zondag 13 november 2022

Aristocraat op twee wielen 

Henry ANGLADE

de enige Fransman die in de Tour vòòr Anquetil eindigde, die van 1959 die hij had moeten gewonnen hebben

 

Henry Anglade overleed op 10 november ruim vier maanden na zijn 89ste verjaardag. Henry Anglade, hij zegt de meesten onder ons (wegens te jong) hoogstwaarschijnlijk niets maar ten onrechte!

Op de wielerblz. van de voedbollkranten wordt hij veronachtzaamd. Hugo Coorevits, de laatste schrijvende mohikaan, wijdde er wel een summiere bijdrage aan die hij enkel aan de site kwijtkon, niet aan de papieren versie, van wie uitgerekend de meeste lezers Anglade hebben meegemaakt.

Henry verdient meer hommage want hij was er géén van dertien in een dozijn. Elzasser van origine week hij na zijn huwelijk naar Lyon. 

 

Als coureur was hij een late roeping die na academische studies voor ingenieur pas in 1957 op zijn 24ste prof werd bij Liberia (motorfietsen). Hij werd out of the bluegeselecteerd in het regionale team Sud-Est maar stelde niet teleur: 28ste in het tijdklassment en 7de in de bergprijs. 

1958 was het moeilijke jaar van de bevestiging maar in 1959 verbaasde hij in de meest overtreffende trap. 

 

Juni leek dé koersmaand van zijn leven. Binnen de twintig dagen won hij het Critérium du Dauphiné, eindigde hij (na Hans Junkermann) tweede in de Tour de Suisse en werd hij in Montlhéry kampioen van Frankrijk. Vier dagen later begon de Tour. In de Franse nationale ploeg (waarin onder anderen Jacques Anquetil, Louison Bobet, Raphaël Geminiani en Roger Rivière) had Marcel Bidot geen plaatsje voor HenryAnglade, die in het regionale Centre-Midi werd ondergebracht en toch de hoogst eindigende Fransman werd vòòr Anquetil en Rivière. En hij zou zelfs gewonnen hebben indien die landgenoten zijn kant hadden gekozen en niet die van Federico Bahamontes, die zich meer dan ooit als de Arend van Toledo had gemanifesteerd bovenal in de korte klimtijdrit op de Puy de Dôme. Over de amper 12 km. deed hij anderhalve minuut minder dan Charly Gaul en drie minuten minder dan HenryAnglade, die twee dagen eerder in de bakoven naar Aurillac een ronduit fabuleusnummer had opgevoerd. Hij reed er de Franse nationalen collectief in de vernieling: Rivière (+3’52”), Bobet (+20’40”) en Geminiani (+32’10”). Enkel Anquetil overleefde en handhaafde zich zelfs in het hete spoor van Anglade maar Jacques werd voor de dagzege gevloerd door Henry, die dat beter niet gedaan had. Dat was voor Les Coqs de druppel van de vernedering teveel, waardoor ze nog liever Bahamontes als Tourwinnaar hadden dan hun vermaledijde landgenoot en verleenden hem hun volle medewerking. Ook Gaul deelde in de zware klappen (+20’40”) en was uitgeteld voor de eindzege en koos voluit de zijde van Bahamontes, zijn soulmate van het hooggebergte. De Luxemburger kreeg voor zijn hand- en spandiensten de dagzege cadeau in Grenobe, waar Anglade 3’42” na hen arriveerde. Bahamontes kwam in het bezit van le maillot jaune, die hij niet meer zou afstaan want Anglade telde al bijna vijf minuten mali, teveel om in de 69 km. vlakke tijdrit van Seurre naar Dijon ongedaan te maken. Dat had hij ook al geprobeerd in de koninginnenrit der Alpen van Le Lautaret naar Saint-Vincent alover de Galibier, de Izoard en de Petit Saint-Bernard. In de afzink naar de finish nam Henry enkele minuten voorsprong op Federico. Een lekke band van Rivière was het Franse alibi om de achtervolging te organiseren met Bahamontes in hun kielzog. Zijn tijdverlies reduceerde naar 47”. 

 

Voor Anglade was er na het afscheid van Bobet en Geminiani en de abdicatie van Anquetil (die als eerste Fransman de Giro had gewonnen) in 1960 wel een plaats in de Franse nationale ploeg. Het hoge woord was aan hem én aan Rivière. Roger zettemeteen de toon met winst in de openingstijdrit in Brussel maar taaie Henry limitait les dégâts op 48” en maakte drie dagen later deel uit van een ontsnapping met vijf anderen die met ruim zes minuten voorsprong in Caen arriveerden. Anglade kwam er afgetekend in het bezit van de gele trui maar Rivière keerde de rollen om in Lorient, waar hij in het gezelschap van Jan Adriaensens, Hans Junkermann en Gastone Nencini met grote voorsprong arriveerde en een dubbelslag versierde, dagzege én gele trui! Anglade stond opeens tien minuten achter op zijn medekopman die op weg leek naar de eindzege tot hij tijdens de rit naar Avignon in de afzink van de col du Perjuret aan een betonblok haperde en in het ravijn keilde. Hij werd met een onherroepelijke 80% verlamming opgeraapt. Anglade kon de leidersrol van zijn onfortuinlijke medekopman niet overnemen. In de koninginnerit der Alpen van Gap naar Briançon verloor hij weer enkele minuten en moest zich met een kwartier achterstand nog reppen om in de top tien te eindigen.

 

Na 1960 leek Anglade’s grote Tourdroom helemaal voorbij. Hij geraakte niet meer in de top tien tot hij na zijn overstap naar Pelforth-Sauvage-Lejeune heropstond om als dertiger zowel in 1964 als in 1965 vierde te worden, de tweede keer als drager van de Franse kampioenentrui die hij in Rennes zijn medevluchters Raymond Poulidor en Jacques Anquetil had ontfutseld.

 

Meer Fransman dan Henry Anglade was kun je bezwaarlijk zijn. Hij zette tien keer aan in de Tour, een laatste keer in 1967 tot hij in de zesde rit naar ‘zijn’ Metz (op 30 km. van zijn oorspronkelijke thuishaven Thionville) zwaar viel en opgaf. Het voelde aan als thuiskomen na een jarenlange reis door de Tour. Daags voordien had Roger Pingeon op weg naar Jambes met de bijstand van Rik Van Looy de basis gelegd voor zijn verrassende eindzege, met dank aan zijn landgenoten, inzonderheid Raymond Poulidor die na een zware val andermans eieren voor zijn geld koos.

 

Anglade waagde zich één keer aan de Giro in 1962 maar hield het al gauw voor gezien, daags nadat hij in de zware rit naar het hoge klooster van Montevergini tweede was geworden na Armand Desmet, die zich daar zowel de dagzege als (tijdelijk) de roze trui toeëigende.

 

Buiten zijn landsgrenzen behaalde Henry Anglade slechts één overwinning van betekenis, de tweede rit van de Tour de Romandie 1962 in de aanloop naar zijn enige, ultrakorte Giro d’Italia.


Henry Anglade was in 1976, 1977 en 1978 een omstreden ploegleider bij Lejeune-BP. Lucien Van Impe kreeg met hem te maken in de Tour van 1977 waarin hij de titelverdediger was. Lucien begon als derde (met 33” meer dan Bernard Thévenet en 16” minder dan Hennie Kuiper) aan de cruciale rit naar L’Alpe d’Huez, waarop hij het jaar voordien de basis had gelegd voor zijn eindzege. Dat wilde hij herhalen maar hij begon er te vroeg aan op de Glandon, verzuimde het om genoeg te eten en moest geïsoleerd door het dal terwijl het trio Kuiper-Thévenet-Zoetemelk mekaar afloste. Van Impe werd ook nog door een wagen van de Franse televisie aangetikt en teruggeslagen. Ploegleider Anglade was daarbij in geen velden te bekennen en het werd hem als schuldig verzuim aangerekend. Lucien arriveerde toch nog als derde op ‘zijn’ Alp maar 2’06” na Hennie Kuiper en 1’45” na Bernard Thévenet, die hem in omgekeerde orde voorbleven in het eindklassement.  Ook met Roy Schuiten matchte het niet. 

 

Henry Anglade kreeg het koosnaampje Napoleon maar was hoegenaamd geen nazaat van de dictator Bonaparte uit het begin van de 19de eeuw. Indien wel dan had hij de Tour van 1959 gewonnen en Lucien Van Impe die van 1977.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten