Stan DEWULF
wil voortaan ook tijdens het voorjaar een costaud zijn
Ik had Lotto-Soudal ‘verwittigd’ dat het enorme spijt zou krijgen van het loslaten van Stan Dewulf, die perfect in hun plaatje paste.
Ceo John Lelangue zal na het voorjaar misschien nog gedacht hebben dat hij door de feiten in het gelijk werd gesteld want de (aanstaande) bio-ingenieur reed ‘zijn’ koersen weliswaar uit maar anoniem.
De ommekeer voltrok zich in de tweede helft van juli met de Tour de Wallonie, waarin Stan in de slotrit en bijgevolg in het eindklassement enkel moest wijken voor de verbazende 20-jarige Amerikaan Quinn Simmons, die in 2019 de Keizer van Koksijde won en daarna in Harrogate wereldkampioen werd.
Het stelde Stan in staat om vol vertrouwen naar de Vuelta af te reizen en er ook daar meer dan het beste van te maken en zelfs op de 13de dag in Villanueva de Serena een gretige hand uit te steken naar de dagzege, die tenslotte naar Florian Sénéchal ging.
Stans vijfde plaats mocht de zweem van de overwinning hebben. Duurzamer was dat hij zijn eerste grote ronde voltooid had wat hem verbreedde als coureur. Hij vervolgde zijn herfst op performante wijze: 11de in het EK in Trento, 12de in de Primus Classic, 5de in Binche, 4de in Paris-Tours en triomfator in de Boucles de l’Aulne.
Het was een allereerste profzege om in te lijsten. Die viel hem te beurt één week na zijn verbluffende Paris-Tours die hij had kunnen winnen indien hij met Patrick Bonnamour een even hecht koppel had gevormd als de verwoed achtervolgende Arnaud Démare met Jasper Stuyven. Op weg naar Châteaulin vertrouwde Stan uitsluitend op zichzelf. Een afmattende vroege aanval had hem niet klein gekregen. Hij schoof met de andere overlevers mee in de finale en reed er op een kleine kilometer van de finish onweerstaanbaar van weg. Hij hield stand en won nog met 36"voorsprong.
Laat het geen Word Tour noch een ProSerie maar ‘slechts’ een 1.1 zijn dan nog was dit een spraakmakend nummer, die hem in de volste gemoedsrust aan het winterreces laat beginnen met de verre focus op het voorjaar 2022, waarin hij wil uitpakken in ‘zijn’ koersen zonder daarom ongevraagd voor zijn beurt te spreken.
Benoît Cosnefroy is er immers opnieuw bijgekomen naast Greg Van Avermaet en Oliver Naesen, voor wie Stan het volste respect heeft en al mocht ondervinden dat het wederzijds is. Als het zich voordoet dan wil de naar Gent uitgeweken Stavelenaar paraat staan om het van zijn kompanen over te nemen.
2022 wordt nog niet cruciaal maar wel al richtinggevend. Stan heeft nog geen volstrekte zekerheid of hij het zesde koersuur reeds aankan. Aan zijn ijver en vlijt zal het alvast niet liggen. In 2021 kwamen er 72 koersdagen en 12418 km. (bron: procyclingstats.com) op zijn teller. En wanneer men bedenkt op welke offensieve wijze hij de meeste daarvan gereden dan herken je in hem een marathonman die met almaar meer reserves aan de finales zal beginnen, hopelijk ook al in ‘zijn’ Ronde van Vlaanderen en ‘zijn’ Paris-Roubaix, waarin hij in 2021 in tegenzittende omstandigheden op de 50ste respectievelijk 58ste plaats bleef steken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten