maandag 4 oktober 2021

Geen haan die ernaar kraaide

 

FLORIAN nam COLBRELLI 

naar Roubaix op sleeptouw 

zoals REMCO deed in Trento 

Geen verwijt, enkel een vaststelling

 

 

Met Florian Vermeersch hield ik in mijn kansenberekening allerminst rekening. Wie wel? We hadden zijn costaudgehalte onderschat en waren zijn verleden als veldrijder (tot 2017) vergeten.

Het was zijn eerste Paris-Roubaix, die hij afhaspelde als was het zijn tiende. In de vroegste vlucht handhaafde Nils Eekhoff zich het langdurigst aan zijn zijde. Eekhoff, de onterecht gedeklasseerde wereldkampioen bij de beloften in Harrogate 2019, waarvoor Florian ondanks een spetterende nazomer en herfst niet geselecteerd werd, zelfs de Belgische titel in het verzopen Habay-la-Neuve) hielp niet, evenmin dat hij in die driekleur een dagzege en de eindoverwinning behaalde in de Ronde van Oost-Vlaanderen, in Wanfercée-Baulet de afsluitende manche van de u23 Road Series won en gelijk het eindklassement. In de Tour de Moselle won hij drie van de vier ritten en werd uiteraard ook eindwinnaar. En toch kreeg hij in de WK-selectie de nakeur op Jens Reynders, begrijpe wie kan.

Ik was toen de enige die mij druk maakte over zijn niet-selectie. Florian maakte er weinig misbaar over, duurzamer was dat hij inmiddels een driejarig contract had genaamtekend bij Lotto-Soudal, dat hij meteen valideerde met spraakmakende resultaten in het BK tijdrijden (5de), de Brussels Classic (4de), de Giro della Toscana (8ste) de BinckBank Tour (9de), Gent-Wevelgem (13de), … niet zonder nadrukkelijk in beeld te zijn geweest.

Tijdens het altijd moeilijke jaar van de bevestiging kwam niet uit de verf in de Vlaamse voorjaarskoersen. De Vuelta bracht hem in de benodigde stroomversnelling. Hij pikte er de 2de en 16de rit om negende respectievelijk twaalfde te worden. Voor de rest hield hij zo goed als gedeisd. Na zijn terugkeer maakte een zijsprongetje door als laatstejaarsbelofte deel te nemen aan de wereldkampioenschappen. Nogal wat concurrenten hadden eveneens een jong verleden als contractrenner. Gedragen door een uitzinnig publiek reed hij de (slot)kilometer van zijn leven zodat hij Søren Warenskjold alsnog voorbijkon voor de bronzen plak. Vier dagen later loodste hij Thibau Nys naar de zesde plaats in de wegrit.

De toon was gezet voor meer en nòg beter. Hij wist dat hij in Paris-Roubaix zou meetellen en maakte daar van meet af aan werk van, was mee met de eerste ontsnapping die hij het langst uitzong. Hij ging er niet aan kapot maar sneed in pole position het Bois de Wallers aan. De brute pech van Gianni Moscon vanaf het Carrefour de l’Arbre diende zijn kansen. Florian was de betere én van Sonny Colbrelli én van Mathieu van der Poel. De Italiaan was evenwel intrinsiek sneller en hield daar op de roze piste van Roubaix in de sprint van de stervende zwanen nog meer dan wat van over. 

Florian had zich voluit gesmeten in de finale en Colbrelli op sleeptouw genomen zoals Remco Evenepoel twee weken eerder in Trento. Florian had evenmin als Remco geen achteropkomende kompaan die het van hem kon overnemen en wilde dus zèlf op het podium. Het werd hem niet als een inschattingsfout aangerekend zoals wel Remco Evenepoel. Het zal wel te maken hebben met het beduidend verschil in exposure.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten