dinsdag 8 oktober 2019

 Paris-Tours, de 
- net als Paris-Brussel -
 verstoten topkoers

Parijs-Tours ontstond in 1896 met de inheemse Eugène Prévost als eerste winnaar. Vanaf 1906 werd het een jaarlijkse in plaats van een vijfjaarlijkse koers die vanaf dan quasi op gelijke voet stond met Milano-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen, Paris-Roubaix, Liège-Bastogne-Liège en de Giro di Lombardia.

Dat dankte het mede aan zijn exceptioneel beginnend palmares, waarop zelfs Tourwinnaars prijkten: Lucien Petit-Breton (1906), François Faber (1909 en 1910), Octave Lapize (1911), Philippe Thys (1917), Henri Pélissier (1922), Nicolas Frantz (1929) en André Leducq (1931). Bij dat illuster rijtje zou Joop Zoetemelk (1977 en 1979) aansluiten.  

Paris-Tours was tot 1951 een … voorjaarsklassieker, die eind april / begin mei werd verreden. Vanaf 1951 schoof hij zes maanden op en werd la classique des feuilles mortes maar 
verloor daardoor gaandeweg aan uitstraling ten opzichte van de andere monumenten. Ook gefoefel met de namen en met het parcours vanaf de jaren zeventig deed er geen goed aan.

Na de Tweede Wereldoorlog zette Briek Schotte (1946 en 1947) nochtans meteen de toon voor een volgehouden hoogconjunctuur. Fred De Bruyne (1957), Gilbert Desmet (1958), Rik Van Looy (1959 en 1967), Gerben Karstens (“kijk mama: zonder versnellingen" maar mèt ‘iets anders’ in 1974), Freddy Maertens (1975), Jan Raas (1978 en 1981), Jean-Luc Vandenbroucke (1982), Johan Museeuw (1993), Philippe Gilbert (2008 en 2009) en Oscar Freire (2010) waren ook winnaars diede Franse herfstklassieker aanzien gaven.

Zo mogelijk nòg méér verblijdend waren de hoogstandjes van (de ... 19-jarige) Jos Wouters (1961), Rik Van Linden (1971), (+) Noël Vantyghem (1972, die zich meteen waagde aan de legendarische quote “Eddy Merckx en ik hebben samen àlle klassiekers gewonnen”) en Jelle Wallays (2014).

Allen werden numeriek overtroffen door Gustave Danneels (1934, 1936 en 1937), Paul Maye (1940, 1941 en 1945), Guido Reybrouck (1964, 1966 en 1968) en Erik Zabel (1994, 2003 en 2005) die elk driemaal wonnen.  

Moeilijk te vatten dat Paris-Tours vanaf 2009 niet langer deel uitmaakt van de World Tour, temeer Frankrijk er enkel met Paris-Roubaix en Plouay vertegenwoordigd is inzake ééndagskoersen. ASO heeft dit geesteskind als een stiefzoon gedecimeerd, begrijpe wie kan.


En wat meer is: men volhardt in de boosheid van een gehekeld parcours met zowat elf kilometer aan onverharde wegen (grindstroken), de eerste op een kleine zestig kilometer van de finish). In de finale krijgen de renners ook zeven korte maar nijdige heuvels geserveerd, inzonderheid de Cote de Rochecorbon op 10,5 kilometer van de finish. De eindstreep van deze klassieker bevindt zich op de even obligate als traditionele avenue de Grammont in Tours. Hopelijk overkomt de … 113de editie géén one hit wonder als winnaar, maar wel iemand als Timothy Dupont die meteen zijn Wanty-Gobert zou vooruitbranden voor een World Tour - wildcard zònder startverplichting.

De best prestérende coureur in Paris-Tours was (sorry Gilbert) Rik Van Looy: zesde in 1957, vierde in 1958 en in 1968, winnaar in 1959 en in 1967, tweede in 1964 en in 1966 (telkens na Guido Reybrouck).



PALMARES-RANKING 
PARIS-TOURS 1946-2019

… op basis van 100 70 50 40 30 25 20 15 10 5 punten.


465VAN LOOY Rik
420Zabel Erik
415Reybrouck Guido
345Raas Jan
335van der Poel Adrie
330Schotte Briek
310Kelly Sean
305De Bruyne Fred
300Freire Oscar
290Tchmil Andrei
255De Vlaeminck Roger
250Karstens Gerben
240Trentin Matteo
240Zoetemelk Joop
230Anderson Phil
230de Roo Jo
230Minali Nicola
230Van Linden Rik
225Verbeeck Frans
220Bobet Louison
220Dupont Jacques
220Peeters Ludo
215Gilbert Philippe
200Vandenbroucke Jean-Luc
195Desmet Gustaaf
195Petacchi Alessandro
185Sörensen Rolf
180Fondriest Maurizio
175Terpstra Niki
175Van Avermaet Greg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten