vrijdag 6 december 2019

Dries De Pooter
… en dàt als 16-jarige éérstejaars

Let op de naam “Dries De Pooter” en nièt “De Poorter”.
Behalve onder anderen Ramses Debruyne, wegkampioen Arnaud De Lie, Siebe Deweirdt, Robin Orins en Lars Van Ryckeghem (kampioen tijdrijden) heeft ook Dries De Poorter het als éérstejaarsjunior uitstekend gedaan met als niet onbelangrijk detail dat hij het hele seizoen als zestienjarige doormaakte.

Dries voetbalde eerst bij de u12 van K.S.A.V Sint-Dimpna - Geel.
“Ik stond in de spits en toen ik almaar minder scoorde, hield ik de eer aan mezelf”,knipoogt Dries, “en trok naar de Wielerschool van Herentals en ruilde ik de bal voor de koersfiets.”
Vooral dit jaar is dat de juiste switch gebleken. Zonder fatale wegvergissing in de slotmanche in Jemeppe-sur-Sambre zou hij de eindwinnaar zijn geworden van de Beker van België dankzij vierde plaatsen in de Vlaams-Brabantse Pijl van Korbeek-Lo en in de Arend van Rekkem, vijftiende plaatsen in de G.P. van Bonheiden en in de G.P. Glineur - Frameries,  de G.P. Eddy Schepers in Linter (22ste) en in Angreau-Honnelles (tiende). 
Vooral zijn tweede plaats in de Ardennenkoers van Vresse-sur-Semois (na Milan Paulus) en zijn vierde plaats (op 25” van Lars Van Ryckeghem) in de tijdrit van de Memorial Igor Decraene stelden nòg meer voor.
Dries bewees het ook te kunnen afronden in drukbezette regionale koersen van Geel-Stelen (84 dln.), Herselt (106 dln.) en Ravels (74 dln.). Ook dàt bracht hij voor mekaar als 16-jarige. Vooral de eerste, een zege in zijn thuiskoers, bracht hem op de rand van het delirium.
“Ik verkeerde in bloedvorm”, herinnert Dries zich graag, “en ik demarreerde reeds na drie ronden, hield toch nog genoeg reserves over een lange krachtspurt in mijn voordeel te beslechten. Wauw!”
Het viel hem te beurt vier dagen vòòr Vresse-sur-Semois. Topconditie dus, zeg wel die Rik Van Looy in zijn tijd omschreef als een … ziekte en inderdaad: Dries werd ook serieus ziek, kreeg een antibioticakuur opgelegd die hij stopzette om te kunnen deelnemen aan de zware Aubel-Thimister-Stavelot, waarin hij niet werd weggereden maar vijfde werd in de openingsrit en zeventiende in het eindklassement. Hij dwong het af twee en een halve maand na een ook al gesmaakt internationaal debuut in de Driedaagse van Axel (Ned.) op totaal ander terrein met een top twintig in drie van de vier ritten en toch pas 38ste werd in het eindklassement.
“Ik reed een dramatische 12,2 km. tijdrit (87ste op 1’34” van de aanstaande wereldkampioen Quinn Simons)”, bloost Dries. “Ik had nochtans goed opgewarmd maar het liep voor geen meter. Ik was mij dan nochtans al bewust van het belang van tijdrijden en werkte daar ook aan en dat wierp zijn vruchten af in de Memorial Igor Decraene, waar ik de declic maakte met een vierde plaats.”   
Daarmee is hij helemaal met hand en tand gewapend om als tweedejaarsjunior de fraaie opgaande lijn door te trekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten