dinsdag 17 december 2019

Yoran Van Gucht, primus inter pares van het bouwjaar 2004

Zoals hij al drie seizoenen de toon aangaf bij de aspiranten, zo zette hij dat voort als eerstejaarsnieuweling: de primus inter pares van het bouwjaar 2004 zijn. Hij veroverde de beide Oost-Vlaamse en de beide Belgische titels en tussendoor ook de Vlaamse op de weg. Op 15 december nam hij de draad terug op met de verovering van de Vlaamse titel omnium, dat moet zowat zijn elfendertigste titel zijn.

Zelden heeft een renner zo zijn stempel kunnen drukken op zijn leeftijdsgroep als Yoran Van Gucht de vier voorbije jaren deed. De Baasrodenaar pakte als eerstejaarsnieuweling alle titels die er te veroveren waren. Qua kampioenschappen misliep hij enkel de ploegentijdrit in Borlo.
“In een bocht schoof ik onverklaarbaar weg”, legt Yoran uit. “Gelukkig reed ik in vierde stelling, anders waren er nog meer gevallen. Toch was het elan onderbroken, anders zouden we met Luca D’Hollander, Joppe Heremans, Yorick Slaets, Joppe Sterck en Cédric Van Raemdonck weliswaar niet gewonnen hebben maar wel op het podium hebben gestaan.”
“In Lendelede kampioen van België worden was het mooiste”, herinnert Yoran zich graag. “Het was niet evident om het peloton gesloten te houden en er met enkele anderen zelf uit ontsnappen zat er ook niet in. Jarne Jonckheere en Xander Verhagen slaagde daar wel in en leken gewonnen spel te hebben. Uiteindelijk liep alles weer samen zodat ik het kon afronden.”
Zijn titels in het tijdrijden vond ik minder allure hebben. In het BK in Sint-Lievens-Houtem was hij wel degelijk de beste éérstejaars maar zestien tweedejaars klokten een betere tijd af. Dat zijn er (te) veel. Zelfde opmerking voor het kampioenschap van Oost-Vlaanderen, waarin vier éérstejaars een betere tijd lieten afklokken. 
Het seizoen eindigde niet te vroeg voor Yoran. 
“In Jemeppe werd ik helemaal weggereden en de week daarop was ik ziekjes, waardoor het ook in Tielt voor geen meter liep, wat mij deed afstappen, iets waaraan ik zelden of nooit toegeef. De zondag daarop was anoniem uitrijden in Affligem het hoogst haalbare.”
Het hoort erbij dat het niet altijd allemaal even perfect loopt, zoals het wel doet in het Koninklijk Atheneum van Dendermonde, waar hij met grote bijval de richting economie - moderne talen volgt. Tijdens de eindejaarsperiode gaat hij verder op titeljacht aan de Blaarmeersen, waar hij vorige winter reeds het goud van de scratch en het omnium bemachtigde. Zelfs de tweedejaars konden het hem niet beletten. Ook in de snelheid (tweede na Renzo Raes) en in de achtervolging (derde na Noah Detalle en Renzo Raes) besteeg hij het podium. 
Eén en ander zal hij normaliter nòg overtreffen in de aanloop naar het wegseizoen 2020 met als voor de hand liggende objectieven: de kampioenschappen, de Beker van België, de Topcompetitie, hopelijk beloond met een selectie voor de Radjugendtour Oststeiermark (Oost.) en/of het Critérium Européen (Lux.). Het bouwjaar 2004 komt in 2020 samen met de sterke lichting van 2005, aangevoerd door Corentin Delhaye, Sente Sentjens, Liam Van Bylen, Yarno Van Herck, Viggo Van Neste, ….. wiens aanwezigheden de nieuwelingenkoersen een hopelijk meer open karakter zullen geven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten