Giro di Lombardia
dit jaar géén vijg na Pasen
maar het wordt nooit meer als in 1958
De Giro di Lombardia is voor mij de mooiste van de vijf monumenten omdat die als geen ander héél mééstal de onderlinge waarden op een exacte rijtje plaatst. De jongste jaren gaat men zich wel te buiten in het opdrijven van het aantal hoogtemeters tot boven de vierduizend zodat de corsa delle foglie morte (té) veel weg heeft van een klimkoers, die in 2016 dan ook door de notoire klimmer Jhoan Esteban Chaves gewonnen werd. Dat voelde als ontknoping alvast veel beter aan dan die van vijf jaar eerder toen men opgezadeld werd met het absolute Zwitsers one hit wonder Oliver Zaugg, die in Como zijn enige overwinning behaalde, waaraan enkel de elfde eindplaats in de Vuelta van 2008 was voorafgegaan en waarop vrijwel niets meer volgde zodat hij na 2016 de eer aan zichzelf hield en stopte met koersen.
Vrijwel alle andere edities waren het appuntamento van de metronomen.
Fausto Coppi (5), Felice Gimondi (2) en Eddy Merckx (3), samen goed voor tien overwinningen, spannen de naoorlogse kroon maar het is Franco Bitossi die verrassend als duurzaamst prestérende uit de bus komt: vijftiende in 1964, vierde in 1965, winnaar in 1967 en in 1970, tweede in 1968 en in 1971, derde in 1969, negende in 1972, tiende in 1973, achtste in 1974 en in 1976, derde in 1977.
Voor België maakten Philippe Thys (1917), Rik Van Looy (1959), Emile Daems (1960), Herman Vanspringel (1968), Roger De Vlaeminck (1974 en 1976), Fons De Wolf (1981) en Philippe Gilbert (2009 en 2010) het dozijn aan overwinningen vol. Die van Jean-Pierre Monseré in 1969 wens ik nièt mee te tellen: zijn afgedwongen tweede plaats had meer de afdronk van de zege dan zijn (na het diskwalificeren van Gerben Karstens) Pyrrusoverwinning.
Van die Belgische winnaars wonnen Rik Van Looy, Emile Daems, Roger De Vlaeminck en Philippe Gilbert ook de grondig verschillende Milano-Sanremo. Herman Vanspringel (derde in 1966) deed dat bijna en Philippe Gilbert (derde in 2008 en in 2011) is dat nog steeds van plan om aan te sluiten bij het unieke trio Van Looy - Merckx - De Vlaeminck, dat alle vijf monumenten minstens één keer op zijn naam schreef. In afwachting zal hij niet de neus ophalen om de corsa delle foglie morte een derde keer te winnen maar Sanremo zou het plaatje veelzijdiger maken.
Fred De Bruyne bleef in 1955 (na Cleto Maule, géén prutser maar al evenmin een topper) steken op de tweede plaats, die hij in 1958 minstens zou geëvenaard hebben. Die nazomerse editie zou tevens de ontknoping zijn van de “Desgrange-Colombo”, het vigerende jaarklassement, waarin Fred De Bruyne (89 punten) leidde vòòr Rik Van Looy (77). Voor Rik II kon een dubbelslag enkel aan de orde zijn indien Fred niet bij de eerste vier eindigde; een vierde plaats kon voor Rik wel volstaan indien Fred niet bij de eerste vijftien uitkwam. Die plot provoceerde een clash. Van Looy waagde zich na Monza aan een alles of niets aanval maar werd gecounterd door De Bruyne. De twee werkten aanvankelijk goed samen en telden op acht kilometer van de finish een kleine minuut voorsprong. In plaats van de buit netjes te verdelen (Rik de dagzege en Fred de eindoverwinning) wilden beiden àlles en keken de twee mekaar het wit uit de ogen. Fred sleepte en Rik liet zich uitzakken zodat ze in het zicht van de finish door het uitgedunde peloton overruled werden en ex aequo (zoals dat toen geformuleerd werd) geplaatst op de 27ste plaats. Van Looy was die dag meer verliezer dan De Bruyne, die zich als de wereldkampioen op punten van 1968 mocht aanzien. Wat moet Gilbert Vandromme die 19 oktober blij geweest zijn met die ontknoping en er wellicht nog steeds heimelijk van nagenieten.
De gouden editie in 1956 kreeg een verrassende ontknoping. De 37-jarige Fausto Coppi wilde aan het eind van een bleek seizoen zijn ultiem hoogstandje opvoeren maar kon zich, na een gecounterde aanval op de Madonna del Ghisallo, niet uit de voeten maken voor zijn zestien medevluchters en één van hen was hem bij invallende duisternis te vlug af: de nog relatief onbekende en onvermurwbare Fransman André Darrigade, die zich tot dan toe weinig had ingelaten met de klassiekers maar die wel al drie ritten in de Tour had gewonnen.
Er waren ook de dubbelslag van de Zeeuw Jo de Roo in 1962 en in 1963, waaraan hij telkens een triomf in Paris-Tours liet voorafgaan. Jef Planckaert was in 1962 al dé coureur van het jaar na overwinningen in Paris-Nice, Duinkerken en in Liège-Bastogne-Liège, een tweede plaats in de Tour, de Belgische titel op de Citadel de Namur maar in de nadagen van de Tour annex criteriumtournee incasseerde hij un coup de bambou en kon geen deuk in een pakje boter meer duwen, Jef was hoegenaamd géén najaarscoureur. De strijd voor de eindzege in de SuperPrestige kwam zo weer helemaal open te liggen en ook Jo de Roo voelde zich aangesproken en haalde met zijn dubbelslag van oktober een nog grotere slag thuis, die hij - om de toevalligheid te ontkrachten - het jaar daarop fijntjes overdeed.
Herman Vanspringel was de Jef Planckaert van zes jaar later: de Omloop Het Volk gewonnen, tweede geworden in Paris-Roubaix, in de Tour en in het wereldkampioenschap en dat geheel opgelijst in de Giro di Lombardia en in één beweging ook de SuperPrestige naar zich toegehaald en zich onverkort de kampioen van de wereld van 1968 mocht voelen.
PALMARES-RANKING
GIRO DI LOMBARDIA 1946-2019
… op basis van 150 120 105 90 75 60 54 48 42 36 30 24 21 18 15 12 9 6 3 punten.
1017
|
BITOSSI Franco
|
999
|
Merckx Eddy
|
930
|
Coppi Fausto
|
768
|
Gimondi Felice
|
735
|
Bartoli Michele
|
648
|
Moser Francesco
|
618
|
Kelly Sean
|
615
|
Rebellin Davide
|
600
|
Sanchez Samuel
|
582
|
Conterno Angelo
|
579
|
De Vlaeminck Roger
|
570
|
Baronchelli Gibi
|
537
|
Panizza Wladimiro
|
528
|
Boogerd Michael
|
528
|
Richard Pascal
|
495
|
Cunego Damiano
|
495
|
Mottet Charly
|
495
|
Nibali Vincenzo
|
483
|
Poulidor Raymond
|
480
|
Vanspringel Herman
|
465
|
Martin Daniel
|
456
|
Rodriguez Joaquim
|
450
|
Chiappucci Claudio
|
447
|
Valverde Alejandro
|
441
|
Dancelli Michele
|
438
|
Uran Rigoberto
|
435
|
Magni Fiorenzo
|
417
|
Hinault Bernard
|
414
|
Motta Gianni
|
408
|
Kuiper Hennie
|
405
|
Gilbert Philippe
|
393
|
Casagrande Francesco
|
393
|
Rominger Tony
|
390
|
Verbeeck Frans
|
384
|
de Roo Jo
|
381
|
Bettini Paolo
|
381
|
Camenzind Oscar
|
378
|
Pinot Thibaut
|
357
|
Ronchini Diego
|
354
|
Vandenbroucke Jean-Luc
|
348
|
Albani Giorgio
|
348
|
Zilioli Italo
|
342
|
Criquielion Claude
|
342
|
Vandi Alfio
|
324
|
Defilippis Nino
|
318
|
Minardi Giuseppe
|
315
|
Delion Gilles
|
315
|
Di Luca Danilo
|
315
|
Nardello Daniele
|
315
|
van der Poel Adrie.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten