Ole Ritter voortrekker
van het Deense wielrennen
Ook wat betreft Denemarken (43.094 km2 groot / 5,6 miljoen inwoners = anderhalve keer zo groot als België, dat wel dubbel zoveel inwoners telt) mag men stellen “… waarin een klein (wieler)land groot kan zijn”.
Denemarken is een relatief jonge wielernatie. Hun nationaal profkampioenschap werd pas in 1989 een eerste keer apart verreden.
Ole Ritter had zijn land dan al ruim een kwarteeuw op de wielerkaart gezet. In Salo 1962 werd hij zowel in de ploegentijdrit (na Italië) als in de individuele wegrit (na de totaal onbekend gebleven Italiaan Renato Bongini) tweede. Op de Olympische Spelen van Tokio 1964 reed hij zowel de tijd- als de wegrit, met een zevende respectievelijk 74ste plaats als resultaat. Toch zou het nog drie jaar duren eer hij beroepsrenner werd, bij Germanvox. Hij bedankte met een dagzege in de Giro, de 45 km. tijdrit in Mantova, waar hij Rudi Altig en Ferdinand Bracke nipt voorbleef. 1968 stond vooral in het teken van zijn aanval op het één jaar jonge werelduurrecordvan Ferdinand Bracke, dat hij op 10 oktober met liefst 560 meter verbeterde! Het zou ruim vier jaar in zijn bezit blijven tot Eddy Merckxhet met 778 meter aanscherpte. De Girobleef de rode draaddoor zijn carrière. In 1969 won hij een rit in lijn. In de G.P. des Nations,het officieuze WK tijdrijden, werd hij in 1969 en in 1970 op zijn waarde geklopt door Herman Vanspringel, die over de honderd (!) kilometer telkens ruim twee minuten minder deed. Ook de Trofeo Baracchi(It.), een koppeltijdrit van 106 km. zou hij niet winnen. Met de jonge Leif Mortensen moest hij het in 1970 kansloos (+1’45”) afleggen tegen het Zweedse broederpaar Gösta en Tomas Petterson. Ook in het wereldkampioenschap bleef hij steken op de dichtste ereplaats. In Roma haalde hij het eind augustus 1968, zes weken voor zijn aanval op het werelduurrecord, wel nipt (-2”) van de 35-jarige drievoudige (1963, 1965 en 1966) wereldkampioen Leandro Faggin maar in de finale moest hij (+8”) de duimen leggen voor de Britse runner up Hugh Porter, die zijn eerste titel veroverde en er nog drie (1970, 1972 en 1973) op zou laten volgen. Voor de diesel Ole Ritter waren vijf kilometer te kort en te intens om het verschil te maken.
In “zijn” Giro evolueerde Ole van dagwinnaar (ook nog van de korte afsluitende tijdrit naar Milano vòòr eindwinnaar Gösta Petterson en Roger Swerts) alsnog tot een bescheiden klassementsrenner met aardige negende (1970), twaalfde (1972) en zevende (1973) eindplaatsen voor gevolg. Ook in Il Lombardia, de zwaarste monumentale klassieker, onderscheidde hij zich meermaals. Ole reed de Tour in 1975, waarin hij spraakmakendwas omdat hij Eddy Merckx onvrijwillig ten val bracht waarbij die een kaak brak en waarmee hij onverantwoord verder reed en in combinatie met een latere slag in de lever (hem toegebracht door een psychopaat) zijn kansen niet voluit kon verdedigen tegen Bernard Thévenet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten