dinsdag 19 oktober 2021

On-waar-schijn-lij-ke wéélde 

van een dwergstaatje tussen de giganten 

 

VLAANDEREN

zal nog véle jàren ’s werelds éérste wielerbastion zijn

 

 

Er waren er al een respectabel aantal en tijdens het afsluitende weekend zijn er nog drie Vlaamse runners-ups / rookies bijgekomen.

In alfabetische orde zijn dat:

Victor Campenaerts (de regérende werelduurecordhouder die zowaar een dagzege behaalde in de Giro en metamorfeerde tot een polyvalente coureur die als een ‘verloren zoon’ naar Lotto-Soudal terugkeert);

Amaury Capiot (die een fraai rijtje precieuze top 10 plaatsen uitbouwde);

Stan Dewulf (kwam mentaal sterker uit een vertwijfeld voorjaar, ontbolsterde vanaf eind juli, sublimeerde in de Vuelta en plaatste in oktober de kers op de taart);

Robbe Ghys (de enige die in de openingsrit der Ronde van België de losgebroken Remco kon volgen én kloppen); 

Rune Herregodts (naderde in de Chrono des Herbiers aan 50,141 km./u.

tot op zes seconden van Remco);

Arne Marit (het is als compliment bedoeld dat ik na zijn fraaie ereeks ereplaatsen een succes als in de GP du Morbihan al eerder verwachtte en dat ten koste van Bryan Coquarden Elia Viviani);

Jordi Meeus (een vergeten dagzege in Hongarije werd ruim overtroffen door dichte ereplaatsen in het BK, Burgos en de Vuelta maar ook in Nokere, Gooik en in het Belgisch-Franse grensgebied deed hij mee voor de vette prijzen waarvan hij de vetste veroverde in Paris-Bourges en wel ten nadele van Arnaud Démare, die drie dagen later Paris-Tours won);

Milan Menten (het hele seizoen aardig in de weer en daarvoor tenslotte beloond met een velen ontgane dagzege in Croatia);

Xandro Meurisse (kon een flets seizoen alsnog bijkleuren met een eclatante Giro del Veneto waarvoor hij er Matteo Trentin moest onder houden);

Ludovic Robeet (de ‘vergeten’ winnaar van Nokere Koerse, allicht een one hit wonder)

Tosh Van der Sande (jaar na jaar aan het lijntje gehouden door Lotto-Soudal en nu bevrijd overgestapt naar Jumbo-Visma na een seizoen waarin hij vooral 5de werd in Waregem en 10de in de Amstel waarna dicht bij een dagzege in Denemarken en Noorwegen en podia in de Brussels Classic, de GP de Wallonie en de Primus Classic);

Nathan Van Hooydonck (modelhelper voor Wout Van Aert maar met een ‘verlengstuk’ want in Wevelgem vrijwaarde hij nog een eigen zevende plaats);

Harm Vanhoucke (bracht misschien niet helemaal wat men van hem verwachtte maar voltooide niet één maar twéé grote ronden en groeide aardig door in de korte rittenkoersen)

Brent Van Moer (met Florian dé rookie van 2021 die zijn meesterwerk van het Critérium du Dauphiné ei zo na herhaalde in de Tour, werd nochtans niet door het noodlot gespaard maar werd er sterker door in de kop);

Mauri Vansevenant (nòg vier maanden jonger dan Remco bewees hij zich begin maart vooral met een voltreffer in Larciano, was nadien niet te beroerd om weer een onvoorwaardelijke teamplayer te zijn die nog één keer voor zichzelf uithaalde maar in de tiende Vuelta-rit op een kwikzilveren Michael Storer stootte);

Florian Vermeersch (de ééndaagse versie van zijn gabber Brent want even dicht bij winst in Paris-Roubaix als Brent bij een dagzege in de Tour, haalde drie jaar na diezelfde Brent het podium van het WK tijdrijden, dat schept een band);

Gianni Vermeersch (hij zal het zelf niet geloven maar is een coureur naar mijn hart als één van de tien beste Vlaamse coureurs die na een sterk voorjaar een gretige hand uitstak naar een dagzege in de Giro en er vanaf de nazomer opnieuw ‘stond’;

 

Er waren al, onder aanvoering van tycoon Wout Van Aert, de gevestigde of zich vestigende (sub)toppers, opnieuw in alfabetische orde: Remco Evenepoel, Ben Hermans, Yves Lampaert, Tim Merlier, Jasper Philipsen, Jasper Stuyven, Dylan Teuns, … 

Er zijn ook nog Tiesj Benoot, Ben Hermans, Oliver Naesen, Edward Theuns, Greg Van Avermaet, Sep Vanmarcke, Tim Wellens, … die zich, door allerlei omstandigheden, in de kantelzone bevinden maar ik zou het niet riskeren om hen reeds af te schrijven.  

 

Last but not least is er Ilan Van Wilder die voor het tweede jaar gegijzeld werd door zijn enigmatisch Team DSM, dat met nog meer anderen totaal overhoop lag. Ilan had net als hen ‘de vlucht vooruit’ genomen maar ligt in 2022 nog onder contract. Zelfs al is hij nog maar 21 (nòg vier maanden jonger dan Remco), ook voor hem passeren kostbare jaren. In 2020 en 2021 samen komt hij aan amper 52 koersdagen.

 

Het Belgische meesterschap van de meeste seizoenen der vorige eeuw zou zich nooit meer herhalen. Op het einde van de vorige en aan het begin van deze eeuw leek de Belgische hoogconjunctuur voorbij maar het bleek  “reculer pour mieux sauter”. De mondialisering heeft het Belgische, inzonderheid het Vlaamse wielrennen niet klein gekregen, wel integendeel.  

Het lijkt een politiek statement om het steevast over Vlaanderen in plaats van over België te hebben. Dat heeft zijn goede redenen. De inbreng van de Waalse Belgen is momenteel nihil. Voor hen is er evenwel beterschap op komst. Vooral met Arnaud De Lie hebben ze een rijke wissel op de toekomst. Hij is niet enkel katterap maar heeft ook de weerstand om respectabele hoogtemeters te trotseren vèr mee te gaan én finales te rijden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten