Overleden op zijn 83ste …
Alfons Sweeck
een (al té) korte carrière
Alphonse was een uitmuntende dilettant die zowat veertig overwinningen behaalde met een internationale dimensie want hij behaalde, behalve in de Ronde van België, ook dagzeges in Zweden, Tunesië en de Milk Race. Ook het ééndagswerk lag hem want in Gent-Ieper 1957 maakte hij zich uit de voeten voor de snellere Jo de Roo.
Meer moest dat niet zijn voor Berten De Kimpe, om Alfons als goedkope onafhankelijke geregeld te laten opdraven met de beroepsrenners, wat hij vooral in de lange tijdrit (tweede op 27” van Tom Simpson) van de Circuit de l’Ouest (Fr.) uitstekend deed. Als beloning mocht hij meedoen in de 100 km. lange G.P. des Nations, waarin hij knap negende werd.
In 1960 kon hij als voltijds beroepsrenner aan de slag bij Groene Leeuw - Sinalco - Sas met zowaar de Ronde van België als cliffhanger. Wat hem niet gelukt was bij de liefhebbers en bij de onafhankelijken viel hem onverhoopt te beurt als neo-prof. Hij was na derde rit in het bezit gekomen van de leiderstrui. Het kwam hem goed uit dat er ’s anderendaags een ploegentijdrit was waarin zijn groene makkers Arthur Decabooter, Oswald Declercq, Constant De Keyser, José Denoyette, André Messelis en Marcel Seynaeve zich uit de naad fietsten en met ruim verschil wonnen zodat de eindzege van Sweeck helemaal kwam vast te staan. En dàt veertien dagen na de Vuelta, waarin hij zich tot een modelhelper ontpopt had in een dominant Groene Leeuw - Sinalco - Sas, dat het ploegenklassement won, met Frans De Mulder en Armand Desmet eerste twee plaatsen in het tijdklassement bezette, met Arthur Decabooter de puntenstand won alsook zeven van de achttien etappes. Alfons Sweeck (zestiende in het klassement) nam er daar één van voor zijn rekening maar daarna werd het stil rond hem. In de Vuelta van 1961 liet hij zich opmerken met een tweede plaats (na Antonio Suarez) in de 48 km. lange tijdrit maar twee dagen later gaf hij op. Zelfs in het kermiscircuit kon hij zich niet meer doorzetten en in 1962 ging het van weinig naar nog minder. Met een anonieme 12de plaats in de tijdrit en een 26ste eindplaats in de Vuelta kwam hij niet in aanmerking voor een begeerde selectie voor de eerste Tour met merkenteams. Zelfs in de kermiskoersen lukte het almaar minder en bleef het bij een symbolische zege in Lessines 1961 en in Buggenhout 1962. Zijn laag maandloon van die dagen werd nog verder gereduceerd maar Alfons hield liever de eer aan zichzelf en gaf er al op zijn 26ste de brui aan. Hij voelde zich zoveel nuttiger als metser in loondienst en amuseerde zich met duiven.
Begin de jaren zestig waren korte carrières geen uitzondering. Niet in het minst de discipelen van Berten De Kimpe hadden daaronder te lijden en dat werd wel eens in verband gebracht met uitgeperst worden als een citroen.
Alfons Sweeck werd de jongste jaren blij gemaakt door zijn kleinzonen Diether, Hendrik en vooral Laurens die furore maakten in het veldrijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten