zaterdag 4 april 2020

De misplaatste arrogantie 
van de mogelijke ééndagsvlieg 
Alberto BETTIOL

Met (on)dank aan corona blijft hij één jaar langer de titelverdediger van de Ronde van Vlaanderen. Podiumplaatsen in de Italiaanse kampioenschappen waren het enige noemenswaardige dat er in 2019nog bij kwam. Zijn tweede plaats in de Italiaanse tijdrit op één seconde van Filippo Ganna mocht, achteraf bezien, als een overwinning aanvoelen. 
Na een té milde Ronde van Vlaanderen waren de bookmakers dolblij met hem. Néén, het was geen lucky shot maar een ijzersterk nummer dat hij per 7 april 2019 in de Vlaamse Ardennen opvoerde om de langverbeide Italiaanse opvolger te worden van Alessandro Ballan. Op zijn 26ste heeft hij nog een respectabel aantal seizoenen om zich te desavoueren als one hit wonder.

Er ging nochtans behoorlijk wat moois vooraf aan zijn heuglijke 7 april 2019. Als begenadigd tiener werd hij in 2011 Europees kampioen tijdrijden in Offida (It.), waar hij het haalde van onder anderen Alexis Gougeard (+2”), wijlen Michael Goolaerts (+1’30”), Mike De Bie (+1’42”),… Aansluitend monopoliseerde hij de Giro della Lunigiana (twee dagzeges én de eindoverwinning). Als belofte bracht hij (te) weinig. En toch zag Cannondale veel in hem. Met ereplaatsen in Harelbeke (10de), de Ronde van Vlaanderen (24ste), San Sebastian (6de),… dwong hij lotsverbetering af bij BMC dat er van uit ging dat hij de potentiële opvolger kon worden van Greg Van Avermaet. Toen dat mede door twee sleutelbeenbreuken flagrant uitbleef en BMC abdiceerde keerde hij terug bij Jonathan Vaughters, zijn grootste believer. Bettiol zette zijn universitaire studies radiologie aan de universiteit van Firenze al na enkele maanden stop. Mijn intuïtie ziet in hem eerder een one hit wonder, maar niet zijn ploegmaten en Sebastian Langeveld en Sep Vanmarcke die graag refereren naar deze momentopname: "Tijdens de Tour 2017 handhaafde hij zich op een col die amper twintig anderen overleefden."
In zijn tweede Tour was geruisloos uitrijden, met een dertiende plaats (in Colmar) als beste daguitslag, Bettiols hoogste goed. Overigens is hij eerder een puncher dan een klimmer. Hij verbaasde wel met een tweede plaats in de afsluitende tijdrit  van de Tirreno-Adriateco op amper twee tellen van Victor Campenaerts. Wint hij die tijdrit en wordt hij eind juni kampioen van Italië dan hebben we het nu niet meer over een ééndagsvlieg. Voor het WK tijdrijden werd niet hij maar wel Edoardo Affini geselecteerd. In de wegrit was hij er wel bij maar niemand die er wat van merkte.

Aanstellerij is hem niet vreemd. Bij zijn triomfantelijke intocht in Oudenaarde liet hij zich al te luidkeels ontvallen “Where was Quick Step?”. Daarmee zal hij weinig empathie hebben verworven en zeker niet bij Remco Evenepoel die zich tijdens het tussenseizoen liet ontvallen “Alberto Bettiol zal niet meer wegrijden, hoor”. Wie aan Evenepoels maten raakt, raakt evenzeer aan Remco zelf, zoveel mag duidelijk zijn.

Alberto Bettiol werd met die quote geconfronteerd tijdens een zuinig afgemeten interview (een strikt te respecteren tijdsslot van vijftien minuten) waarop hij reageerde met “Evenepoel? Dat hij eerst iets groots wint!”. De Clasica San Sebastian, waarin Remco nòg stràffer was dan hij in Vlaanderen, en zijn tweede plaats in het WK tijdrijden zijn dus peanuts.
Wis denkt die gozer wel te zijn? Na een best aardige Etoile de Bessèges (tijdrit gewonnen en tweede in de eindstand) was hij enkel met een vergrootglas te bespeuren in Paris-Nice. Bij die stand van zaken mag hij zelfs niet de schoenen kuisen van de ruim zes jaar jongere Remco Evenepoel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten