Internationale zegestand 2019

Italië en “uiteraard”

Deceuninck-Quick.Step 

wonnen het vaakst

Ook een Venezolaanse eend in de bijt

Deceuninck-Quick.Step heeft zijn zegerecord van 2019 (73 overwinningen) niet verbeterd. Dat werd ook niet verwacht en het was dus géén doelstelling, wel een curiosum dat in 2018 wel gehaald werd. Dit keer bleef steken op 68 maar dan zònder kwaliteitsverlies. De cijfers van The Wolfpack van Patrick Lefevere (die op verre na niet over het hòògste budget beschikt!) zijn kwantitatief én kwalitatief duizelingwekkend en ook voor de eerstkomende jaren is de continuïteit is  verzekerd.

Italië was met 145 successen het vaakst winnende land op de internationale kalender vòòr Frankrijk (110), Nederland (106), België (87), Australië (63), Colombia (61), Spanje (55), Duitsland (51), Groot-Brittannië (40), Denemarken (39),… 

Italië haalde het vooral omdat het over het hoogste aantal renners beschikt. Kwalitatief wordt het evenwel overruled door België, dat begin 2019 de meeste vertegenwoordigers telde in de World Tour: 52 van de 48, één meer dan Italië. Frankrijk (41), Australië (31), Nederland 34), Spanje (30), … volgden.

In de top tien van de individuele internationale zegestand zijn er nog twee vreemde eenden in de bijt met elk een dozijn overwinningen. De 23-jarige Turk Onur Balkan mogen we wellicht veronachtzamen maar niet de 22-jarige Venezolaan Orluis Alberto Aular Sanabria, die dagzeges behaalde in Tachira, Kumano (2), Miranda (2) en de Vuelta van zijn land monopoliseerde met vijf dagzeges en de eindoverwinning. Hij werd ook kampioen van Venezuela tijdrijden. Jammer dat hij, om hem wat beter te kunnen inschatten, niet deelnam aan het wereldkampioenschap. Orluis Alberto reed in 2019 voor het … Japanse continentale Matrix Powertag en maakt in 2020 de promotionele overstap naar het procontinentale Caja Rural - Seguras RGA. Indien hij zou doorbreken dan zou hij niet de eerste Venezolaan zijn die daarin slaagt. Eerder waren er Leonardo Sierra (vooral dagwinnaar en tiende in de Giro van 1990 en zevende in 1991) en José Rujano (vooral drie dagzeges in en bovenal derde in de Giro van 2005).