En dàt als éérstejaars!

 Lars VANDEN HEEDE 

wat ’n (na)zomer én herfst!

 

Lars Vanden Heede leek zich als éérstejaars aardig te hebben aangepast, niets meer / niets minder en dat vooral als 6de in de Guido Reybrouck Classic en 8ste in de nationale tijdrit van Poperinge, wat hij als 18de niet helemaal kon bevestigen in het BK van Dikkelvenne. 

Tijdens de lente viel enkel einde maart / begin april tegen. Na Gent-Wevelgem kreeg hij griep en bij zijn hervatten in Paris-Roubaix was hij nog niet in orde en beging hij de beginnersfout een bar (energiereep) te laat in te nemen, wat hem maagkrampen bezorgde en tot opgave dwong.

April en mei werden mindere maanden. Juni was examenmaand. De stroomversnelling voltrok zich vanaf de zomervakantie met ererangen in het Luxemburgse weekend en podiumplaatsen in de GP Eddy Schepers (2de na Maxence Place) en in Reningelst (3de). 

Begin augustus nam hij een korte adempauze in acht, gevolgd door een you ain’t seen nothing yet. In Ingelmunster boekte hij eindelijk die langverbeide openingszege in een massasprint nog wel, waarin hij het zowaar haalde van ene Steffen De Schuyteneer en dat kunnen er hem in 2022 niet al te veel nazeggen. Zijn derde plaats in de Trofeo Emilio Paganessi (It.) was zo mogelijk nog precieuzer. 

The heat was on, het ijzer werd gesmeed terwijl het witheet was. In de Memorial Igor Decraene van Waregem waren het niet allemaal toppers die hij te overwinnen kreeg, al flankeerden Milan Van den Haute en Yarno Van Herck hem op het podium. Zijn uurgemiddelde van 45,84 km. was meer dan oké. 

Een sprankelende tijdrit kwam hem in Wulpen ook goed van pas om zijn leiderstrui van Pittem te consolideren op de slotdag van de Keizer van Koksijde. 

“Aan de flandrienrit op zaterdag van en naar Pittem beleefde ik nog het meest genoegen. Ik kon er in regen en wind op een zwaar parcours van de anderen wegrijden én wegblijven! Dit is het type wedstrijden dat mij het best ligt want met mijn zowat 70 kg. ben ik begrensd op de hoogtemeters.” 

 

De Waalse hoogtemeters waren hem niet te hooggegrepen. In GP Ernest Beco van Jemeppe zwichtte hij voor zijn kompaan Jarno Widar. In de openingsrit (naar Harzé) van La Philippe Gilbert kon hij (28ste) niets forceren maar ’s anderendaags zette hij alles op alles voor een dubbelslag die hem maar ei zo na ontglipte. Hij kon Noa Isidore met de ontsnapte Jarno Widar wel voor de dagzege wegzetten maar er geen seconde van wegrijden om eindwinnaar te worden. Isidore telde als winnaar van de openingsrit 27 plaatsen minder dan Lars en dat was doorslaggevend.

Als he al in 2022t dàt nu al werd, wat moet het dan in 2023 worden, moeten wij ons met blijdschap afvragen. Hou toch maar een slag om de arm voor het altijd heikele jaar van de bevestiging, bovendien zijn er wel meer éérstejaars die in 2022 een dijk van een seizoen realiseerden, vandaar …

Ook inzake studies heeft hij alles op orde. Zijn middelbare studies accountancy-fiscality zijn een overstap naar gespreid meer maar zullen zijn ambities als jonge belofte niet fnuiken. Lars zal de beide doelstellingen in balans houden zodat het één het ander niet uitsluit maar consolideert.