De Amstel Gold Race, 

het vlaggenschip van een 

minuscule Nederlandse vloot

Onwezenlijk hoe karig Nederland vertegenwoordigd is op de internationale wielerkalender. 

De Amstel Gold Race en zowat de helft van de BinckBank Tour zijn de enige Nederlandse koersen die in de World Tour. 

Die krappe lijn trekt zich door in de Pro Series, de categorie net onder de World Tour, met amper één wedstrijd: de Ster ZLM Tour, die voorzien was van 3 tot en met 7 juni, maar dit jaar allicht geen doorgang zal vinden.

Verder waren/zijn er amper:

• vijf 1.1 koersen: de Ster van Zwolle (29 februari), de Bevrijdingsprijs van Drenthe (14 maart), de Volta Limburg (4 april), Veenendael-Veenendael (8 mei) en de Tacx Pro Classic (10 oktober); 

• vier 1.2 koersen: de Dorpenomloop Rucphen (8 maart), de Arno Wallaard Memorial (18 april), de PWZ Zuidenveldtour (25 april) en de Ronde van Overijssel (2 mei).

… and that’s it.

Nederland organiseerde de voorbije zestig jaar wel vijf keer de wereldkampioenschappen op de weg: Zandvoort 1959, Heerlen 1967, Valkenburg (1938, 1948 en 1980) maar dat is (Leuven 2021 meegerekend) toch slechts de helft van België in de voorbije negentig jaar: Liège 1930, Floreffe 1935, Moorslede 1950, Waregem 1957, Zolder (1960 en 2002), Ronse (1963 en 1988) en Yvoir 1975.

Eén en ander is hoegenaamd geen vetpot voor een natie die in mijn allertijdse ranking na Italië, België, Frankrijk en Spanje op de vijfde plaats uitkomt met 175 vertegenwoordigers.