De almacht van de grote ronden, de speeltuin van Ineos en Jumbo
Jumbo-Visma kan Team Ineos in 2020 nog wat meer naar de kroon steken dan het in 2019 al deed. Tom Dumoulin kwam er, na zijn quasi nuljaar, bij. Steven Kruijswijk (derde in de Tour) en Primoz Roglic (dé renner van 2019) waren er al en er zijn ook nog Laurens De Plus als jonge en Geraint Thomas als oudere joker.
Ook Team Ineos zat niet stil. Het voegde Giro-winnaar Richard Carapaz toe aan Tourwinnaar Egan Bernal en de terugkerende Chris Froome. Met de 22-jarige Ivan Sosa heeft het op zijn beurt een jonge joker in huis.
Het ziet er dus sterk naar uit dat de grote ronden en de kortere rittenkoersen (waarvan ze er in 2019 acht van de zestien wonnen) de speeltuin zullen blijven van de twee teams met het hoogste budget en die amper geïnteresseerd zijn in de grootste ééndagskoersen. Goed dat Wout Van Aert er daar is voor Jumbo. Op zo’n iemand kan Ineos niet terugvallen of het zou moeten zijn dat Gianni Moscon eindelijk ontbolstert of dat Michal Kwiatkowski heropstaat.
Wie kan Ineos en Jumbo in verlegenheid brengen in de rittenkoersen?
Het gesaneerde Movistar, waar Richard Carapaz (naar Ineos), Mikel Landa (Bahrain-McLaren) en Nairo Quintana (Arkéa-Samsic) vertrokken en enkel Enric Mas in de plaats kwam terwijl still very good old Alejandro Valverde bleef? Mas won niet bepaald aan geloofwaardigheid tijdens zijn afsluitende campagne bij Deceuninck-Quick.Step.
Het brede Astana met Jakob Fuglsang (de Dauphiné gewonnen), Ion Izagirre (het Baskenland) en bovenal Miguel Angel Lopez (die nog 26 jaar moet worden en die al derde werd in de Giro en in de Vuelta maar nog niet aanzette in de Tour)?
Runner up Bora-HansGrohe met Emanuel Buchmann, Felix Grossschartner en Maximilian Schachmann voor wie een dichte ereplaats evenwel de limiet lijkt?
Goed dat Primoz Roglic, de lijstaanvoerder van het huidige peloton, meer wil zijn dan een loutere klassementsrenner. Na zijn derde plaats in de Giro en zijn triomf in de Vuelta ging hij, hoewel behoorlijk uitgeblust, nog door in het wereldkampioenschap en zelfs in ILombardia. Tussendoor won hij Varese en Emilia. In 2020 belooft hij enige zinnen te zetten op de Ardense klassiekers, inzonderheid Liège-Bastogne-Liège.
Ook Alejandro Valverde, de vorige lijstaanvoerder, is een all season - coureur. Na Nederlands Limburg, de Ardennen, San Sebastian en ILombardia kwam hij het de jongste jaren ook zoeken én wat vinden in Milano-Sanremo en in de Ronde van Vlaanderen, met in 2019 een zevende respectievelijk achtste plaats.
Behoudens de vertrokken Eric Mas kwam bovenstaand geen enkele coureur van Deceuninck-Quick.Step aan bod maar The Wolfpack stelt overtreffend zoveel in de plaats in het ééndagswerk en met tientallen dagzeges. Deceuninck-Quick.Step is niet de rode draad maar de dikke blauwe kabel door het seizoen en neemt zo, met de onvolprezen Julian Alaphilippe als exponent, een voorbeeldfunctie op voor de meeste andere teams.
Eigenlijk zou men de rittenkoersen moeten hervormen tot een soortement vijfkamp met een verhoudingsgewijze optelling van de rituitslagen, een plaatsen- in plaats van een puntenklassement, via de transponders gechronometreerde passages op de cols, tijdritten en last but not least het tijdklassement als zwaarst doorwegende factor. Het zou véél meer spankracht met zich brengen, zeker indien men het aantal ritten reduceerde naar vijftien (3 x 5) in plaats van (3 x 7) kortere ritten.
Wishfull thinking, ik besef het maar ik blijf proberen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten