zondag 4 december 2022

Ercole BALDINI

grande campionissimo 

met ultrakorte carrière

 

 

Hij zou op 26 januari 90 jaar worden. De mooiste omschrijving van Ercole Baldiniluidde: “hij was als een versgebakken pizza die snel genuttigd moest worden”. En of “La Locomotiva di Forli” dat besefte en dus liet hij de “lekkernij” niet koud worden.


(perempic@rchief - Peter REMMERIE)

Ercole was een gedateerde amateur want al bijna 24 jaar met een spraakmakend portfolio waarop de Italiaanse en de mondiale titel in de achtervolging, telkens behaald op Leandro Faggin, die in deze discipline het mooiste palmares zou voorleggen: driemaal (1963, 1965, 1966) wereldkampioen en ook nog driemaal tweede en evenveel keer derde. 

De jonge gladiatoren vlogen samen naar de Olympiade in Melbourne. Leandro won er de kilometer (1’09”8) en de ploegenachtervolging (4’37”4). Ercole domineerde op het circuit van Broadmeadows, waar hij al op ruim 50 km. van de finish de vlucht vooruitnam. Het peloton spatte uiteen. Enkel de eerste vier achtervolgers, onder wie de beslagen Oost-Duitse staatsamateur Gustav-Adolf Schur, arriveerden nog net binnen de twee minuten na hem. 

 

Baldini was aan de Olympische wegrit begonnen als de algemene werelduurrecordhouder die op 19 september het amper 82 dagen jonge record van Jacques Anquetil met 234 meter had verbeterd. 

Baldini’s kennismaking met de Giro in 1957 werd een schot in de roos: winst in de tijdrit (58 km.) van Forte dei Marmi en in de eindstand derde na Gastone Nencini en Louison Bobet maar vòòr Charly Gaul, Raphaël Geminiani, Miguel Poblet, Raymond Impanis, Pasquale Fornara, …

Je voelde zo aan dat hij in 1958 imbattibile zou zijn en zo viel het ook uit met winst in twee van de drie tijdritten maar ook in de zware bergritten naar Verona (aankomst op de top van de onuitspreekbare Boscochiesanuova) en naar Bolzano (over de Pordoi, de de Campolongo en de Gardena). 

Ercole was op zijn 25ste de beste én de veelzijdigste van het peloton en dat zette hij drie maanden kracht bij op het WK in Reims-Gueux. Hij schoof mee in de vroege vlucht met zijn landgenoot Gastone Nencini, Louison Bobet en Gerrit Voorting. Voorting moest de rol lossen en Bobet was, bengelend tussen hamer en aambeeld, niet bestand tegen een demarrage van Baldini en boette alsnog volle twee minuten in op de Locomotiva di Forli.

 

En dat was het zo ongeveer. Baldini had al zijn hoge doelstellingen gehaald: het werelduurrecord, wereldkampioen achtervolging, Olympisch kampioen, meervoudig kampioen van Italië, de Giro gewonnen en bovenal wereldkampioen op de weg. Veel moest er daar voor hem niet meer bijkomen tenzij de GP des Nations, die hij won in 1960 nadat hij het in 1957 nog met 3’10” had moeten afleggen tegen Jacques Anquetil

 

Het was een illusie dat hij ook de Tour kon winnen, al werd hij in 1960 zesde (na winst in de koninginnenrit van Grenoble naar Aosta). Het Franse hooggebergte was hem meestal te hooggegrepen, zelfs in de klimtijdrit op de Puy de Dôme werd hij zoekgereden: 24ste op 6’19” van de aanstaande eindwinnaar Federico Bahamontes. Die neergang herhaalde zich in de vlakke 70 km. tijdrit naar Dijon, waarin hij pas zevende werd op 5’19” van dagwinnaar Roger Rivière. Baldini had de nacht tevoren geen oog dichtgedaan en kwam nooit in zijn ritme. Aansluitende onderzoeken wezen op een sluimerende blindedarmontsteking. Na een operatief ingrijpen haalde hij nooit meer zijn oude niveau. Naar de Tour kwam hij nog driemaal terug met een achtste plaats in 1962 als hoogste goed, ruim een maand nadat hij ook in de Giro niet dichter was gekomen dan de zevende plaats.

In Milano-Sanremo (10de in 1958) en verrassend ook in de Giro di Lombardia (8ste in 1958 en 7de in 1962) deed hij nooit mee voor het podium. Eigenlijk was zijn heilige vuur dan al gedoofd, al hield hij het nog vol tot in 1964 met een vroege opgave in zowel de Giro als de Tour. Toch nam hij een beetje afscheid in schoonheid met brons in het WK achtervolging. In de halve finale werd hij (+6”) overvleugeld door de wereldkampioen in spe Ferdinand Bracke maar in de kleine finale haalde hij (-8”) duidelijk van de Deen Freddy Eugen. Anderhalve maand later werd hij met Vittorio Adorni na Gianni Motta - Giacomo Fornoni tweede (+37”) in zijn Trofeo Baracchi, die hij viermaal had gewonnen.

 

Baldini had een nog copieuzer palmares binnen zijn bereik maar de veer brak, omdat hij binnen zijn comfortzone ook nog rijk huwde. Hij hield van het goede leven en zat lekker in het vlees. Hij was een Italiaanse Bourgondiër, een Adonis die zijn sport tot kunst verhief. Hij was één van meer anderen die het testament van Gino Bartali en Fausto Coppi moest uitvoeren maar dat liever niet al te langdurig deed. 

 

Voor Ercole Baldini was 1964 niet ‘het jaar teveel’ maar waren àlle jaren zestig ‘dé jàren teveel’. Hij bleef het wielrennen evenwel genegen en toen het bescheiden team Eldor-Viner in 1993 in de problemen kwam haalde Baldini er Mapei bij om hulp te bieden. ‘s Werelds grootste producent van lijmen, kitten en chemische producten voor de bouw zou gedurende negen seizoenen van het wielerpeloton deel uitmaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten