vrijdag 27 januari 2023

Theo Belmondo VERSCHUEREN 

de ongekroonde koning 

achter de zware motoren  

 

Theo Verschueren is vandaag aan zijn 80ste lente begonnen.

Hij werd in Nederland (Sint-Jansteen, Zeeland) geboren maar is een volbloed Vlaming uit het zoete Waasland. Zijn vader, een melkboer, trakteerde hem op een Spartaanse jeugd die hem een stalen karakter bezorgde. 

Theo maakte ophef toen hij begin mei 1963 na de Ronde van België voor liefhebbers (van onder anderen Jos Huysmans) drie weken later ei zo na (op 2” gestrand van Jan Boonen) ook die van de onafhankelijken won. De week daarop won hij de Trois Jours de Hénin-Liétard en werd hij aansluitend (na Ferdinand Deferm en Julien Haelterman maar vòòr Guido Reybrouck) derde in het lastige BK in het Naamse Waret was Frans Cools van Dr.Mann er als de kippen bij om hem in de armen te sluiten. Theo bedankte en won als 20-jarige neoprof meteen de kermiskoersen van Sint-Niklaas en Ekeren. Het jaar daarop won hij binnen de maand de Antwerpse Pijl, Wetteren en bovenal de GP d’Orchies (Fr.) maar eigenaardig had hij als wegrenner op zijn 21ste al het beste gehad nadat hij op training vol op een vrachtwagen knalde, waarna het langdurig voor geen meter meer liep. Pas twee jaar later kwam aan het licht dat hij bij die horrorcrash het levervlies had gescheurd. Misschien was dat zijn geluk bij een ongeluk.

Theo Verschueren bij een aflossing met René Pijnen
tijdens de door hen gewonnen zesdaagse van Antwerpen in 1972.

(perempic@rchief.be - Foto Peter REMMERIE)

Tijdens de winter 1964-65 werd Theo met Robert (vader van John) Lelangue eerst kampioen van België ploegkoers en vervolgens achter de derny. Daar zat meer genoegen en rendement aan vast dan op de weg, waarop hij enkel nog in Sint-Gillis-Waas 1966 en in Sint-Niklaas 1967 zou winnen. De toon was gezet voor het vervolg van zijn carrière dat zich nog uitsluitend op de ovalen zou afspelen. Het leverde hem een dozijn Belgische, vijf Europese (achter dernymotoren) en twee mondiale (stayeren in Varese 1971 en Marseille 1972) op. 

Toen de UCI besliste dat de coureur en de gangmaker dezelfde nationaliteit moesten hebben, waardoor Theo niet meer verder mocht met zijn vertrouwde Noppie Koch (Ned.), hoefde het niet meer voor hem, een beetje overacting toch want ook met een andere voorrijder had Theo nog enkele titels kunnen  behalen.

Theo verdrong Peter Post als de absolute grootmeester achter de dernymotoren, waarvan hij in 1970 met 64,546 km. de fiere werelduurrecordhouder werd.

Hij nam ook deel aan 67 zesdaagsen maar hield zich in die jungle meestal gedeisd en nam dus genoegen met twee overwinningen, beide in Antwerpen behaald: in 1968 met Sigi Renz en Emile Severeyns en in 1972 met Leo Duyndam en René Pijnen.

Zijn meest sprankelende moment viel hem allicht te beurt tijdens de zesdaagse van Köln in 1972 toen hij tijdens een dernyrace van een kwartier het gashendel helemaal opentrok en daarbij de Duitse coryfeeën Rudi Altig en Klaus Bugdahl op twaalf ronden knalde. Enkel Peter Post kon de ontketende Waaslander min of meer volgen maar hij bleef tenslotte hangen op vijftig meter en moest na zijn inspanning overeind worden gehouden. Wanneer Belmondo zijn momentum had dan viel er tegen hem amper wat te beginnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten