dinsdag 1 oktober 2019

Vice-Keizer -> Prins -> Keizer

Alec Segaert
bovenal hàrdrijder

Het wordt een traditie dat de Tieltse Keizer” der nieuwelingen cumuleert met het wereldkampioenschap, een wat ongelukkige samenloop. Méér nog dan de vorige jaren trok het parallellisme zich door: dezelfde striemende opwaaiende zondvloed als in Harrogate én hetzelfde tijdstip van aankomen. Je hoefde géén van beide te missen, dààr waakten Focus-WTVen de VRT angstvallig over.

Tielt kreeg een meer verwachte winnaar dan Harrogate want Alec Segaert was favorieter dan Mads Pedersen. In tegenstelling tot Mads stond Alec er het hele jaar met amper één teleurstelling: als titelverdediger genoegen moeten nemen met de derde plaats in het kampioenschap van België tijdrijden in Sint-Lievens-Houtem. Voor de rest dwong hij een bloemlezing van spraakmakende resultaten af met als kroonstuk op 23 juli een vierde plaats in de tijdrit van het European Youth Olympisch Festival in Baku (Azerbeidzjan). Alec werd geselecteerd met Noah Detalle (kampioen van België tijdrijden) en Cian Uijtdebroeks, de twee andere metronomen van het bouwjaar 2003. Alec excelleerde ervoor én erna op alle mogelijke terreinen: hij won de nationale tijdritten van Montenaken en Waregem en haalde de top vijf in de Ardennenkoersen van Herbeumont en Vresse-sur-Semois. In eigen Lendelede kleurde hij het kampioenschap van Belgiëmaar kon dat (21ste) niet omzetten in een opvallend resultaat. Om een frequent winnaar te zijn is Alec niet explosief genoeg, waarop hij in de “Prins” van Bonheiden anticipeerde met een weergaloze van vèr ingezette machtspurt. Pure explosiviteit zal almaar minder doorslaggevend zijn naarmate de koersen langer en zwaarder worden zoals vanaf 2020 bij de junioren. Daar gaf Alec overigens al een voorsmaakje van in Tielt, waar hij het haalde van de andere stervende zwanen als Louis DaxheletDries Verstappen en Michiel Lambrecht, die intrinsiek vlugger zijn maar kennelijk niet na zo’n slopende race.
In Tielt waren er nog meer uitblinkers, zeker Michiel Lambrecht en Milan De Meester, die op hun beurt aanspraak mochten maken op het podium, dat helaas slechts drie treden telt. 
Zij en àlle anderen werden evenwel overstegen door Stijn Degeest die nu al weken bewijst dat hij geen accidentele kampioen van België is zoals ook ik vermoedde. In Tielt demarreerde hij van bij de start, nam tot een minuut voorsprong, werd ingelopen maar loste ook daarna het voortouw niet en mag zich met zijn uiteindelijke 22ste plaats lelijk tekort gedaan voelen. 
Balen deed ook zijn zijn Glabbeekse strijdmakker Dries Verstappen, de Vlaams-Brabantse dubbelkampioen en leider in deTopcompetitie. In Affligem zal hij op zondag 13 oktober orde op zaken stellen. Cian Uijtdebroeks gaf de voorkeur aan geschikter terrein in Maarkedal, waar hij met een zelden geziene demonstratie uitpakte.
De Keizer leverde nog meer revelaties op: Dylan Botterberg (die het regionale circuit oversteeg), Wout Remmerie (die er al het hele seizoen staat en zich na dichte ereplaatsen in de kampioenschappen eindelijk ook eens in een interclub profileerde), eerstejaars Jarne Jonckheere en zelfs absolute nieuwkomers als Zeno Moonen (18de) en Gaëtan Verleyen (14de). 
Cédric Van Raemdonck van zijn kant bewees dan weer dat hij zich ook zonder hoogtemeters kan laten gelden. 

De (veel te weinigen), die in weerwil van het wereldkampioenschap (dat ze gelijkl konden volgen in Het Textielhuis) op de barricaden bleven, zullen daar geen spijt van gehad hebben. Toch zou het niet slecht zijn indien de Keizer, bij een eventueel volgend samenvallen met het WK, een uur vroeger (of later) zou starten. Hoe dan ook: Davy Van Pamel en zijn team mag apetrots zijn op zijn geesteskind, dat in 2020 een extra dimensie zal hebben met de deelname van zijn hoog opgeschoten zoon Dimi.

1 opmerking: