woensdag 11 januari 2023

Jammer dat ze ook in 2023 zo zelden 

van hetzelfde peloton deel zullen uitmaken …  

 

Het heterogene trio Tadej-Wout-Remco

 

 

Tadej Pogačar zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ook de numero uno van 2023 worden, niet omdat hij beter is dan Wout van Aert maar omdat hij opnieuw een volumineuzer programma zal afwerken.

Voor Wout is doseren en specialiseren de boodschap met een lente die al ophoudt in Roubaix. Pas twee maanden later hervat hij in Zwitserland als aanloop naar de Tour die gevolgd wordt door de Benelux Tour, de aanhef van een ultrakort najaar met enkel het WK op de weg en opnieuw zonder de Giro di Lombardia. 

oe 

Op die manier kun je nooit renner van het jaar worden maar dat zal Wout allicht worst wezen. Doseren en specialiseren verhoogt zijn slaagkansen in zijn favoriete koersen en die aanpak gaat niet eens ten koste van zijn bankrekening. Waarom zou Wout moeten aandringen om meer te koersen voor hetzelfde contract? Uiteraard speelt het daarin ook mee dat hij tussen 4 december en 8 januari elf intense veldritten reed waarvan hij er acht won en driemaal tweede werd. Tussen zijn stage(s) door rijdt hij ook nog Benidorm (22 januari), Hamme (28 januari) en het WK in Hoogerheide (5 februari). Op zijn 28ste lijkt hij sterker dan ooit en helemaal klaar om én Vlaanderen én Roubaix te winnen om daarna Jonas Vingegaard naar een tweede opeenvolgende zege te loodsen in de Tour, waarin hij zelf uit zal zijn op zoveel mogelijk dagzeges om daarna de kroon op het werk te zetten op het WK in Glasgow. Hoe zouden Tadej en Remco daartegenover staan?

Tadej Pogačarde best betaalde van het peloton, doet niet aan veldrijden en komt dus met meer reserves uit het winterreces om zich als competitiebeest uit te leven in al zijn favoriete terreinen. Als notoir klassementsrenner is hij de witte merel, die in 2022 (opgelijst met dagzeges) de UAE Tour en Tirreno-Adriatico won en tussendoor de Strade Bianche, wat hij ook probeerde in Sanremo (5de) en Vlaanderen (4de). In Liège-Bastogne-Liège (die hij al won in 2021) ontbrak hij wegens het overlijden van zijn schoonmoeder. Na een competitiestop van twee maanden hernam hij met een overwalk in eigen land om in de Tour één mindere dag op de col du Granon meedogenloos te zien afgestraft door de met Wout van Aert gezegende Jonas Vingegaard

Velen in Tadejs plaats zouden zich voor de rest van het seizoen in een donker hoekje teruggetrokken hebben maar niet Tadej die zich heroplaadde voor een fraaie epiloog met winst in Montréal, Varese en bovenal Il Lombardia (bis) en onbedoeld de internationale zegekoning te worden.  

Dergelijk traject zal Wout van Aert nooit afleggen, Remco Evenepoel misschien ooit wel. Op de vraag of hij ooit aan de Ronde van Vlaanderen zou deelnemen antwoordde hij met de boutade “als ik de drie grote ronden heb gewonnen!”. Grootspraak? Neen, een kwinkslag al weet je maar nooit met hem. Ik zie hem die switch ooit maken en daarvoor heeft hij alle tijd. Hennie Kuiper, die weliswaar géén van de drie ronden won, deed het hem voor. Nadat hij de illusie van een Tourzege had opgeborgen verlegde hij de focus naar de monumentale klassiekers waarvan hij enkel Liège-Bastogne-Liège (in 1980 tweede na Bernard Hinault) niet won, wat Remco al in 2022 deed.

Hoe dan ook: het is voor het spanningsveld van de mooiste koersen spijtig dat Tadej, Wout en Remco in 2022 zo weinig keren met mekaar zullen te maken krijgen. Het WK in Glasgow op zondag 6 augustus kon wel eens de enige keer zijn, hoe jammer is dat?! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten