vrijdag 8 oktober 2021

Storia Giro di Lombardia

   editie van 1958 was de meest markante    

 

De meeste van de 112 edities waren het appuntamento van de metronomen.

Fausto Coppi (5), Felice Gimondi (2) en Eddy Merckx (3), samen goed voor tien overwinningen, spannen de naoorlogse kroon maar Franco Bitossi wurmt er zich verrassend tussen als tweede beste performer: vijftiende in 1964, vierde in 1965, winnaar in 1967 en in 1970, tweede in 1968, derde in 1969, tweede in 1971, negende in 1972, tiende in 1973, achtste in 1974 en in 1976, derde in 1977.

Voor België maakten Philippe Thys (1917), Rik Van Looy (1959), Emile Daems (1960), Herman Vanspringel (1968), Roger De Vlaeminck (1974 en 1976), Fons De Wolf (1981) en Philippe Gilbert (2009 en 2010) het dozijn aan overwinningen vol. 

Die van Jean-Pierre Monseré in 1969 wens ik nièt mee te tellen, hoewel zijn afgedwongen tweede plaats meer de afdronk had van een zege had dan Gerben Karstensersatz-overwinning.

Van die Belgische winnaars wonnen Rik Van Looy, Emile Daems, Roger De Vlaeminck en Philippe Gilbert ook de grondig verschillende Milano-SanremoHerman Vanspringel (derde in 1966) deed dat bijna ook.

Fred De Bruyne bleef in 1955 (na Cleto Maule, géén prutser maar al evenmin een topper) steken op de tweede plaats, die hij in 1958 minstens zou geëvenaard hebben. 

Die nazomerse editie zou tevens de ontknoping zijn van de “Desgrange-Colombo”, het vigerende jaarklassement, waarin Fred De Bruyne (89 punten) leidde vòòr Rik Van Looy (77). Voor Rik II kon een dubbelslag enkel aan de orde zijn indien Fred niet bij de eerste vier eindigde; een vierde plaats kon voor Rik wel volstaan indien Fred niet bij de eerste vijftien eindigde. Die plot provoceerde een clash. Van Looy waagde zich na Monza aan een alles of niets aanval maar werd gecounterd door De Bruyne. De twee werkten aanvankelijk goed samen en telden op acht kilometer van de finish een kleine minuut voorsprong. In plaats van de buit netjes te verdelen (Rik de dagzege en Fred de eindoverwinning) wilden beiden àlles en keken de twee mekaar het wit uit de ogen. Fred sleepte en Rik liet zich uitzakken zodat ze in het zicht van de finish door het uitgedunde peloton overruled werden en ex aequo (zoals dat toen geformuleerd werd) geplaatst op de 27ste plaats. Van Looy was die dag meer verliezer dan De Bruyne, die zich als de wereldkampioen op punten van 1968 mocht aanzien. Wat moet de piepjonge Gilbert Vandromme die 19de oktober blij geweest zijn met die ontknoping als een stijloefening van Ronse 1963. 

 

De gouden editie in 1956 kreeg een verrassende ontknoping. De 37-jarige Fausto Coppi wilde een bleek seizoen bijkleuren met een ultiem hoogstandje maar hij kon zich, na een gecounterde aanval op de Madonna del Ghisallo, niet opnieuw uit de voeten maken voor zestien medevluchters en één van hen was hem bij invallende duisternis te vlug af: de nog relatief onbekende en onvermurwbare Fransman AndréDarrigade, die zich tot dan toe weinig had ingelaten met de klassiekers maar die wel al drie ritten in de Tour had gewonnen. 

Er waren ook de dubbelslag van de Zeeuw Jo de Roo in 1962 én in 1963, waaraan hij telkens een triomf in Paris-Tours liet voorafgaan. Jef Planckaert was in 1962 al dé coureur van het jaar na overwinningen in Paris-Nice, Duinkerken en in Liège-Bastogne-Liège (die zowaar vergeten werd voor de SuperPrestige), een tweede plaats in de Tour, de Belgische titel op de Citadel de Namur maar in de nadagen van de Tour annex slopende criteriumtournee incasseerde hij un coup de bambou en kon geen deuk in een pakje boter meer duwen, Jef was hoegenaamd géén najaarscoureur. De strijd voor de eindzege in de SuperPrestige kwam zo weer helemaal open te liggen en ook Jo de Roo voelde zich aangesproken en haalde met zijn duet van oktober een bijkomende slag thuis, die hij - om de toevalligheid te  ontkrachten - het jaar daarop fijntjes overdeed. 

Herman Vanspringel was de Jef Planckaert van zes jaar later: de Omloop Het Volk gewonnen, tweede in Paris-Roubaix, de Tour en in het wereldkampioenschap en dat geheel opgelijst in de Giro di Lombardia en in één beweging ook de SuperPrestige naar zich toegehaald waardoor hij zich onverkort dé figuur van 1968 mocht voelen.

 

   GIRO DI LOMBARDIA 1946-2020   

… op basis van 150 120 105 90 75 60 54 48 42 36 30 24 21 18 15 12 9 6 3 punten aan de respectieve top twintig.


1080COPPI FaustoIt.
1017Bitossi FrancoIt.
999Merckx EddyB.
768Gimondi FeliceIt.
735Bartoli MicheleIt.
648Moser FrancescoIt.
618Kelly SeanIer
615Rebellin DavideIt.
600Sanchez SamuelSp.
582Conterno AngeloIt.
579De Vlaeminck RogerB.
570Baronchelli GibiIt.
567Valverde AlejandroSp.
555Nibali VincenzoIt.
537Panizza WladimiroIt.
528Boogerd MichaelNed.
528Richard PascalZwits.
495Cunego DamianoIt.
495Mottet CharlyFr.
483Poulidor RaymondFr.
480Vanspringel HermanB.
474Martin DanielIer
456Rodriguez JoaquimSp.
450Chiappucci ClaudioIt.
441Dancelli MicheleIt.
438Uran RigobertoCol.
420Magni FiorenzoIt.
417Hinault BernardFr.
414Motta GianniIt.
408Kuiper HennieNed.
405Gilbert PhilippeB.
393Casagrande FrancescoIt.
393Rominger TonyZwits.
390Verbeeck FransB.
384de Roo JoNed.
381Bettini PaoloIt.
381Camenzind OscarZwits.
378Pinot ThibautFr.
357Ronchini DiegoIt.
354Vandenbroucke Jean-LucB.
351Fuglsang JakobDeen
348Zilioli ItaloIt.
342Criquielion ClaudeB.
342Vandi AlfioIt.
333Albani GiorgioIt.
330Mollema BaukeNed.
324Defilippis NinoIt.
318Minardi GiuseppeIt.
315Delion GillesFr.
315Di Luca DaniloIt.
315Nardello DanieleIt.
315van der Poel AdrieNed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten