103de Giro:
de waanzin vèr voorbij
Met start in Boedapest (individuele tijdrit van 9,5 kilometer) en aankomst tweeëntwintig dagen later in Milano (individuele tijdrit van 16,5 kilometer) is de Giro van 2020 mooi ingekapseld, dat wel.
De contouren worden getekend door een Hongaarse driedaagse, een vinnige passage op Sicilië (waarop Vincenzo Nibali vijfendertig jaar geleden geboren werd), een aanslépende tocht langs de Adriatische kust en een waanzinnige slotweek.
Organisator RCS Sports (een mediagroep) wikt maar het peloton beschikt en zal de nodige niet-aanvalspacten inbouwen zodat de kans groot is dat het pas na de tweede rustdag in actie zal schieten want eerder de verantwoordelijkheid van een duurzame maglia rosa opnemen zou voortvarend zijn. Zie maar wat Tom Dumoulin in 2018 en Primoz Roglic in 2019 overkwam. De 33,7 km. biljartvlakke tijdrit op de veertiende dag kan de pure klimmers wel nog in verlegenheid te brengen aan de vooravond van de finish op de top van Piancavallo. Toch zal vooral de moordende slotweek (met elke dag méér dan vijfduizend hoogtemeters) doorwegen met de finish op Madonna di Campiglio, naar Laghi di Cancano (alover de Stelvio, het dak van deze Giro) en de koninginnenrit van Alba naar Sestriere alover de Col d’Agnello, de Col de l’Izoard, de Monginevro en de slotklim naar het befaamde skioord. De korte afsluitende tijdrit in Milano zal, wat betreft het klassement, dan wel al overbodig zijn zeker, al weet je maar nooit.
Vraag is welke coryfeeën zich door deze Giro zullen aangesproken voelen, waar de Tour (wegens de Olympische Spelen in Japan) een week eerder bij aansluit. Peter Sagan zou er één van zijn. Zijn impact zal er evenwel nog geringer zijn dan in de Tour want voor de paarse trui van de puntenstand tellen de tussenspurten nièt mee. Geen spek voor de bek van de Slowaak, wiens teamgenoot Pascal Ackermann er dit jaar de winnaar van werd. De aanwezigheid van beiden kon wel eens tot een clash leiden, al verwacht ik dat Sagan het géén drie weken uitzingt.
De Giro van 2020 is niet enkel stuitend omwille van de vijf aankomsten (waarvan drie tijdens de slotweek) bergop maar evenzeer omwille van de negen (!) ritten van meer dan tweehonderd kilometer, die het tv-scherm tot een levend behang zullen degraderen.
Tot vervélens toe wens ik te herhalen dat zowel de Giro, de Tour als de Vuelta driemaal vijf in plaats van drie keer zeven dagen zou moeten tellen. Het zou de spankracht ten goede komen want meer klassementsrenners zouden alle drie de grote ronden afwerken.
Team Ineos (Egan Bernal, Richard Carapaz, Chris Froome en Geraint Thomas) en Team Jumbo-Visma (Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk, Primoz Roglic en zelfs Laurens De Plus) hebben de beste troeven om de drie grote ronden te coveren én (opnieuw) te winnen. Mijn verwachting is ook dat Bernal in 2020 voor de Giro (die hij in 2019 misliep) zal kiezen opdat Froome de onvoorwaardelijke kopman zou zijn in de Tour, die hij een vijfde keer wil winnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten