maandag 16 januari 2023

In (tijdelijke) neergang of in onomkeerbaar verval?

 

 Is Colombia in hetzelfde 

straatje beland als Italia?  

 

Het Colombiaanse wielrennen heeft betere tijden gekend. Het telt in 2023 in de World Teams (15) en de Pro Teams (3) samen nog amper 18 vertegenwoordigers, de helft van in 2022. 

Bovendien hebben de 29-jarige Miguel Angel Lopez, de 33-jarige Nairo Quintana en de 36-jarige Rigoberto Uran zijn, om het eufemistisch te stellen, hun piek voorbij en lijken niet meteen opgevolgd te worden. Uran is overigens de enige van de drie die (bij EF Education - EasyPost) nog een valabel contract heeft. Lopez en Quintana lijken afgeserveerd wegens in opspraak en door Astana respectievelijk Arkéa-Samsic op de stoep gezet.

De Colombiaanse vloot kende weliswaar de rampspoed dat hun vlaggenschip, Egan Bernal, door een doodsmak op training het hele seizoen 2022 rateerde en achter zijn remontada staat eerder een vraagteken dan een uitroepteken.

Gelukkig waren er Sergio Higuita (eindwinnaar Volta a Catalunya) en Daniel Felipe Martinez (- Itzulia Basque Country nadat hij ook uitblonk in de Waalse klassiekers) maar géén van de twee lijkt bij machte om ooit het eindpodium van een grote ronde te bestijgen.

Het tweede Colombiaanse wielerrijk is in neergang, het eerste dateert van de jaren 80 van vorige eeuw.

 

In de Tour van 1984 werden de gevleugelde Colombiaanse klimmers met veel bombarie aangekondigd. Hun komst zou een absolute omwenteling teweegbrengen.

Luis Herrera was de forward van die beweging. Hij stelde zeker niet teleur met een spraakmakende dagzege op L’Alpe d’Huez maar bleef in het tijdklassement steken op de 27ste plaats op bijna een uur van Laurent Fignon. Het jaar daarop deed hij veel beter met dagzeges in Morzine en in Saint-Etienne, als winnaar van de bergprijs en zevende dertien minuten van Bernard Hinault. Twee jaar later werd hij, zonder dagzege maar weer met de bergprijs, vijfde. Dichter zou hij niet meer eindigen en in de Giro vond hij helemaal zijn weg niet, wel in de Vuelta die hij in het voorjaar van 1987 won van onder anderen Laurent Fignon en Pedro Delgadoopgelijst met een zoveelste bergprijs.

Eén en ander promoveerde Herrera tot de vaandrig van het Colombiaanse wielrennen en dat leek hij te zullen blijven tot Nairo Quintana zijn opmars inzette tijdens het tweede decennium van de 21ste eeuw met vooral eindzege in de Giro 2014 en in de Vuelta 2016. In de Tour bleef hij steken op de tweede plaats in 2013 en in 2015. Bij Arkéa-Samsic kon hij in zijn nadagen (toch nog enkele keren top tien in de Tour en de Vuelta) alsnog een lucratief vierjarig contract versieren dat hij evenwel niet mocht uitdoen wegens  sporen van de verboden pijnstiller Tramadol.

 

Behalve absolute toppers bracht Colombia ook een respectabel aantal subtoppers in stelling die de mooiste rittenkoersen op hun naam schreven. In alfabetische orde zijn dat: Carlos Betancur (Paris-Nice 2014); Santiago Botero (wereldkampioen tijdrijden 2002 & winnaar Tour de Romandie 2005), Hernan Buenahora (Volta a Catalunya 1998), Sergio Luis Henao (Paris-Nice 2017), Miguel Angel Lopez (Tour de Suisse 2016 en Volta a Catalunya 2019), Alvaro Mejia (Volta a Catalunya 1993), one hit wonder Martin Ramirez (Critérium du Dauphiné 1984 vòòr …. Bernard Hinault), …

Niet in het minst is/was “the special case” Rigoberto Uran, van omstreden à verguisd. Op basis van perceptie werd hij beschuldigd van het doorverkopen van de Olympische wegrit in Londen 2012 aan Alexandre Vinokourov, met wie hij naar de finish slenterde en die hij - de andere kant opkijkend – zogezegd niets in de weg legde. Vanwaar die onzin? Uran had groot sportief eigenbelang bij een Olympische titel, hij reed voor het Britse Sky en zou, bij winst, ook van de Colombiaanse federatie een gigantische premie hebben gekregen om nog maar te zwijgen van de eeuwige roem.

Weinigen herinneren zich nog dat Rigoberto vice - Olympische kampioen werd. Winnen is weliswaar zijn regel niet. In de Giro werd hij tweemaal tweede (in 2013 en in 2014), in de Tour éénmaal (in 2017). Ook bij die gelegenheden zal hij wel niet als de lachende tweede op het podium gestaan hebben. Rigoberto ontbeert het killersinstinct, was nooit waardig omringd maar wel een degelijke tijdrijder.

 

Colombia was tijdens de 21ste eeuw tot een min of meer traditioneel wielerland geëvolueerd dat zelfs in de massaspurten meespeelde met Fernando Gaviria maar reeds vòòr zijn dertigste was hij op zijn retour nadat hij na 2018 voor meer onmiddellijk geld The Wolfpack verliet. Hij behaalde weliswaar nog 15 overwinningen maar de kwaliteit ervan laat almaar meer te wensen over.

 

Niet bij de u23 noch bij de u19 is er voor Colombia beterschap in zicht zodat het regelrecht afstevent op een scenario waarin Italia al langer is beland.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten