donderdag 26 januari 2023

Enkel Pogaçar benadert de drukke agenda’s van weleer …

 

Voeg de programma’s van Wout 

en Remco samen en je bekomt 

de standaard van vroeger

 

Remco Evenepoel, momenteel aan de slag in de Vuelta a San Juan (Arg.) rijdt over een kleine maand de UAE Tour en opnieuw een kleine maand later de Volta a Catalunya. De Italiaanse maart laat hij een zich voorbij gaan om op 23 april titelverdediger te zijn in Liège-Bastogne-Liège. Twee weken later volgt al de Giro waarmee hij zijn eerste seizoenshelft afsluit. De Belgium Tour (14-18 juni) zal er wellicht nog bijkomen om zes weken later te hernemen en de Clasica San Sebastian een derde keer proberen te winnen. Dan wenkt stilaan het (ten opzichte van de vorige jaren éénmalig anderhalve maand) vervroegde WK in Glasgow, waar Remco zowel de tijd- als de wegrit aansnijdt. 

Wout van Aert rijdt een totaal ander programma. Na een winter met 14 veldritten op het scherp van de snee begint hij aan een Italiaanse maand maart die hij voortzet in Vlaanderen en begin april reeds afsluit in Roubaix. De Amstel en L-B-L worden geskipt. Wout herbegint pas twee maanden later in de Tour de Suisse als aanloop naar de Tour, waarin hij de meeste ritten als een klassieker opvat. Daarna gaat hij er opnieuw voor een maand van tussen tot vervroegde WK in Glasgow, waar hij enkel de wegrit doet. Zonde van de tijdrit waarin hij gegarandeerd op het podium zou staan na een uniek duel met Remco (zoals in 2021 tussen Knokke-Heist en Brugge dat hij afgetekend won). Ook in de Giro di Lombardia, waaraan Wout overigens nog niet deelnam, komt er geen volgend duel, hoe jamer is dat!

 

De programma’s van beide Vlaamse antagonisten roepen het beeld op van kaas met grote gaten waarbij iets meer begrip voor Evenepoel, die tenslotte nog altijd maar 23 jaar is terwijl de 28,5-jarige van Aert in volle wasdom aan zijn oogstjaren bezig. 

 

Voeg de programma’s van Wout en Remco samen en nog bekom je de standaard niet die inzonderheid Eddy Merckx en meer anderen indertijd hanteerden.

Tadej Pogaçar benadert die overdrukke agenda nog het dichtst. Ook dit jaar werkt hij op zijn 24ste een copieus programma af met eerst de UAE Tour, vervolgens de Italiaanse maand maart waarna Waregem en Vlaanderen, het Ardens tweeluik, een exhibititie in eigen land, waarna al voor de vierde opeenvolgende keer de Tour, die hij tweemaal won en waarin hij vorig jaar door Jonas Vingegaard van zijn sokkel gestoten werd. 

De Sloveen trok zich niet uitgeblust in een donker hoekje terug maar zette door in San Sebastian, Plouay en het Canadees tweeluik (waarvan hij Montréal won). Hij reed vervolgens, met matig succes, de beide WK’s en voegde er nog een Italiaanse oktober aan toe met een tweede opeenvolgende triomf in de Giro di Lombardia als slotakkoord. Eén en ander leverde hem overterecht en voor het derde opeenvolgende jaar het predikaat ‘renner van het jaar’ op.

Tijdens de 20ste eeuw werd het welslagen van een coureur uitgedrukt in zijn palmares, nu in zijn bankrekening. Voor welk scenario zouden jij en ik kiezen? Onvoorstelbaar hoe relatief weinig Eddy Merckx, dé primus inter pares, heeft verdiend in vergelijking met de huidige toppers die op hun beurt nog onderbetaald zijn in vergelijking met andere sporten of wat daarvoor moet doorgaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten