor was dat goed en nodig? Wat zou Roger ervan vinden indien de entourage van Monseré er telkens opnieuw terugkwam op Rogers verzuurde relatie met Jean-Pierre als drager van de regenboogtrui? 

Voor de rest valt er vooral veel goeds te vertellen over Roger De Vlaeminck, inderdaad één van de stijlrijkste coureurs, die op zijn eerste dag als contractrenner met de deur in huis viel met een eclatante overwinning in de Omloop Het Volk. 

 

Op 23 februari 1969 deed hij in Magstadt (D.) de wereldtitel veldrijden bij de amateurs cadeau aan René (vader van MarioDe Clercq; Roger zou die regenboogtrui toch niet kunnen dragen, zijn boezemvriend wel.

Roger maakte de zaterdag daarop zijn profdebuut in de Omloop Het Volk die hij meteen won. Zijn recital als sublieme ééndagscoureur was ingezet.

Als een kroonprins bestormde hij het keizerrijk van de Brusselse Kannibaal maar dat deed hij al te driest. In de klassiekers kon hij Eddy al naar de kroon steken maar niet in de Tour, waartoe hij zich als kakelverse kampioen van België al te voortvarend op stortte tot hij zichzelf tegenkwam. 

Roger schoof tijdens de aansluitende jaren almaar dichter bij Eddy en werd samen met hem en Rik Van Looy de enige die de vijf monumentale klassiekers minstens één keer won. Roger won ook de meeste topkoersen net daaronder maar niet Gent-Wevelgem (viermaal tweede) noch Paris-Tours.


De beste beslissing die hij als coureur nam, was om na 1971 het archaïsche Flandria de rug toe te keren en Italië te kiezen als uitvalsbasis, eerst bij Dreher en daarna bij Brooklyn, waarvoor hij meteen Milano-Sanremo een eerste keer won en er van de baas een … Ferrari bovenop kreeg, die hij evenwel gauw weer van de hand deed. Italië was voor Roger het Beloofde Land, waar hij het sportief en financieel helemaal naar zijn zin had. Indien Freddy Maertens na 1976 dezelfde move had gemaakt, dan zou zijn palmares kwalitatiever zijn geweest. Roger won behalve drie keer de Primavera (en zes keer de aanloop van Tirreno naar Adriatico) tweemaal Il Lombardia. 

Ook op de Giro zette hij een zware voetafdruk: ei zo na viermaal in de top tien van het tijdklassement en 22 dagzeges. In zijn bestjaar 1975 werd hij na zeven (!) dagzeges zelfs vierde en aansluitend reed hij een - naar eigen zeggen - een nòg straffere Tour de Suisse, die hij op zijn palmares bijschreef nadat hij Merckx op de slotdag driemaal (!) klopte: in de korte voormiddagrit, in de klimtijdrit en in het eindklassement. 20 juni 1975 zal vèruit Rogers mooiste dag uit zijn koersleven geweest zijn. Eddy kloppen was zijn hoogste goed.  Bahamontes 41 brengt aan het licht dat hij dat 19x deed.

Veel minder ophefmakend was zijn passage in de Tour, waarvoor hij de neus ophaalde. Hij zette er drie keer in aan maar gaf er telkens gauw de brui aan. Daags nadat hij in 1970 in Valenciennes een dagzege had behaald, liet hij zich in Vorst gewoon vallen om via een ambulance uit de Tour te kunnen ontsnappen. Ik stond op die plek, zag het gebeuren, dacht er toen al het mijne van maar durfde er Roger niet mee confronteren tot hij er zelf mee uitpakte. Dat dit een gapende lacune op zijn palmares is, dat beseft Roger nu ook wel. Hij hield niet van Frankrijk, behalve van Roubaix waar hij vijfmaal triomfeerde en zich in 1978 gedeisd moest voor zijn frère-ennemi Francesco Moser.

Om al in 1970 Liège-Bastogne-Liège te winnen moest broer Eric Merckx een zetje geven in de tunnel van Rocourt en in Vlaanderen zeven jaar later benutte Roger de uitgesloten Freddy Maertens als gangmaker om ongemakkelijk en met een pak verwijten de finish in Meerbeke als eerste te overschrijden. 

 

Helaas kwam Roger niet in het bezit van de regenboogtrui en dat had hij vooral te wijten aan een misplaatst sneer richting Lucien Van Impe (die nu één van zijn beste vrienden is) maar die hem in Yvoir 1975 geen handje toestak bij zijn achtervolging op Hennie Kuiper.

Roger behoort met (in alfabetische orde) Jacques Anquetil, Bernard Hinault, Sean Kelly en Eddy Merckx zonder discussie tot de vijf (!) best prestérende naoorlogse coureurs, zelfs het palmares van Rik Van Looy steekt het zijne niet naar de kroon.

 

Hoe jammer toch dat deze campionissimo nog zo weinig in het openbaar verschijnt en even zelden in de randprogramma’s van de koers opdoemt? Roger zou eens moeten weten hoe velen hem graag willen terugzien, live of op het scherm. Hij is een warme mens en heus een toffe pee als hij het niet (onnodig) op de heupen krijgt. En waarom zou hij geen uitgesproken mening mogen hebben, zelfs al druist die in tegen de gangbare normen?

 

Mij zal hij nu wellicht aanrekenen dat ik het in mijn inleiding had over de angels die hij er terug indraaide in plaats van ze eruit te laten. Ik mag het wellicht vergeten om ooit nog langdurig te tafelen, herinneringen op te halen en kwinkslagen uit te delen. Ik ben een beetje zoals Roger, zeg graag mijn ongezouten mening. Hij mag mij mijn kritische noot niet kwalijk nemen.

1 opmerking: