dinsdag 17 januari 2023

Michael VANTHOURENHOUT

traag en gestaag = dùùrzaam!

 

Niet Tom Pidcock, Wout van Aert noch Mathieu van der Poel zijn de dragers van het actuele veldrijden. Pejoratief kun je hen aanzien als de opportunistische ad interims die de 'kreeft' en de 'kaviaar' van de 'zeevruchtenschotel' roven maar zijn ze evenzeer de magneten die een pak meer toeschouwers lokken en die zo de inrichters aan meer financiële middelen helpen voor de continuïteit en de verdere uitbouw van hun organisatie.

Aanschouw Tom, Wout en Mathieu dus maar niet met een scheef oog want zij zorgen er mede voor dat er het jaar daarop weer een rijkelijk ‘zeevruchtenbuffet’ is waaraan ook de notoire veldrijders zich te goed kunnen doen en dat zijn (in alfabetische orde) vooral  Eli Iserbyt, Laurens Sweeck, Lars van der Haar en Michael Vanthourenhout.

 

Michael Vanthourenhout tijdens de Ronde van België tussen Thibau Nys en Arnaud De Lie.

Laatstgenoemde is de ontegensprekelijke aanvoerder van de huidige lichting want de lijsttrekker van de betrouwbare uci-ranking die alle momentopnamen verhoudingsgewijs optelt en dus de absolute maat der dingen is, die Michael oplijstte met de Europese en de Belgische titel.

Zijn opmars wordt nog het best in kaart gebracht door zijn opeenvolgende posities in de uci-ranking van de elite, waar hij zich aanbood als de Europese kampioen van Mlada Boleslav 2013 (vòòr Mathieu van der Poel nog wel) en de mondiale van Tabor 2015 der beloften): 10de in 2015-2016, 7de in 2016-2017, 5de in 2017-2018, 4de in 2018-2019, 5de in 2019-2020, 3de in 2020-2021 en in 2021-2022. Zijn opmars naar de pole position verliep traag maar gestaag en bovenal dùùrzaam!

Het kantelpunt van de subtop naar de top voltrok zich op 19 december 2021 met een verrassende zege in de WB-manche van Namur op de Citadel, waar hij Tom Pidcock en Toon Aerts over de knie legde, wat zijn voetafdruk in het wereldje verzwaarde. Een jaar later won hij daar opnieuw vòòr Lars van der Haar en Laurens Sweeck met de Europese trui als beloning die de toon zette voor zijn beste seizoen ooit. 

Was het niet de hoogste tijd? Neen, het was de juiste tijd na inderdaad ‘wat blijven hangen”’. Er werd Michael wel eens een gebrek aan beroepsernst aangewreven maar het kwam tenslotte goed en nog geen klein beetje. Hij werd een vaste klant op het podium dat hij ook op het WK, na een onderbreking van vijf jaar (2de tussen Wout en Mathieu in Valkenburg 2018), opnieuw wil bestijgen. Daarna bleef hij steken op vierde plaatsen in Bogense 2019 en in Fayetteville 2022, op de zesde in Dubendorf 2020.

Hoe dicht komt Michael op 5 februari op het WK in Hoogerheide bij Wout en Mathieu: boven hen, tussen hen of onder hen? De vorm en de omstandigheden van de dag zullen veelbepalend zijn maar nervositeit lijkt Michael amper te kunnen overvallen want zijn winter is nu al overgeslaagd en zelfs die van 2023-2024 kondigt zich bij voorbaat veelbelovend aan. Indien hij in november 2023 in Pontchâteau (fr.) zijn Europese titel niet zou verlengen dan mag hij de daaropvolgende veldrit eindelijk opdraven in zijn nationale driekleur die nog meer een eyecatcher is. Of zou ook dat dan achterhaald zijn door de feiten van Hoogerheide?

 

Titels en truien spreken Michael kennelijk meer aan dan klassementen: 2de (na Laurens Sweeck) in de WB, 2de (na Lars van der Haar) in de SuperPrestige en 4de in het tijdklassement der X2O-trofee. 

In géén van de drie zit een positieverbetering er niet meer in. Die klassementen worden trouwens ruim overstegen door de uci-ranking die alle momentopnamen verhoudingsgewijs optelt en de absolute maat der dingen is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten