woensdag 16 oktober 2019

107. Tour de France
… business as usual

… na de (althans volgens mij) sààie Tour 2019

Ik hou vol dat het een teleurstellende Tour 2019 was, waarbij mijn ongenoegen niet naar de renners gaat, wel naar de plot die hen werd geserveerd. Het was géén mééslepende maar een aanslépende Tour, waarin voor geen enkele definitieve leiderstrui gebikkeld werd maar die Egan BernalPeter Sagan en Romain Bardet als het ware in de schoot viel.

Sagan won de groene trui in de … tussenspurten, waarin niemand hem een strobreed in de weg legde. Voor dagzeges schoot hij, op die ene keer in Colmar na, schromelijk tekort. Naar mijn gevoelen zou men de groene trui beter toekennen op basis van optelling plaatsen (één plaats voor de eerste, …, vijftig plaatsen voor de vijftigste) zoals in de jaren vijftig en zònder misplaatste tussenspurten. Dan zou, zoals elke seconde voor het tijdklassement, èlke plaats tellen. In voorkomend geval had Julian Alaphilippe de groene trui veroverd zoals Sean Kelly het hem (zes keer) voordeed.

Bardet werd de accidentele winnaar van de bergprijs met dank aan de brute pech van Thibaut Pinot en aan de puntentoekenning die met zich bracht dat je op de valreep kunt rechtzetten wat er voorafgaandelijk fout liep. De bolletjestrui zou men volgens mij moeten toekennen op basis van de gerealiseerde tijden van de voet naar de top van elke col. Met de beschikking over transponders is dat poepsimpel en het zou een opdeling in categorieën overbodig maken. Eigenlijk is een allrounder als Tim Wellens te goed om zich, ten koste van zijn kansen op een dagzege, aan de bergprijs vuil te maken, al was er de drijfveer van vaak “in beeld komen”, vooral op het podium. Hyperverdienstelijk wat Tim deed maar ik denk niet dat hij dit nog zal herhalen. Indien hij het op die manier voor mekaar had gekregen dan belandde hij in het rijtje van Bernard Vallet (1982), Thierry Claveyrolat (1980), Christophe Rineiro (1998), Franco Pellizotti (2009), Anthony Charteau (2010),… géén referentie toch?!

Voor Bernal volstonden twee demarrages om de gele trui definitief te veroveren. Voor- en nadien kon hij zich koesteren in de comfortzone van Team Ineos én van Jumbo-Visma (met een kwikzilveren Laurens De Plus) en voorafgaandelijk van Deceuninck-Quick.Step.  Van de derde jongste Tourwinnaar ooit moest dat niets meer zijn en het doet in se niets af van zijn intrinsieke kwaliteiten, al blijkt het tijdrijden zijn pijnpunt. Laurens De Plus, amper twintig maanden ouder dan Bernal en een betere tijdrijder, moest tien keer meer doen om zijn foreman Steven Kruijswijk naar het podium te loodsen. Bernal was ook nog lang niet klaar met de ongelukkige Thibaut Pinot, die op het moment van zijn kwetsuur (aan het linkerbeen) op amper twintig seconden stond.
…..
De 107. Tour de France wordt business als usual: té langdurig én té zwaar, waarvan de renners het hunne zullen denken met niet-aanvalspacten en etappes die er niet toe doen voor gevolg. ASO is nu éénmaal minder geïnteresseerd in een sprankelend sportief verloop. Van “geld” naar “geld” rijden (zoals een West-Vlaamse wijsgeer het plastisch uitdrukte), vooral dààr is het hen om te doen.

De slechte plot van de Tour geldt trouwens voor het globale wielerbestel. De World Tour, de Heilige Graal, telt teveel koersdagen (zowat 180) en in 2020 wordt dat niet anders, maar er is (sic) een lichte “beterschap” op til want in 2020 vallen de zes Turkse dagen weg. Voor de rest blijft alles bij het oude, zo ook de éénentwintig dagen van de Giro, de Tour en de Vuelta. Waarom er, in plaats van driemaal zeven, niet driemaal vijf dagen van maken? Dat zou een dagenwinst van achttien dagen betekenen en meer klassementsrenners inspireren om aan drie in plaats van twee grote ronden deel te nemen.

De Tourdirectie heeft de les begrepen, poneert Wim Vos in Sportwereld. Oh jà?! Zouden ze dan echt voorbij zijn, de jaren dat je de eerste tien dagen elke namiddag verveeld (meer nièt dan wèl) toekeek op lamlendige scenario: vroege vlucht, aanslépende achtervolging die uitdraait op een massaspurt? En Vos wordt zowaar nòg lyrischer: variatie, spankracht en innovatie = de toverwoorden uit 2019 revisited. Wat mij betreft: néén bedankt want ik vond de Tour van 2019 allesbehalve betoverend en in 2020 zal het niet anders worden, vrees ik.

Simplistisch uitgedrukt is Tour 2020: Paris-Nice in de omgekeerde richting, hetzij: Nice-Parismet na een passage door het middengebergte de aankomst op de Promenade des Anglais, waar Freddy Maertens in 1981 héél verrassend won. ’s Anderendaags is er de étappe haut pays. Twee dagen later is er de hoge tocht naar Orcières-Merlette (waar Eddy Merckx in 1971 een striemende nederlaag leed tegen Luis Ocana en waarop Lucien Van Impe in 1972 uitpakte) en nog eens twee dagen later naar het Centraal Massief met de Mont Aigoual als terminus. Wie zal na zes dagen al de verantwoordelijkheid van een duurzame gele trui op zich willen nemen, zoals Alaphilippe in 2019 wel deed? Want de Alpen en de Pyreneeën wachten nog. Er zijn 29 cols, die naam meer dan waardig. Last but not least zijn er de Vogezen, met de  klimtijdrit van 36 km. naar La Planche des Belles Filles. Dat als “toetje” na al vier aankomsten bergop: Orcières-Merlette, Puy Mary, Le Grand Colombier en innovatieve Col de la Loze in Méribel (met zijn 2.305 m hoogte het dak van deze Tour). 

Een ploegentijdrit staat er in 2020 (en gelukkig maar) niet tussen maar helaas ook geen gewone tijdrit, waarmee men Romain Bardet en Thibaut Pinot zogezegd dient. En Egan Bernal dan en ook Julian Alaphilippe, die in 2019 de tijdrit naar Pau won en er zijn maillot jaune nog wat steviger omgordde. 

Team Ineos beschikt met Chris Froome, Geraint Thomas en Egan Bernal over de drie recentste titelverdedigers. Mijn verwachting is dat ceo Dave Brailsford vooral zal inzetten op een vijfde eindzege van Froome waardoor Bernal wijselijk voor de Giro zal kiezen, met telkens Thomas als wisselkopman. En veronachtzaam Richard Carapaz niet, de Ecuadoriaanse eend in de bijt.

Dit zou dus geen Tour worden voor het Jumbo-Visma - duo Tom Dumoulin - Primoz Roglic alsof die het uitsluitend van het tijdrijden moeten hebben, zoals wel wereldkampioen Rohan Dennis. Jongens toch, het is precies een scenario dat helemaal vastligt en waarop de imponderabilia (de vorm en de omstandigheden van het moment) geen vat kunnen.

Wel goed aan de 107. Tour is dat, met “amper” 218 km., de kortste langste rit ooit geprogrammeerd staat, toch al iets maar het ààntàl ritten (21) is er tévéél aan. Die langdurigheid zal de spankracht verlammen, zoniet uitstellen.

Er is ook die vroege start, al op 27 juni omwille van de Olympische wegrit in Tokio, de zondag na de Champs Elysées. Voor de almacht van het International Olympic Committee (de àllerheiligste graal) wijkt zelfs een tycoon als ASO in tegenstelling tot voor het EK voetbal (12 juni - 12 juli ). Ik mag hopen dat er geen nanoense matchen zijn, anders zou de Tour wel eens van kale namiddagen kunnen thuiskomen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten